Nederlandse Hartstichting

Verminderde kans op sterfte door samenhangende vaatzorg

8-4-2004
Hartstichting pleit voor gezamenlijke aanpak risicofactoren bij vaatpatiënten

Den Haag, 6 april 2004 - De Hartstichting zet zich actief in voor een betere zorg aan vaatpatiënten. In Nederland lijden 150.000 mensen aan slagaderverkalking in buik en benen. De helft van deze groep overlijdt binnen 10 jaar. Een goede behandeling van risicofactoren zoals hoge bloeddruk en een hoog cholesterol is noodzakelijk, maar vindt helaas nog niet structureel plaats. Uit onderzoek van de Hartstichting blijkt dat de zorg voor vaatpatiënten op andere leest geschoeid moet worden. Slechte afstemming tussen de vele specialisten in het ziekenhuis leidt ertoe dat de patiënt niet de zorg krijgt die nodig is. De Nederlandse Hartstichting is ervan overtuigd dat goede afstemming in het zorgaanbod rond vaatpatiënten de kans op hersen- en hartinfarcten zal terugdringen. Donderdag 8 april organiseert zij voor pioniers in de zorg de ''expert meeting Vat op Vaatzorg'', als aftrap voor activiteiten ten behoeve van een betere vaatzorg. Vaatlijden door slagaderverkalking is de belangrijkste oorzaak van ziekte en vroegtijdig overlijden in Nederland. Slagaderverkalking is een proces dat in het hele lichaam, dus ook in het hart en de aanvoerende vaten naar de hersenen plaatsvindt. Patiënten met slagaderverkalking in buik en benen (perifeer arterieel vaatlijden) hebben een 2 tot 3 keer grotere kans om vroegtijdig te overlijden aan een hartinfarct of een beroerte dan de gemiddelde Nederlander. In Nederland leven ruim 60.000 patiënten met ''etalagebenen'' (claudicatio intermittens), een aandoening waarbij men slechts korte stukjes kan lopen als gevolg van een belemmerde bloedtoevoer in de benen. De gemiddelde leeftijd van deze patiëntengroep is 58-66 jaar. Vaatpatiënten hebben vaak meerdere risicofactoren voor slagaderverkalking die elkaar versterken, zoals een hoog cholesterol, hoge bloeddruk, overgewicht, diabetes en een ongezonde leefstijl (te weinig bewegen en roken). Er is een gebrek aan herkenning van de problematiek en de behandeling van de risicofactoren bij vaatpatiënten. Dit vraagt een geïntegreerde en goed op elkaar afgestemde aanpak die nog bijna nergens geboden wordt. Samenwerking tussen specialisten mag niet langer uitblijven. De conferentie stelt twee vaatcentra (Universitair Medisch Centrum te Utrecht en het Atrium Medisch Centrum te Heerlen) als voorbeeld voor een betere Vat op de Vaatzorg. NOOT VOOR DE REDACTIE (