Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Westelijk Halfrond

Afdeling Noord-Amerika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 30 maart 2004

Behandeld


- F. Bevort


Kenmerk


- DWH/NM-050/2004

Telefoon


- 3485291


Blad


- 1/5

Fax


- 3485748


Bijlage


- 1


- fvg.bevort@minbuza.nl


Betreft

Verslag van de gesprekken met de Amerikaanse president George W. Bush en de Secretaris-Generaal van de VN Kofi Annan op 16 maart 2004


-

Graag - bied ik u hierbij- , mede namens de minister-president en de minister van Defensie, - - - het verslag aan van de gesprekken met de Amerikaanse president George W. Bush en de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan op 16 maart 2004.

Inleiding

Op 16 maart 2004 bezochten de minister-president en ik Washington voor een gesprek met president Bush. In de middag van 16 maart spraken de minister-president, de minister van Defensie en ik met de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan.

De minister-president ontving op 15 maart, aan het Princeton Theologische Seminarie de Abraham Kuyper prijs en hield op de naastgelegen Princeton Universiteit een inleiding over de transatlantische betrekkingen.

Bij het gesprek met president Bush kwamen onder meer terreurbestrijding, Irak, het Nederlandse voorzitterschap van de EU, Turkije, het Midden-Oosten en economische samenwerking aan de orde. De sfeer werd sterk bepaald door de aanslagen in Madrid van 13 maart jl., die eens te meer de noodzaak van nauwe internationale en transatlantische samenwerking in de strijd tegen het terrorisme onderstrepen. Na afloop gaven de president en de minister-president gezamenlijk een persconferentie.  

Strijd tegen terreur
De minister-president begon het gesprek door uiting te geven aan zijn gevoelens van afschuw over de aanslagen in Madrid. De aanslagen waren niet alleen een bedreiging voor Spanje, maar voor de gehele wereldgemeenschap, net zoals de aanslagen op 11 september 2001 dat waren geweest. Eens te meer was het van belang dat de internationale gemeenschap in solidariteit zou samenwerken. Het gebeurde zou, zo verwachtte de minister-president, in Europa een nieuwe impuls geven aan de discussie over concrete anti-terreurmaatregelen. Nederland dacht in dit verband onder meer aan een EU-coördinator voor interne veiligheid.

De recente gebeurtenissen hebben de Amerikaanse president gesterkt in de overtuiging dat de strijd tegen terreur op vele fronten moet worden gevoerd. De president dankte de minister-president voor de Nederlandse inzet in de strijd tegen terrorisme.

Transatlantische betrekkingen
President Bush drong er op aan dat Nederland als EU-voorzitter stevig inzet bij kwesties die de internationale orde bedreigen. De minister-president zei het eens te zijn met de noodzaak hiertoe, maar achtte het ook zijn verantwoordelijkheid om nieuwe scheidslijnen binnen de EU en tussen EU en VS te voorkomen en eensgezindheid te tonen.

Irak
De minister-president gaf aan dat Nederland hecht aan een nieuwe Veiligheidsraad resolutie en een substantiële en heldere VN-rol in Irak. Deze punten waren ook van belang voor de besluitvorming over een mogelijke verlenging van de aanwezigheid van Nederlandse troepen in Irak, maar de Nederlandse regering was op dit moment nog niet toe aan een besluit terzake. De president begreep dit laatste en liet dat ook tijdens de persconferentie blijken.

De minister-president gaf aan dat Nederland bereid is training van Irakese diplomaten ter hand te nemen. Tevens vroeg de premier aandacht voor de zakelijke belangen van een aantal Nederlandse bedrijven dat activiteiten wil ontplooien in Irak. 

Afghanistan
De Amerikaanse president bedankte ons land voor het ter beschikking stellen van de zes Apache helikopters en het in overweging nemen van deelname aan een "Provincial Reconstruction Team" (PRT) in Afghanistan. De ontwikkelingen in Afghanistan gaan volgens hem de goede richting uit. 

Wider Middle East/MOVP
Met betrekking tot de wijdere Midden-Oosten regio bracht de minister-president naar voren dat Nederland en de VS in principe eenzelfde analyse hebben van de problematiek. Het is van belang om op tal van terreinen - economische hervormingen, democratisering, positie van de vrouw - samen te werken met landen in de regio, inclusief de civil society. Daarbij mag het Israëlisch-Palestijns conflict niet worden vergeten. De EU en de VS zouden ten aanzien van het Midden-Oosten nog nauwer de handen ineen moeten slaan en met beide partijen moeten werken, waarbij de Amerikaanse verkiezingen niet  zouden mogen leiden tot vermindering van de Amerikaanse inspanningen.

Voortgang inzake het Midden-Oosten vredesproces dit jaar achtte de president zeker mogelijk. Als er gelegenheid is het proces een duw in de goede richting te geven, zal de VS dat zeker doen. Israëls plannen omtrent terugtrekking uit Gaza, die nog niet volledig duidelijk waren, zouden daartoe een mogelijkheid kunnen bieden. Als dat zou gebeuren dan ligt er een taak voor de EU en de VS om bijv. in samenwerking met de Wereldbank het nodige te doen op het gebied van veiligheid en institutie- en vredesopbouw. De president noemde de versplintering van de Palestijnse Autoriteit (PA) een probleem. Hij herhaalde nog eens zijn negatieve oordeel over de rol van Arafat en zei zich te kunnen voorstellen dat zich in de komende jaren uit de PA een nieuwe groep Palestijnse leiders zou ontwikkelen.

