CBS

Inflatie in maart gedaald naar 1,1 procent

De inflatie is in maart 2004 verder afgenomen en uitgekomen op 1,1 procent. Dit is de laagste uitkomst sinds augustus 1989. De daling van de inflatie in maart is vooral veroorzaakt door de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen, alcoholvrije dranken, kleding en schoeisel. Autobrandstoffen en tabak duwden het inflatiecijfer omhoog. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode daalde 0,1 procentpunt en komt uit op 1,2 procent.

Prijzen in maart 0,7 procent hoger dan in februari Van februari op maart 2004 zijn de prijzen gemiddeld 0,7 procent gestegen. Een prijsstijging van deze orde is normaal voor maart. Vooral kleding en schoeisel werden duurder. Dat hangt samen met de nieuwe zomerkleding die deels in februari en deels in maart in de winkels komt. Sigaretten en shag werden in maart ook duurder. Hoewel de accijns per 1 februari is verhoogd, werden in februari nog vrijwel uitsluitend rookwaren tegen oude prijzen aangeboden. In maart echter werden zowel oude als nieuwe prijzen gemeten. Ook autobrandstoffen gingen in prijs omhoog, dieselolie het sterkst. Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken daalden in maart verder in prijs. Deze maand werden onder andere vlees, zuivelproducten, verse groenten, koffie en frisdranken goedkoper. Ook artikelen voor recreatie en cultuur, waaronder foto- en videocamera's, computers, bloemen en planten werden goedkoper.

Voeding en kleding drukken inflatiecijfer
De prijsstijging van februari op maart 2004 was iets kleiner dan de prijsstijging in dezelfde periode een jaar eerder. Hierdoor is de inflatie licht afgenomen. In maart 2004 zijn de prijzen gemiddeld nog slechts 1,1 procent hoger dan een jaar geleden. De daling van de inflatie tussen februari en maart is deels veroorzaakt door voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken. Deze waren in maart gemiddeld 2,6 procent goedkoper dan een jaar geleden. De maand ervoor was dat verschil nog 1,2 procent. Ook kleding en schoeisel hebben bijgedragen aan de lagere inflatie. Deze producten waren in maart 2,3 procent goedkoper dan een jaar geleden, terwijl in februari nauwelijks prijsverschil werd gemeten met februari vorig jaar. De daling van de inflatie is daarentegen afgeremd door de hogere prijzen voor tabak en autobrandstoffen. De prijzen voor tabak lagen gemiddeld 11,9 procent hoger dan een jaar geleden, tegenover 3,3 procent in de vorige maand. Autobrandstoffen waren in maart 1,3 procent duurder dan een jaar geleden. In februari waren de brandstoffen nog 1,9 procent goedkoper.

Inflatie grotendeels bepaald door woonlasten
De inflatie in maart wordt grotendeels bepaald door de woonlasten. De woonlasten omvatten naast huur, energie, woningonderhoud en water ook lokale belastingen, zoals OZB, rioolbelasting, reinigingsrechten en zuiveringsheffing. De woonlasten bepaalden ruim 0,8 procentpunt van de inflatie. Alle andere artikelen tezamen droegen nog 0,3 procentpunt bij aan de inflatie.

Inflatie volgens Europese rekenregels ook gedaald
De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde norm is van februari op maart 2004 gedaald van 1,3 naar 1,2 procent. Eurostat, het Europese statistische bureau, raamt de inflatie in de Eurozone in maart op 1,6 procent. Dat is even hoog als in februari. In februari was binnen de Eurozone de inflatie met 0,4 procent het laagst in Finland. Ook in Nederland, Oostenrijk, Duitsland en België was de inflatie lager dan het gemiddelde van de Eurozone. In Griekenland was de inflatie het hoogst met 2,6 procent.

Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex (CPI) geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De reeks is gebaseerd op het consumptiepakket uit het jaar 2000. Afgeleide consumentenprijsindex
In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 15 lidstaten van de Europese Unie. De uitkomsten over maart voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie zullen op 16 april worden gepubliceerd door Eurostat. Meer achtergrondinformatie over de consumentenprijsindex is te vinden op: http://www.cbs.nl/nl/publicaties/artikelen/macro-economie/prijzen/index.htm

PB04-053
8 april 2004
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht