Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Gezamenlijk persbericht van het ministerie van LNV, het Productschap Vis, de Federatie van Visserijverenigingen en de Nederlandse Vissersbond

Minister Veerman en sector leggen intenties vast voor duurzame kottervisserij

6 april 2004 -
Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de afgelopen tijd intensief overleg gevoerd met de visserijsector over de toekomst van de kottervisserij. Dat heeft geresulteerd in een intentieverklaring waarin overheid en bedrijfsleven aangeven samen te willen werken aan de noodzakelijke overgang naar een economisch en maatschappelijk verantwoorde visserij. De sector zal meer nog dan voorheen verantwoordelijkheid nemen voor het naleven van de regelgeving, door normen en waarden uit te dragen en elkaar daar onderling op aan te spreken en te corrigeren. De verklaring is ondertekend door de minister, de voorzitter van het Productschap Vis en vertegenwoordigers van de Federatie van Visserijverenigingen en de Nederlandse Vissersbond.

In de intentieverklaring zegt minister Veerman zich in nationaal en internationaal verband in te willen zetten voor een duurzaam perspectief voor de kottersector. Ook wil hij de participatie van stakeholders bij de totstandkoming van het visserijbeleid vergroten en het debat daarover tussen sector, biologen en andere betrokkenen stimuleren. Zijn inzet is ook gericht op het bevorderen van een gelijkwaardig niveau van controle binnen de EU.

De sector heeft haar bereidheid uitgesproken om een constructieve dialoog aan te gaan met de wetenschappelijk wereld en de maatschappelijke organisaties over de ontwikkeling van een duurzame kottersector. De sector zal een actieve bijdrage leveren aan het verzamelen van gegevens ten behoeve van de wetenschappelijke advisering. Ook heeft zij verklaard in het kader van co-management haar verantwoordelijkheid te willen uitbreiden om daarmee de naleving van wettelijke voorschriften te versterken. Het gaat daarbij onder meer om de aanpak van overtredingen ten aanzien van het motorvermogen en het gebruik van netten met te kleine mazen. Werkgroepen zullen dit laatste de komende maanden uitwerken.