Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
AAM/ASAM/04/18196

Onderwerp Datum
Evaluatie "Asielzoekers en Werk" 5 april 2004

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, het evaluatierapport "Asielzoekers en Werk". Het rapport is door Regioplan opgesteld op basis van onderzoek gedaan in 2003.

Aanleiding:
In 1998 is de mogelijkheid voor arbeid voor asielzoekers ingevoerd. Deze mogelijkheid was in eerste instantie beperkt tot "werkzaamheden die naar hun aard kortdurende zijn", d.w.z. seizoensarbeid, voor maximaal 12 weken per 52 weken, voor centraal opgevangen asielzoekers in procedure.
Op 1 juni 2002 zijn de arbeidsmogelijkheden van asielzoekers uitgebreid. Vanaf de uitbreiding mogen asielzoekers gedurende die periode alle werkzaamheden verrichten

De uitbreiding gaf tevens mogelijkheden voor werk voor decentraal opgevangen asielzoekers en alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama's) in het bezit van een AMA-vergunning, die niet onder de oude regeling vielen. Voor het tewerkstellen van asielzoekers moet de werkgever een tewerkstellingsvergunning (twv) aanvragen bij het CWI. De aanvraag wordt niet getoetst op wervingsinspanningen of de aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod, wel op andere voorwaarden voor een tewerkstellingsvergunning, zoals marktconforme beloning.

Bij de parlementaire behandeling van het voorstel tot uitbreiding van de arbeidsmogelijkheid is een motie van het lid Santi aangenomen. In de motie wordt de Minister van SZW verzocht de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers spoedig te evalueren en zodanige wijzing van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) voor te bereiden dat de maximale duur van het verrichten van arbeid door asielzoekers en houders van een vergunning tot voorlopig verblijf voor minderjarige asielzoekers (vtv-ama) wordt uitgebreid met inachtneming van de referte-eis binnen de WW.

2

Regioplan heeft onderzoek gedaan naar de vraag in hoeverre en op welke wijze asielzoekers gebruik maken van de geboden arbeidsmogelijkheden (voor en na de uitbreiding daarvan in juni 2002), hoe ze aan werk komen en hoe ze de (uitgebreide) arbeidsmogelijkheden ervaren.

Onderzoek Regioplan
Allereerst geeft Regioplan aan dat het aantal asielzoekers dat van de regeling geruik maakt om tijdelijk werken, beperkt is. Het aantal asielzoekers in de arbeidsproductieve leeftijd van 18 tot en met 64 jaar dat in de afgelopen jaren heeft gewerkt op basis van een tewerkstellingsvergunning schommelt tussen 6 en 13 percent van het totale aantal in de opvang.

In het door Regioplan uitgevoerde onderzoek worden de volgende knelpunten bij het vinden van werk:
Ruim 71% van de geïnterviewde asielzoekers geeft aan dat het moeilijk is om werk te vinden. De redenen die Regioplan geeft zijn:

- De asielzoekers blijven aangewezen op seizoensarbeid, hetgeen verband houdt met de beperkte periode dat zij mogen werken;

- Het CWI bemiddelt niet voor asielzoekers en evenmin zijn uitzendbureaus geïnteresseerd in asielzoekers door hun beperkte beschikbaarheid en de administratieve lasten rond de tewerkstellingsvergunning.

- De twv vormt voor veel werkgevers een belemmering om asielzoekers in dienst te willen nemen. Bovendien zijn werkgevers niet altijd goed op de hoogte van de regels met betrekking tot werken met asielzoekers.

- Asielzoekers zijn onbekend met de Nederlandse gang van zaken met betrekking tot het vinden van werk. Bovendien vormt de taalbarrière een belemmering in het (eerste) contact met de werkgever.

De volgende knelpunten worden gegeven:

- De 12 wekenregeling maakt het vinden van werk waarvoor enige opleiding nodig is niet haalbaar.

- De aanvraagprocedure die vooraf gaat aan de twaalf weken werken is ingewikkeld en langdurig (gemiddeld 7 weken).

