Partij van de Arbeid


06-04-2004


Cannabis Debat


Open de Achterdeur


Manifest


voor


normalisering van de softdrugsmarkt


april 2004


Open de Achterdeur


Succesvol gedogen


Dertig jaar geleden begon Nederland met het decriminaliseren van
drugsgebruik. Verkoop van cannabis wordt sindsdien officieel
getolereerd via coffeeshops. Na drie decennia mag dit experiment,
gericht op volstrekte scheiding van softdrugs en harddrugs, succesvol
worden genoemd. Het drugsgebruik is stabiel en het Nederlands
cannabisgebruik ligt lager dan in het buitenland. Coffeeshops verkopen
hun producten aan volwassen klanten, jeugdigen worden geweerd en de
softdrugsmarkt is effectief afgeschermd van de illegale handel in
harddrugs. De overheid treedt op tegen overlast, zodat eventuele
criminele neveneffecten door strikte handhaving in de kiem gesmoord
kunnen worden. Toch is er kritiek op het Nederlandse beleid.
Principiële tegenstanders menen dat de overheid geen verkoop moet
toestaan van genotsmiddelen die schadelijk kunnen zijn voor de
volksgezondheid. De belangrijkste kritiek richt zich echter op de
overlast die de clandestiene, maar massale teelt van nederwiet
veroorzaakt in woonwijken.


Tijd voor een keuze


Wij menen dat het na dertig jaar gedoogbeleid tijd wordt de balans op
te maken. Het huidige beleid, hoe goed bedoeld ook, bijt in de eigen
staart. Het gedogen van een genotmiddel waarvan de productie verboden
blijft zorgt voor grote criminele winsten. De georganiseerde misdaad
houdt greep op deze omvangrijke markt, want veel coffeeshophouders
doen noodgedwongen zaken met criminelen om aan hun verkoopwaar te
komen. De overheid weet dat deze achterdeur bestaat, maar sluit
hiervoor de ogen. Als lokale bestuurders worden wij geconfronteerd met
de schadelijke gevolgen van het huidige gedoogbeleid. Het beperken van
de oogluikend toegestane hennepteelt tot vier plantjes en het
maximaliseren van een handelsvoorraad (maximaal 500 gram) brengen de
veiligheid en leefbaarheid in gevaar. Deze beperking zorgt in de
lokale praktijk dat we te maken hebben met volkswijken waar
wietplantages grote overlast veroorzaken: drugsbaronnen maken elkaar
het leven zuur, de volksgezondheid loopt risicos door vervuilde wiet
en hele generaties groeien op met de overtuiging dat de wet
onderduiken en veel geld verdienen beter is dan eerlijk werken. Aan de
grootschalige illegale toelevering van hasj en wiet wordt veel
verdiend.


Deze negatieve gevolgen van het gedoogbeleid stellen ons voor de keuze
tussen geheel verbieden of zorgvuldig reguleren. Een algeheel verbod
maakt honderdduizenden Nederlanders die nu wiet gebruiken onnodig- tot
criminelen. Daarnaast toont onderzoek aan dat een repressief beleid
geen aantoonbaar terugdringend effect heeft, maar wel een schadelijke
spanning oplevert tussen formeel beleid en ontbrekende uitvoering.
Lokale overheden hebben elke dag met de gevolgen van dit beleid te
maken. Plaatselijke uitvoerders stellen eigen prioriteiten door gebrek
aan geld en capaciteit. Wij pleiten daarom voor een pragmatische
benadering, die de achterdeur opent en zal leiden tot het normaliseren
van een product dat door zeer velen zonder noemenswaardige problemen
wordt gebruikt. Een goed voorbereide normalisering is daarom de
verstandigste keuze.


Productie


De meeste vooruitgang in het gedoogbeleid is te behalen aan de
productiekant. Op dit moment is de teelt van meer dan vier wietplanten
nog altijd illegaal. Dit is voor criminelen lucratief. Mensen worden
onder druk gezet om hennep tuintjes in hun woning toe te staan. Het
kweken van wiet in woningen levert veel overlast en
(veiligheids)problemen op: vocht en warmte tasten de kwaliteit van
gebouwen aan, het illegaal aftappen van stroom zorgt voor brandgevaar
en leidt tot inkomstenderving bij het energiebedrijf. Illegaal
gekweekte wiet kan zijn vervuild met allerlei chemicaliën, zoals
landbouwgif en groeistimulanten. Daarnaast is er geen toezicht op het
werkzame THC-gehalte van de wiet, wat uit medisch oogpunt onwenselijk
is. Door het illegale karakter van de teelt heeft de overheid daar
totaal geen invloed op. De illegale hennepteelt is de onvermijdelijke
consequentie van een halfslachtig gedoogbeleid. Het oplossen van de
problemen van risicos kan alleen met een realistische aanpak.


