Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl


Wiebe Alkema
070 370 7225

4441
31.03.04

POLITIE MAG BINNENKORT MEER MET PERSOONSGEGEVENS

De politie krijgt meer armslag voor de verwerking van persoonsgegevens. De huidige regels worden verruimd en meer op de praktijk toegesneden. Er komt meer duidelijkheid en een aantal regels wordt geschrapt om de administratieve lasten voor de politie te verminderen. De maatregelen moeten ertoe leiden dat de uitvoering van de politietaak verbetert.
Dit staat in een wetsvoorstel dat minister Donner, mede namens de ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor advies heeft gestuurd naar de rechterlijke macht, het openbaar ministerie en de politie. Het gaat om een herziening van de Wet politieregisters.

Van veel burgers verwerkt de politie gegevens, bijvoorbeeld van degenen die betrokken zijn bij openbare ordeverstoringen, overlast melden, verdacht zijn, aangifte doen of om hulp vragen. De politie moet al deze persoonsgegevens kunnen verwerken, ze zijn onmisbaar. Het politiewerk drijft voor een belangrijk deel op een goede informatiepositie. De ervaring leert dat de huidige regels daarvoor te beperkt zijn. De knelpunten hebben vooral te maken met het gebruik van gegevens binnen de politie en met de mogelijkheden om gegevens aan derden te verstrekken. De voorstellen van minister Donner bieden hiervoor een oplossing.

Zo wil de bewindsman gegevens die worden verwerkt voor de dagelijkse uitvoering van de politietaak een jaar lang binnen de politie vrij beschikbaar stellen om ze, waar mogelijk, met elkaar in verband te kunnen brengen. Dit geldt ook voor gegevens over personen die (nog) niet worden verdacht van een strafbaar feit. Daar staat nu een - vaak te korte - termijn van vier maanden voor.

Verder is het van belang dat de politie gegevens over personen uit de ene zaak zo nodig ook voor een andere zaak kan gebruiken. Nu is dat slechts beperkt mogelijk. Het voorstel verruimt de zoekmogelijkheden in beschikbare politiegegevens door een deel van deze gegevens binnen de politie vrij beschikbaar te stellen, zodat alle politiemensen ze kunnen raadplegen. De andere gegevens zijn onder voorwaarden toegankelijk voor het zoeken naar overeenkomsten in bijvoorbeeld de werkwijze van criminelen of het type delict. Ook wordt het door een vergelijking van gegevens zichtbaar als er meerdere onderzoeken tegen eenzelfde persoon lopen. Dat voorkomt dat korpsen langs elkaar heen werken.

In de praktijk blijkt dat soms ook langdurige verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is om een solide informatiepositie op te bouwen en zicht te krijgen op mogelijke ernstige bedreigingen voor de samenleving, bijvoorbeeld zware criminaliteit, terrorisme of mensenhandel. Door hierover gegevens te verzamelen krijgt de politie meer zicht op mogelijke betrokkenheid van personen bij dergelijke misdrijven.
Het wetsvoorstel verschaft de basis voor gerichte verwerking van persoonsgegevens aan de hand van onderwerpen die in een algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd. Dit is een verruiming ten opzichte van de huidige wet.

De mogelijkheden voor de verstrekking van persoonsgegevens door de politie aan derden worden eveneens verruimd, bijvoorbeeld aan instanties die betrokken zijn bij de lokale aanpak van jeugdcriminaliteit of van huiselijk geweld, zoals hulpverleningsinstellingen. Maar ook aan woningbouwverenigingen en winkeliers als dit bijvoorbeeld in het kader van een samenwerkingsverband bij de aanpak van criminaliteit nodig is. De nieuwe regeling maakt verstrekking mogelijk als sprake is van een 'zwaarwegend algemeen belang'.

De voorstellen zijn getoetst aan de verdragsrechtelijke normen voor bescherming van de privacy. Deze houden onder meer in dat persoonsgegevens alleen voor nauwkeurig omschreven en gerechtvaardigde doelen mogen worden verwerkt.
Het wetsvoorstel introduceert met het oog op de privacy van betrokken burgers ook een systeem van machtigingen. Dit betekent dat politiemensen gemachtigd moeten zijn voor bepaalde verwerkingen van persoonsgegevens. Politiemensen krijgen alleen toegang tot gegevens die zij nodig hebben voor hun taak. Andere persoonsgegevens blijven afgeschermd.
Er worden privacyfunctionarissen aangewezen die binnen de politiekorpsen de verwerking van persoonsgegevens controleren. Het College bescherming persoonsgegevens houdt toezicht op naleving van de nieuwe wet. Een groot deel van de verwerkingen wordt vastgelegd zodat ze aan de hand van zogenaamde audits kunnen worden gecontroleerd. Gegevens worden verwijderd zodra zij niet langer noodzakelijk zijn voor het doel waarvoor zij zijn verwerkt.