- De hoogte van de afdracht van een deel van de inkomsten maakt de opbrengst van de werkzaamheden voor asielzoekers beperkt.

- Ama's die niet door het COA worden opgevangen, maar decentraal (de NIDOS-ama's) kunnen geen COA-verklaring aanvragen.

Ter oplossing geeft Regioplan de volgende verbeterpunten:

- De 12-wekenperiode zou uitgebreid moeten worden, of als dat niet mogelijk is, flexibeler worden ingezet;

- De aanvraagprocedure voor zowel de COA-verklaring als de twv voor de werkgever zou onder de verantwoordelijkheid van één instelling moeten worden gebracht;
- De hoogte van de afdracht voor levensonderhoud zou vastgesteld moeten worden als een percentage van het verdiende inkomen

- De werving en selectie van asielzoekers kan worden verbeterd. Op dit moment heeft geen enkele instantie de wettelijke taak om bemiddeling van asielzoekers uit te voeren.


---


- Het zo snel mogelijk regelen van een Verklaring van de Minister van Justitie voor ama's die gehuisvest worden door het NIDOS.

Reactie Kabinet
Door middel van de brief van 21 november 2003 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie u de "Terugkeernota, maatregelen voor een effectievere uitvoering van het terugkeerbeleid" doen toekomen. In die notitie zijn nieuwe vormen van asielopvang geïntroduceerd. De nieuwe structuur houdt het volgende in. De opvanglocaties worden opgesplitst in twee soorten locaties voor twee verschillende categorieën asielzoekers. Asielzoekers worden eerst in oriëntatielocaties geplaatst in afwachting op de beslissing op de asielaanvraag. In principe krijgen zij binnen gemiddeld 6 maanden te horen of zij mogen blijven of dat zij het land moeten verlaten. Asielzoekers worden overgeplaatst naar een van de terugkeerlocaties na een afwijzende beschikking van de IND. Van deze verdeling van de opvang in twee categorieën wordt een aantal effecten verwacht. Door de overplaatsing vanuit een oriëntatielocatie naar een terugkeerlocatie wordt een sterk signaal afgegeven aan de asielzoeker dat de overheid heeft beslist dat hij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning en naar alle waarschijnlijkheid Nederland dus moet verlaten. In de locaties wordt het aanbod van voorzieningen aangepast aan de fase van de asielprocedure, waardoor een helder onderscheid gemaakt kan worden tussen op Nederland gerichte voorzieningen en op voorzieningen die gericht zijn op een toekomst in het eigen land. In de terugkeerlocaties kunnen gespecialiseerde teams werken aan het bevorderen van de zelfstandige terugkeer en aan het verkrijgen van de juiste identiteits- en nationaliteitsgegevens.

De doelgroep van de nieuwe vormen van opvang zijn uiteindelijk alle asielzoekers (onder zowel de Vw2000 als de oude vreemdelingenwet) die in de centrale opvang van het COA verblijven. Gestart zal echter worden met het onderbrengen van de instroom in oriëntatielocaties. Locaties die aangewezen worden als oriëntatielocatie kennen bij aanvang nog een gemengde populatie. De asielzoekers in de oriëntatielocaties en in de bestaande asielzoekerscentra (AZC`s) die een eerste afwijzende beschikking van de IND ontvangen, worden vervolgens overgeplaatst naar de terugkeerlocaties. Deze terugkeerlocatie zullen geen asielzoekers in de opvang hebben die nog in afwachting zijn van de eerste beslissing op hun asielaanvraag.

Gelet op de ingrijpende consequenties voor de organisatie van de opvang van asielzoekers is reeds een project gestart ter uitwerking van de nieuwe vormen van opvang. In dat verband wordt bezien welke materiële en immateriële verstrekkingen in de oriëntatie- en terugkeerlocaties zullen worden geboden. Daarbij zal tevens de vraag worden betrokken in hoeverre de huidige arbeidsmogelijkheden en de voorwaarden waaronder arbeid kan worden verricht, zich verhouden tot de doelstelling van het vernieuwde opvangmodel voor asielzoekers. Uiteraard zal daarbij het bepaalde in de richtlijn minimumnormen opvang asielzoekers worden betrokken.1

Het ligt gezien deze ontwikkelingen niet voor de hand om de regeling tot die tijd (ingrijpend) te wijzigen.


