Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Voorlichting en Communicatie

Publieksvoorlichting

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 30 maart 2004

Behandeld


- S. Termeer


Kenmerk


- DVL-1529/2004

Telefoon


- 070 - 3484005


Blad


- 1/5

Fax


- 070 - 3485010


Bijlage(n)


- - E-mail stan.termeer@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lid Karimi over het blad 'Internationale Samenwerking"


-
Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Karimiover - het blad 'Internationale Samenwerking". Deze vragen werden ingezonden op - 26 maart 2004met kenmerk - 2030411450.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Karimi (GroenLinks) over het blad 'Internationale Samenwerking'.

Vraag 1-
Heeft u de artikelen 'Boos op eigen blad' 1) en 'Van Ardenne wekt wrevel bij VN' 2) gelezen?

Antwoord

Ja.

Vraag 2-
Wat is uw algemene oordeel over het blad 'Internationale Samenwerking' over de afgelopen vijf jaar?

Antwoord

IS is een voor een geïnteresseerd publiek waardevolle informatiebron over ontwikkelingssamenwerking en de context waarin het ontwikkelingsbeleid tot stand komt en wordt uitgevoerd.

Vraag 3-
Vindt u dat de inhoud van het blad Internationale Samenwerking 'evenwichtiger' moet worden? Zo ja, wat bedoelt u precies met 'evenwichtiger'?

Antwoord

Ja, ik vind dat het blad evenwichter moet worden. In de afgelopen twee jaar heeft in het beleid een accentverschuiving naar een breder, geïntegreerd buitenlands beleid plaatsgevonden. Deze verschuiving moet zich ook doorvertalen naar de voorlichting van het ministerie en daarmee ook in het voorlichtingsblad van het ministerie.

Met een evenwichter inhoud van het blad bedoel ik: 1. meer aandacht besteden aan het verbrede, geïntegreerde buitenlands beleid en de resultaten ervan; 2. tot een goede verdeling te komen tussen de toelichting van dat beleid en de resultaten en anderzijds de discussie/het debat.

Vraag 4-
Wat is de reden dat het interview met Mark Malloch Brown, directeur van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), uiteindelijk niet is geplaatst? Wilt u het interview met de heer Malloch Brown alsnog de Kamer doen toekomen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Het artikel is om kwaliteitsredenen niet gepubliceerd. De badinerende toon van de vraagstelling aan UNDP-topman Malloch Brown past niet in het voorlichtingsblad van een ministerie.

Het bedoelde artikel is bijgevoegd.

Vraag 5-
Bent u van mening dat enige vorm van kritiek op het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid in het blad Internationale Samenwerking, net als in voorgaande jaren, mogelijk moet zijn?

Antwoord

De Directie Voorlichting en Communicatie van het ministerie is gevraagd een opzet te maken voor een nieuwe formule van het blad, die aansluit bij het verbrede, geïntegreerde buitenlands beleid (zie ook antwoord op vraag 2) en rust op de pijlers: buitenlands beleid, ontwikkelingsbeleid, vrede en veiligheid, Europese samenwerking en handel. Vanzelfsprekend blijft in het vernieuwde blad ruimte voor discussie en debat. Kritiek op of kanttekeningen bij het beleid hoeven hierbij niet te worden ontzien, maar wel nadat eerst toelichting op het beleid heeft plaatsgevonden.

Vraag 6-
Bent u tevens van mening dat dergelijke kritiek het debat over ontwikkelingssamenwerkingsbeleid aanscherpt, en daarmee het draagvlak kan vergroten in tegenstelling tot een blad dat het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid reduceert tot allemaal positieve verhalen van ja-knikkers? Zo neen, waarom wilt u een vorm van zelfcensuur invoeren?

Antwoord

Ik ben een warm voorstander van het debat over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking. Ik ga, zoals u de afgelopen jaren heb kunnen constateren, dat debat regelmatig zelf aan. Dat er ook aandacht voor dit debat gelijktijdig is in de daartoe beschikbare voorlichtingsinstrumenten van het ministerie van Buitenlandse Zaken is niet meer dan logisch. Het blad IS komt onder mijn verantwoordelijkheid tot stand. U zult het hoop ik mij niet euvel duiden dat ik de kwaliteit, stijl, inhoud en actualiteit bewaak. Bovendien heb ik in het kader van mijn beleidsvoornemens, zoals verwoord in de beleidsnotitie Aan Elkaar Verplicht, aangekondigd te zullen inzetten op heldere rapportages over de effectiviteit van het ontwikkelingsbeleid. Hierover zal de komende jaren onder meer in de voorlichting van het ministerie verantwoording worden afgelegd. Uit opinie-onderzoeken blijkt dat het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in de maatschappij een steviger fundament zou kunnen krijgen, wanneer het publiek beter inzicht wordt geboden in de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking.


1) NRC-Handelsblad, 23 maart jl.


2) Trouw, 20 maart jl.

===