VU ziekenhuis

Revalidatie model ontwikkelingslanden nog niet effectief

Een vijfentwintig jaar geleden opgezet revalidatie programma voor mensen met een handicap in ontwikkelingslanden is nog niet effectief. Dit concludeert bewegingswetenschapper Harry Finkenflügel in zijn promotie onderzoek aan het VU medisch centrum. Hij onderzocht de werking van Community Based Rehabilitation (CBR), een kosteneffectief programma waarbij de (dorps) gemeenschap bij de revalidatie van mensen met een beperking wordt ingezet.

CBR is vanaf 1979 in veel gemeenschappen in met name Afrika en Azië geïntroduceerd. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de wijze waarop het programma ingevoerd wordt en de resultaten die ermee bereikt worden. Deze onderzoeken geven volgens Finkenflügel onvoldoende inzicht in de effectiviteit van CBR. Hij stelt dat met name de competentie van betrokkenen bij de CBR en de manier waarop zij met elkaar omgaan bepalend is voor het succes van de interventies.

Hij onderzocht één bepalende groep betrokkenen of belanghebbenden bij CBR intensief: De rehabilitations technicians. Dat zijn de mensen die de gemeenschappen moeten instrueren over het revalidatieprogramma. Finkenflügel ontdekte dat zij tot nu toe vooral een uitbreiding zijn van het professionele kader en meer naar de reguliere zorg verwijzen, dan dat zij direct betrokkenen binnen een CBR project bijstaan in het revalidatietraject. en.t zij belangghebbendejn, daar meer naar verwijzen rs,guliere zorg, dan dat zij belanghebbenden binnen een CBR project.

Finkenflügel heeft vier scenarios ontwikkeld, om de invloed van verschillende belanghebbenden op het revalidatieproces te vergroten. Hij promoveert op 31 maart.