1 Het betreft richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27-1-2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten.

4

M.b.t. de concrete verbeterpunten in het evaluatierapport heb ik de volgende commentaren:

De 12-weken grens
De regeling voor arbeid voor asielzoekers is een uitzondering op de hoofdregel dat alleen vreemdelingen met een verblijfsvergunning in Nederland mogen werken. Asielzoekers die in procedure zijn verblijven rechtmatig in Nederland, maar zijn niet in het bezit van een verblijfsvergunning. Mijn ambtsvoorganger heeft destijds bij invoering van de beperkte mogelijkheid voor werken voor asielzoekers het niet wenselijk geacht dat deze vreemdelingen recht op WW-uitkering kunnen krijgen. De grens van 12 weken in de 52 weken werd gesteld vanuit deze overweging. De sector die de laagste referte-eis kent waarmee recht op WW-uitkering wordt opgebouwd is hierbij richtinggevend. Hierin is niets veranderd sinds de invoering van de mogelijkheid van kortdurige arbeid voor asielzoekers.
Op dit moment zie ik geen reden om de 12 weken-termijn te versoepelen, de argumenten hiertegen zijn dezelfde als bij de invoering van de regeling. Ik acht het niet wenselijk dat een asielzoeker die nog in procedure is WW-rechten opbouwt.

De Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen (REBA-regeling) Asielzoekers dienen op grond van de Reba-regeling een bijdrage te leveren in de kosten van opvang van zichzelf en de eventuele gezinsleden. De regeling is van kracht sinds invoering van de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers in 1998. De bijdrage is op hoofdlijnen afgeleid van het bedrag van de vrijlating van inkomsten uit arbeid voor niet-sollicitatieplichtigen die een bijstandsuitkering ontvangen, op grond van de toen geldende Algemene bijstandswet. Vanwege de getrokken parallel met de inhoudingsregeling voor bijstandsgerechtigden hecht ik aan een voortzetting van de toepassing van de huidige Reba-regeling. Wel zal door de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie worden nagegaan of de REBA-regeling nog dient te worden aangepast aan de WWB die per 1 januari in werking is getreden.

Bemiddeling van asielzoekers
Het CWI mag op grond van de Wet Structuur Werk en Inkomen (SUWI) alleen vreemdelingen bemiddelen die vrij op de arbeidsmarkt zijn. Dit is niet aan de orde voor een asielzoeker, voor wie immers de werkgever een tewerkstellingsvergunning moet aanvragen.
Het COA heeft evenmin een wettelijke taak op het terrein van de arbeidsbemiddeling. Een dergelijke taak achten wij overigens ook niet wenselijk.

Aanvraagprocedure voor twv's en voor COA-verklaring
Door middel van mijn brief aan uw Kamer van 12 november jl. heb ik u bericht dat in overleg tussen de ministeries van SZW en Justitie en CWI, IND en COA de proceduretijd voor de afgifte van tewerkstellingsvergunningen is teruggebracht tot circa 5 weken.

Verklaring tbv AMA's
De huidige arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers gelden voor centraal en decentraal opgevangen asielzoekers en voor alleenstaande minderjarige asielzoekers aan wie een vergunning voor bepaalde tijd regulier onder de beperking toegelaten als AMA of voortgezet verblijf. Tot deze categorie behoren tevens AMA's in asielprocedure of met een vergunning die onder

5

verantwoordelijkheid van de voogdij-instelling Nidos worden opgevangen. De IND zal ten behoeve van deze categorie de noodzakelijke verklaring van de Minister van Justitie verstrekken die nodig is voor de afgifte van de tewerkstellingsvergunning. Daartoe zullen werkafspraken tussen IND en Nidos worden gemaakt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)