Turkije
De minister-president gaf aan dat op dit moment nog niet valt te zeggen of een besluit tot het openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije eind dit jaar genomen zou kunnen worden. Belangrijke nieuwe wetgeving is tot stand gekomen, maar het komt nu aan op goede implementatie.

President Bush was het met deze analyse eens en apprecieerde de open geest van Nederland ten aanzien van deze kwestie.

Economie en innovatie
De minister-president bracht het gesprek vervolgens op enkele voornemens voor het Nederlands EU-voorzitterschap. Nederland wil o.a. aandacht besteden aan economische groei en innovatie. Binnen de transatlantische relatie begint in het licht van de recessie de aandacht voor dit onderwerp toe te nemen, zodat de agenda niet volledig wordt gedomineerd door handelsgeschillen. Nederland zal tijdens het EU-Voorzitterschap veel aandacht besteden aan de Lissabonstrategie en wil op dit gebied  ook met de VS samenwerken, bijvoorbeeld d.m.v. een gezamenlijke conferentie over innovatie. President Bush beaamde dat het van belang is om naast handelskwesties het grotere geheel in het oog te houden. De VS heeft beslist belangstelling om op het punt van innovatie met Nederland en de EU samen te werken.

Normen en waarden
Tenslotte informeerde de premier de president over het  Nederlandse voornemen tijdens het EU-voorzitterschap door middel van een aantal conferenties aandacht te besteden aan Europese waarden. Dit kon ook voor de VS relevant zijn. Immers in essentie delen de EU en de VS dezelfde normen en waarden, al zijn er ook wel degelijk verschillen. Het is goed die te erkennen en ze, ter beter begrip aan beide zijden van de oceaan, te bespreken. De president toonde zich content met het idee en zegde alle medewerking toe. Hij noemde in dat verband ook de verschillen van opvatting over een kwestie als het homohuwelijk.

Gesprek met Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan.

Het gesprek met SGVN, Kofi Annan, spitste zich toe op Irak, vredesoperaties en VN-hervormingen. Aan dit gesprek nam ook de minister van Defensie deel.

Irak
De minister-president gaf aan een groeiende internationale convergentie te bespeuren in het denken over de aanpak van Irak. Bij president Bush had hij gepleit voor een grotere rol van de VN in Irak en gewezen op het belang van een nieuwe Veiligheidsraadresolutie met een helder mandaat voor een multinationale vredesmacht. De Secretaris-Generaal reageerde door aan te geven dat de VN bereid was een rol te spelen bij de wederopbouw van Irak. Een VN-team dat de Irakezen zou kunnen assisteren bij het bereiken van consensus over het overgangsmechanisme en bij de voorbereidingen van directe verkiezingen was gereed om af te reizen, maar hij achtte een expliciet verzoek daartoe van de IGC noodzakelijk. Hij verwachtte een zodanig verzoek op korte termijn. De tijd begon te dringen, verkiezingen voor het einde van 2004 waren namelijk alleen haalbaar als de Irakezen uiterlijk april overeenstemming hadden bereikt over een raamwerk voor de verkiezingen.

De Secretaris-Generaal zag ook het belang in van een nieuwe Veiligheidsraad resolutie voor eind juni, maar hij benadrukte dat inhoud en timing van de resolutie het politieke proces wel ten goede moesten komen.

De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie spraken later ook met Speciaal Adviseur Lakhdar Brahimi over de situatie in Irak. De heer Brahimi stelde in dat gesprek onder meer dat als er een nieuwe resolutie zou komen waarin een VN-rol substantiëler en duidelijker werd vastgelegd hij een voortgezette Nederlandse militaire bijdrage in Irak zeker zou verwelkomen.

Vredesoperaties

Wat betreft de snelle reactiecapaciteiten waarop de VN voor vredeshandhaving een beroep zou kunnen doen is in het bijzonder van gedachten gewisseld over het recente Brits-Franse initiatief tot de oprichting van snel inzetbare battle groups, die onder meer in VN-verband ingezet zouden kunnen worden. Bij de uitwerking van dit initiatief, waaraan Nederland een bijdrage zal leveren, zal de VN vanzelfsprekend worden betrokken. Voorts is stilgestaan bij de mogelijkheden die de Shirbrig biedt om de planningscapaciteiten van de VN te versterken.

VN-hervormingen
Op verzoek van de minister-president ging de Secretaris-Generaal in op het thema VN-hervormingen. Het high level panel zette zijn werk voort en zou voor eind 2004 advies uitbrengen.

Hij benadrukte dat het bij de discussie over het inzetten van militaire middelen in antwoord op de bedreigingen van vrede en veiligheid het overigens niet alleen ging om het concept van de pre-emptive strike maar zeer zeker ook om het thema van humanitaire interventie bij grove schendingen van mensenrechten. De Secretaris-Generaal wees nadrukkelijk op het verband met de sociaal-economische uitdagingen waaraan het panel niet voorbij kon gaan. Institutionele hervormingen vormden volgens de Secretaris-Generaal onderdeel van het gehele complex van hervormingen.


-

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

===