Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aanvullende maatregelen terrorisme

31 maart 2004

Er komt een alerteringssysteem om overheidsinstanties, bedrijven en burgers te informeren over toegenomen risico voor terroristische aanslagen. Verder worden 'soft-targets' (stations e.d.) in kaart gebracht en wordt er extra capaciteit vrijgemaakt om personen die internationaal aangemerkt zijn als potentiële terroristen intensiever op te sporen, te volgen en te verstoren. Dit zijn enkele maatregelen die het kabinet heeft genomen na de aanslag in Madrid, als aanvulling op het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid. Dit schrijven minister Donner van Justitie en minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
---

Sinds 11 september 2001 heeft het kabinet gewerkt aan het voorkomen van terrorisme in Nederland. Er is fors geïnvesteerd in de capaciteit van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en er is veel wetgeving ontwikkeld om terreuraanslagen te voorkomen en terroristen te kunnen vervolgen. Het werven voor de jihad wordt strafbaar gesteld, (activiteiten van) terroristische organisaties kunnen worden verboden en er is een wetsvoorstel in voorbereiding om AIVD-informatie te kunnen gebruiken in strafzaken. Tevens is het stelsel van bewaken en beveiligen herzien, waardoor bij concrete dreigingen adequate maatregelen genomen kunnen worden. Tientallen maatregelen, vastgelegd in het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid, zijn inmiddels geïmplementeerd.

De aanslagen in Madrid heeft de vraag opgeroepen of er aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Het valt niet uit te sluiten dat, net als in Spanje, terreurorganisaties Nederland kiezen als doel voor aanslagen. Direct na de aanslagen in Madrid zijn er enkele maatregelen genomen. De ambassade van Spanje is beveiligd en vervoersmaatschappijen en beheerders van vervoersinfrastructuren zijn door de overheid gealerteerd. De AIVD en de unit terrorisme van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) zijn naar Madrid gereisd voor het uitwisselen van concrete informatie. Een relatie tussen de aanslag in Madrid en Nederland wordt immers niet uitgesloten, al zijn daarvoor nog geen indicaties. De betreffende diensten, waar onder ook het openbaar ministerie, zijn gevraagd alle informatie waarover zij beschikken na te lopen op mogelijke connecties met terroristische activiteiten.

Tevens worden er enkele meer structurele maatregelen genomen gericht op het verhogen van het bewustzijn, het intensiveren van de informatie-uitwisseling en het verstoren/tegengaan van terroristische activiteiten. Er wordt door middel van prioriteitstelling, samenwerking en uitbreiding binnen de AIVD en opsporingsdiensten extra capaciteit vrijgesteld om personen en organisaties 'in het oog te houden' die in internationaal verband kunnen worden aangemerkt als (potentiële) terroristen. De activiteiten van deze personen worden verhinderd en in het geval er daadwerkelijk sprake is van voorbereidende handelingen uiteraard aangehouden.

Inmiddels is in Europees verband een veiligheidscoördinator aangesteld die de informatie-uitwisseling tussen de verschillende diensten moet stimuleren. Het betreft het uitwisselen van persoonlijke informatie zoals vingerafdrukken, DNA en Visa gegevens. Tevens heeft de Nederlandse overheid aangedrongen op een toegankelijk systeem van gestolen en verloren paspoorten met koppelingen aan de bestanden van internationale opsporingsdiensten.

Verder is er in Nederland een alerteringssysteem in ontwikkeling. Dit systeem moet aan de hand van herkenbare coderingen overheidsinstanties, bedrijven en burgers op uiterst korte termijn kunnen informeren over mate van een toegenomen kans op aanslagen. Afhankelijk van het afgekondigde alerteringsniveau weten de betrokkenen welke staat van alertheid is geboden. Dit systeem verhoogt de waakzaamheid en biedt de mogelijkheid om in korte tijd treffende maatregelen te nemen. In het verlengde hiervan zal de overheid ook burgers zo nodig bewust maken van de toegenomen risico's en hen inschakelen bij het voorkomen van aanslagen. Zo kan het publiek bijvoorbeeld worden aangespoord om opvallende zaken door te geven aan de politie. Verder gaat het kabinet zogenoemde 'soft-targets' in kaart brengen, inclusief de te nemen maatregelen in een situatie van dreiging. Het gaat hier om potentiële doelen die vanwege hun karakter (mensenmassa, effect op de samenleving) een verhoogd risico kunnen vormen.

Het kabinet kan geen garanties geven dat Nederland gevrijwaard blijft van terroristische aanslagen. Wel geeft het kabinet aan dat de overheid continue alert is en zich inzet de kans op een aanslag zo gering mogelijk te maken.