Coffeeshops


De verkoop van softdrugs via coffeeshops kan op enkele punten nog
worden verbeterd. De nu toegestane handelsvoorraad voor coffeeshops
van maximaal 500 gram blijkt in de praktijk niet werkbaar. Consumenten
verlangen een verscheidenheid in variaties, zodat een detaillist een
voorraad moet aanhouden van acht of meer soorten wiet. Dus is men per
soort snel uitverkocht, waardoor men tussentijds vanuit illegale
opslagplaatsen moet aanvullen. Coffeeshopmedewerkers lopen hierbij
extra veiligheidsrisicos, zoals de kans op een overval. Het is een
paradoxale situatie dat een coffeeshopeigenaar die een product
verkoopt dat legaal te krijgen en te gebruiken is, tot gevangenisstraf
kan worden veroordeeld en zijn zaak kan kwijtraken als hij meer dan
500 gram van dat betrekkelijk onschuldige product in voorraad heeft.


Voorlichting


Er zijn geen aanwijzingen dat normalisering van de achterdeur-situatie
op de hier voorgestelde wijze zal leiden tot een sterke toename in de
consumptie van cannabis. Overmatige consumptie van wiet kan, net als
bij alcohol, schadelijk zijn. Dat vraagt om voorlichting en in sommige
gevallen behandeling: hiermee is voldoende ervaring opgedaan. Jongeren
zullen nog altijd niet zelf wiet kunnen kopen in de coffeeshop. De
illegale verkoopkanalen die nu zonder aanzien des persoons verkopen
verdwijnen van de markt wanneer er een legaal aanbod is van
gegarandeerde kwaliteit tegen een marktconforme prijs. De overheid
dient het gebruik van genotsmiddelen als nederwiet niet aan te
moedigen: door gerichte voorlichting en een stelsel van kwaliteitszorg
binnen de sector kan misbruik worden tegengegaan.


Wij willen daarom de Tweede Kamer verzoeken om naast ruimte te
scheppen voor lokale experimenten, ook de discussie opnieuw aan te
gaan met andere landen. Dit laatste verzoek is conform de motie
Nicolai uit 2002, die pleitte voor het bespreken van het drugsbeleid
met andere landen. De laatste internationale conferentie heeft immers
plaatsgevonden in december 2001. Ook willen wij de Tweede Kamer erop
wijzen om opnieuw bij de minister aan te dringen op het uitvoeren van
de motie Apostolou en ook de motie Nicolai, beiden uit 2002.


Transparante markt


Een transparante kweek en distributie van wiet maakt het mogelijk een
stelsel van kwaliteitstoezicht in te voeren. Dit biedt de beste
condities om criminele invloeden te weren en gezondheidsrisicos te
minimaliseren. Wij stellen daarom voor dat lokale overheden de ruimte
krijgen om desgewenst arrangementen te treffen voor de aanvoer van
cannabis op transparante en gereguleerde wijze. Er zijn blauwdrukken
beschikbaar voor een gesloten systeem van gecertificeerde teelt en
distributie met complete administratie van herkomst, opbrengst en
voorraadbeheer. De teelt van wiet voor medische doeleinden laat zien
dat een productie mogelijk is waarbij iedere gram kan worden
verantwoord. Hierdoor blijft de consument gevrijwaard van schadelijke
stoffen als landbouwgif en groeistimulanten. Ook kan een onwenselijk
hoog THC-gehalte van de wiet worden voorkomen.


Buitenland


Een regulering van de productie van cannabis voor binnenlandse
consumptie zou eventueel gevolgen kunnen hebben voor de ons omringende
landen. Uit de bij het Centrum voor drugsonderzoek (CEDRO) bekende
gegevens valt af te leiden dat momenteel een groot deel van de
Nederlandse cannabisproductie voor de export is bestemd. Regulering
van teelt binnen een gesloten systeem zal hierop vermoedelijk
nauwelijks van invloed zijn. Het exporteren blijft immers illegaal,
dus er zal in principe geen onder toezicht geteelde wiet naar het
buitenland verdwijnen. Het bedrijfsmatig telen van wiet buiten het
toezichtregime wordt onverminderd (en wellicht zelfs gerichter)
vervolgd, dus het is denkbaar dat de teelt voor export zelfs meer
onder druk komt te staan. De wetgeving in landen waarnaar men
exporteert wordt door het Nederlandse beleid niet beïnvloed. Een
substantiële toename van drugstoerisme is evenmin te verwachten. Ook
nu al kan in de gedoogde coffeeshops worden gekocht, maar veruit de
meeste consumenten in andere landen geven de voorkeur aan illegaal in
eigen land verkregen cannabis boven het steeds weer afreizen naar
Nederland om daar wiet te consumeren. Het cannabistoerisme in met name
de grensstreken zal naar verwachting op betrekkelijk kleine schaal
blijven voortbestaan, tenzij een specifiek op terugdringen gericht
beleid wordt ontwikkeld.


Problemen oplossen


Alles overziend concluderen wij dat verdere criminalisering geen
oplossing biedt. We bepleiten daarom een pragmatische benadering die
het mogelijk maakt een stelsel van kwaliteitstoezicht in te voeren.
Een zorgvuldig voorbereide normalisering geeft de beste kansen om de
volksgezondheid te beschermen en criminaliteit uit te drijven. We
roepen daarom de Tweede Kamer op om ruimte te scheppen voor lokale
experimenten en daarmee te komen tot een voltooiing van het
Nederlandse softdrugsbeleid. Ook de achterdeur moet open!


PK