KPMG


Verslaggeving van fusies en overnames verandert ingrijpend

31 maart 2004

Het besluit van de International Accounting Standards Board (IASB) om de systematische afschrijving van goodwill te vervangen door een jaarlijkse impairmenttest zal de verslaggeving van fusies en overnames drastisch veranderen.

Met de impairmenttest bepalen bedrijven aan de hand van de inschatting van de toekomstige kasstromen of de geactiveerde goodwill zijn waarde heeft behouden. Is dit niet het geval, dan volgt een afwaardering van de goodwill. De nieuwe IFRS-standaard zal leiden tot een meer subjectieve bepaling van het nettoresultaat, constateert Petri Hofsté van KPMG. Doordat de nieuwe IFRS-standaard aansluit bij de verslaggeving van fusies en overnames in de Amerika, zal de onderlinge vergelijkbaarheid van de wereldwijde verslaggeving verbeteren. Het speelveld van bedrijven bij fusies en overnames, zowel nationaal als grensoverschrijdend, zal hiermee duidelijker worden. Investeerders zullen in staat zijn bedrijven onderling gemakkelijker te vergelijken, waardoor grensoverschrijdende investeringen kunnen toenemen en toegang tot de kapitaalmarkt eenvoudiger kan worden.

De IASB heeft lang zitten dubben over deze standaard, weet Hofsté. Bij de nieuwe standaard heeft de raad zich voor een groot deel laten leiden door haar wens om in lijn te komen met de Amerikaanse verslaggevingsregels. Een éénduidige verslaglegging van fusies en overnames is van belang om voor iedere onderneming in de wereld hetzelfde speelveld mogelijk te maken. De verplichting om goodwill niet langer af te schrijven maar jaarlijks te testen is in overeenstemming met de Amerikaanse praktijk. Dit zal echter ingrijpende gevolgen hebben voor de meeste bedrijven die volgens IFRS moeten rapporteren. In 2002 rapporteerden de bedrijven volgens Hofsté gemiddeld tot 195% van het nettoresultaat aan afschrijvingskosten voor goodwill. Onder IFRS worden deze afschrijvingen niet langer jaarlijks gedaan. Dit betekent dat indien geen afwaardering noodzakelijk is de nettowinst in eerste instantie zal toenemen. Hofsté: Bedrijven zullen wellicht echter gedwongen worden tot onregelmatige, maar forsere afwaarderingen op hun goodwill wanneer het overgenomen bedrijf niet zo goed presteert als verwacht. En hoewel de afschrijving van goodwill en de afwaarderingen geen gevolgen hebben voor de kasstromen, hebben ze toch invloed op het nettoresultaat en op nettoresultaat gebaseerde waarderingsmethodieken, zoals de winst per aandeel.

De International Accounting Standards Board heeft echter niet besloten de Amerikaanse standaarden helemaal te volgen. In de definitieve IFRS-standaard is besloten om een één-staps-benadering van impairment testing van goodwill te hanteren, terwijl de raad in eerste instantie een complexere, twee-stappen benadering had voorgesteld, in lijn met de Amerikaanse vereisten. Hofste: Op basis van veldwerk en de nodige reacties van bedrijven naar aanleiding van ervaringen met de Amerikaanse vereisten van impairment, is echter besloten om met name uit het oogpunt van kosten, de Amerikaanse benadering niet te volgen. Een goede zaak, want het maakt de invoering van de nieuwe standaard minder complex en minder kostbaar dan de Amerikaanse equivalent. Bovendien wordt de standaard zo in lijn gebracht met andere impairmenttests volgens IFRS, die ook uitgaan van een één-staps-benadering.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, (020) 656 7039