Ministerie van Defensie




---

Brieven aan de Kamer
---

Uitstel eindoverleg groot pantserwielvoertuig Boxer

8-4-2004 11:59:00

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste kamercommissie voor Defensie van 15 maart jl. (uw kenmerk 24-def-2004) informeer ik u hierbij over de laatste stand van zaken van het deelproject groot pantserwielvoertuig Boxer.

In mijn brief van 11 maart jl. (Kamerstuk 26 396,nr. 24) heb ik gemeld dat met de Artec-partners was overeengekomen dat zij op 16 maart 2004 met een gezamenlijk schriftelijk voorstel zouden komen over de voortzetting van het Boxer-project. Dit voorstel moest onder andere de verdeling van het werkpakket en de daaraan verbonden verantwoordelijkheden en garanties adresseren. Tevens moest Artec op 19 maart 2004 een opgave voor de aan het uittreden van het Verenigd Koninkrijk gerelateerde kosten en een bijgewerkte projectplanning aanleveren. Het overleg tussen de Artec-partners over deze onderwerpen heeft langer geduurd dan was voorzien waardoor genoemde deadlines niet zijn gehaald.

Op 29 maart jl. is de industrie schriftelijk een laatste kans geboden om tot overeenstemming te komen. Er is uitstel verleend tot 8 april 2004 om met het gevraagde schriftelijke voorstel te komen. Het geplande eindoverleg van 2 april tussen Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Occar en de Artec-partners heeft daarom niet plaatsgehad.

Inmiddels heeft de industrie gemeld dat er tussen de Artec-partners een principe overeenkomst is over de uittreding van de Britse partner Alvis en de verdeling van de resterende werkzaamheden in de ontwikkelingsfase. Ik verwacht dit voorstel vandaag te ontvangen. Op basis van gesprekken die zowel van Duitse als van Nederlandse overheidszijde met de industrie zijn gehouden, wordt verwacht dat dit voorstel voldoende basis biedt om de voortzetting van de ontwikkelingsfase mogelijk te maken. Het betreft echter een zeer complex geheel aan afspraken die nog in detail moeten worden uitonderhandeld. Voor een zorgvuldige afweging en coördinatie met Duitsland is enige tijd benodigd. Voorzien wordt dat er eind september van dit jaar een aangepast contract gereed is voor de binationale voortzetting van de ontwikkelingsfase. Het Nederlandse uitgangspunt is dat dit niet mag leiden tot meerkosten voor de ontwikkelingsfase of tot vertraging daarvan.

Ik ben voornemens om parallel aan het hiervoor geschetste Boxer-traject een uitgebreide marktinventarisatie naar thans beschikbare alternatieven uit te voeren in samenhang met de eisen die daaraan worden gesteld. Dit wordt mede ingegeven door het feit dat de industrie nu niet is staat is prijsgaranties te bieden voor de eventuele serieproductie van de Boxer. Dit biedt de mogelijkheid om een zorgvuldige keuze te maken tussen de Boxer en eventuele beschikbare alternatieven.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Nieuws