Socialistische Partij

Bureaucratiebrigade in de Jeugdzorg


05-04-2004 * Deze wet maakt de indruk alsof Haagse beleidsmakers een kilo aardappels in een pondzak willen stoppen', aldus Tineke Slager vandaag in haar Maidenspeech in de Eerste Kamer, tijdens de behandeling van de wet op de Jeugdzorg. Deze wet introduceert het recht op jeugdzorg voor iedere jongere en zijn ouders of verzorgers. De toegang tot de jeugdzorg wordt geregeld via eén loket, het bureau Jeugdzorg, waarin de jeugd geestelijke gezondheidszorg, de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en het Meldpunt Kindermishandeling zijn opgenomen.

Tineke Slagter Veel kritiek was er volgens Slagter op de bureaucratie die deze wet met zich meebrengt. Slagter: 'Een goed ding is dat nu de wachtlijsten in de jeugdzorg inzichtelijker zullen worden, maar door een tekort aan geld en aan werkers zal er niet wezenlijk iets veranderen aan de positie van jongeren met problemen. Veel bezwaren had de Kamer ook tegen het feit dat de geldstromen vanuit rijk, justitie en volksgezondheid, en zorgverzekeraars niet geïntegreerd zijn.' De SP vroeg speciaal aandacht voor de situatie van kinderen van illegalen, die in deze wet een slechtere positie hebben dan Nederlandse kinderen, en hekelde het feit dat minister Donner en staatssecretaris Ross-Van Dorp kinderen in crisissituaties in een justitiële jeugdinrichtingen plaatsen, samen met criminele jongeren, omdat er een groot tekort aan behandelplaatsen is.

In antwoord op de kritiek zegden de bewindslieden de instelling toe van een bureaucratiebrigade, die knelpunten zal inventariseren en oplossingen zal aandragen - een idee dat eerder door de SP werd voorgesteld. Ook wordt onderzoek gedaan naar de financieringsstromen, worden gemeenten ondersteund bij het opzetten van voorzieningen en krijgen bureaus Jeugdzorg meer ruimte om te experimenten. De minister van Justitie beloofde te komen met een plan van aanpak voor jongeren in justitiële inrichtingen. 'Deze wet is geen volgroeid kind geworden, maar een couveusekindje gebleven, dat we in de toekomst kritisch moeten blijven volgen', aldus huisarts Slagter.