Commissie Gelijke Behandeling

31-03-2004 Kostwinnersfranchise leidt tot verboden onderscheid

De toepassing van de kostwinnersfranchise bij de pensioenopbouw is in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving. Aldus oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling op 30 maart 2004.

Een drietal werkgevers heeft voor hun werknemers een pensioenvoorziening getroffen en deze ondergebracht bij een (ondernemings)pensioenfonds. Bij de berekening van hun pensioenopbouw is niet uitgegaan van het gehele salaris. Aangezien rekening wordt gehouden met een AOW-uitkering op 65-jarige leeftijd wordt een bepaald bedrag van het salaris afgetrokken. Dit bedrag wordt franchise genoemd. Deze werkgevers hebben de kostwinnersfranchise toegepast bij de pensioenopbouw van hun werknemers. De reden hiervan is dat pensioenregelingen over het algemeen zijn ontstaan in een periode waarin er sprake was van één type werknemer, namelijk de alleenverdienende mannelijke kostwinner De kostwinnersfranchise is gebaseerd op een AOW-uitkering van 100%. Dit is precies de AOW-uitkering die een alleenverdienende kostwinner en partner op 65-jarige leeftijd zullen ontvangen. Bij toepassing van de kostwinnersfranchise kan de alleenverdienende kostwinner bij volledige opbouw van pensioen en een volledig recht op AOW-uitkering een pensioen bereiken van 70% van het laatstgenoten of gemiddelde salaris. Dit geldt als maatschappelijke norm voor een goed pensioen. Drie werkneemsters die allen deel uitmaken van een tweeverdienersrelatie, vinden dat hun (voormalige) werkgevers én de pensioenfondsen onderscheid hebben gemaakt op grond van geslacht door toepassing van de kostwinnersfranchise. Zij stellen dat nu de pensioenen van tweeverdieners tweemaal worden verminderd met de kostwinnersfranchise, gebaseerd op een AOW-uitkering van 100%, terwijl zij bij 65 jaar twee maal een AOW-uitkering van slechts 50% ontvangen, dit ongelijke behandeling oplevert. Zij brachten hun zaken voor de CGB. De CGB heeft geoordeeld dat sprake is van indirect onderscheid op grond van geslacht. Door toepassing van de kostwinnersfranchise ontstaat een pensioenhiaat ten nadele van deze werkneemsters, ook wel het tweeverdienersgat genoemd. Tevens blijkt uit cijfers van het CBS dat er significant meer werkende vrouwen dan werkende mannen deel uitmaken van tweeverdienersrelaties. Vrouwen zijn zelden alleenverdienend kostwinner. De CGB heeft dit onderscheid niet gerechtvaardigd geacht. Het doel van toepassing van de franchise is om aan te sluiten bij de AOW-uitkering op 65-jarige leeftijd. Om dit doel te bereiken wordt de kostwinnersfranchise niet geschikt geacht. De AOW-uitkering is gedifferentieerd naar leefvorm (gehuwd/samenwonend of alleenwonend) en sluit daarom veelal, zoals ook in deze gevallen, niet aan bij de gehanteerde kostwinnersfranchise. De werkneemsters zijn hierdoor niet in staat een adequaat pensioen op te bouwen van 70% van hun laatstgenoten of gemiddelde inkomen. De Commissie beveelt de pensioenfondsen aan om een pensioenvoorziening te treffen overeenkomstig de maatschappelijke norm voor een goed pensioen. Vanwege de lastige aansluiting van het pensioen- en AOW systeem worden de wetgever en sociale partners aanbevolen tot een afstemming te komen zodat geen sprake is van verboden onderscheid op grond van geslacht. De volledige oordelen (2004-30 tot en met 2004-35) zijn te vinden op de website van de CGB, www.cgb.nl