Provincie Utrecht

Persbericht

Bestemmingsplan baggerberging Amersfoort

6-4-2004
De provincie Utrecht blijft op het standpunt staan dat de feitelijke baggerstortlocatie Zevenhuizen in Amersfoort ingericht moet worden voor maximaal 3 miljoen kuub op ca. 33 hectare. Toch moet het bestemmingsplan om de stortlocatie planologisch mogelijk te maken voldoen aan de aanwijzing die gedeputeerde staten in augustus 2002 aan het gemeentebestuur in Amersfoort gaven. Daarom wordt nu het bestemmingsplan op hoofdlijnen goedgekeurd, maar krijgen twee zinsneden uit het bestemmingsplan geen goedkeuring.

Het gaat om passages waarin verwezen wordt naar de maximale gezamenlijke oppervlakte van de stortlocatie van 33 hectare en naar een verwijzing naar een conceptovereenkomst tussen GS en B&W van Amersfoort over de inspanningen voor alternatieve oplossingen. De eerste zinsnede is in strijd met het aanwijzingsbesluit en de tweede zinsnede is juridisch onjuist en ondoelmatig.

Lange voorgeschiedenis

Op grond van een baggerbergingsplan en een milieu-effectrapportage koos het provinciebestuur van Utrecht er in 1997 voor om het gebied Zevenhuizen te gaan ontwikkelen voor baggerstort. Daarvoor is een partiele herziening van het streekplan tot stand gekomen, waarin een concrete begrenzing van 92 is aangewezen voor baggerstortactiviteiten. De Raad van State heeft de bedenkingen daartegen ongegrond verklaard. De volgende stap betrof het planologisch mogelijk maken van de realisering van een baggerdepot. Tegen het depot is veel weerstand en maatschappelijke onrust. De betrokken overheden hebben daarvoor begrip getoond, maar zagen zich ook genoodzaakt een oplossing voor de problematiek van de baggerberging te zoeken.
In nauw overleg tussen gedeputeerde staten en B&W van Amersfoort is vorig jaar besloten de juridische trein voor het baggerdepot van 92 hectare door te laten lopen, maar daarnaast twee andere activiteiten te ontplooien. In de eerste plaats wordt voortvarend gezocht naar alternatieve oplossingen voor de totale provinciale taakstelling van 7 miljoen m3 te bergen verontreinigde baggerspecie. In de tweede plaats is de afspraak gemaakt dat op de locatie Zevenhuizen maximaal 3 miljoen m3 materiaal (2miljoen baggerspecie en 1 miljoen zandscheiding) wordt gestort. De werkelijke stortlocatie binnen het terrein van 92 hectare kan daarmee beperkt worden tot circa 33 hectare. Voor het zoektraject naar alternatieve oplossingen is een landelijk traject onder de noemer Depot-plus gestart. De provincie Utrecht is de trekker van dit traject. Gedeputeerde Binnekamp verwacht voor de zomer de eerste resultaten bekend te kunnen maken.
Met betrekking tot de omvang, vormgeving, begrenzing en inrichting van de te ontwikkelen baggerstortlocatie is tussen de drie betrokken partijen: B&W van Amersfoort, GS Utrecht en Smink Beheer BV een overeenkomst opgesteld.

"Uiterste zorgvuldigheid"
Gedeputeerde Binnekamp (VVD): "Het is voor veel mensen lastig te begrijpen dat we doorgaan op de juridisch-planologische weg die gebaseerd is op een locatie van 92 hectare, terwijl we binnen die 92 hectare waarschijnlijk slechts 33 hectare nodig zullen hebben voor de echte baggerstort. Maar we kunnen nu nog niet voorzien hoeveel ruimte er nodig is voor bijkomende voorzieningen en activiteiten. En wie weet hoeveel tijd planologische en juridische trajecten vergen, en hoe belangrijk het is dat we deze trajecten zorgvuldig doorlopen, kan begrijpen dat we het ene doen (afspraken maken over maximaal 3 miljoen kuub en circa 33 hectare) en het ander niet nalaten (in gang gezette bestemmingsplanprocedures rond de totale 92 hectare doorzetten). Bovendien zijn we ook nog bezig op het spoor van het zoeken naar alternatieven. De overheid moet hierbij uiterste zorgvuldigheid en een zo groot mogelijke transparantie betrachten. Mijn taak is dat te bevorderen en daar op toe te zien."

Meer informatie: Marjolein Copier, telefoon 030 258 2460 of Marjolein.Copier@provincie-utrecht.nl