Gemeente Nijmegen

Korte Nieuwstraat 6

6511 PP Nijmegen

Telefoon (024) 329 91 11

Telefax (024) 329 22 92

E-mail gemeente@nijmegen.nl


Postadres

Postbus 9105

6500 HG Nijmegen

persbericht

|DATUM NUMMER PERSBERICHT        |
|9 april 2004 C032               |
Voor de redactie:

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marij Delissen, doorkiesnummer 024-3292379, of Geert Geujen 024-3293282.

Gemeente moet miljoenen bezuinigen

- belangrijke speerpunten blijven overeind -

De gemeente gaat de komende jaren flink bezuinigen. Het college van burgemeester en wethouders verwacht aanzienlijk minder geld van het Rijk te ontvangen. Het college stelt de gemeenteraad voor komend jaar E3 miljoen te bezuinigen. Dit bedrag loopt op tot in totaal bijna E11 miljoen in 2008. Ongeveer de helft van dat bedrag wordt binnen de eigen organisatie opgebracht. Een aantal maatschappelijke instellingen en de Nijmeegse podia zullen minder subsidies krijgen. Verder wil de gemeente sommige diensten stopzetten. Door al deze maatregelen heeft zij ook op de langere termijn een gezonde financiële basis. De speerpunten van dit college zullen gespaard blijven.

Het college wil de burgers zoveel mogelijk ontzien en houdt een groot deel van de bezuinigingspijn binnenshuis. Wel stellen B en W de raad voor subsidies van enkele culturele en welzijninstellingen te korten. Het college hoopt dat de instellingen door nieuwe ontwikkelingen, lagere huisvestingskosten en een efficiëntere bedrijfsvoering deze bezuiniging zelf kunnen opvangen. Daarmee kunnen de gevolgen voor de gebruikers tot een minimum beperkt blijven.

Deze ook voor het college pijnlijke keuze maakt het wel mogelijk een groot aantal bestuurlijke speerpunten overeind te houden.

Zo blijven het jeugd- en onderwijsbeleid, de maatschappelijke opvang en verslavingszorg, integrale veiligheid en inburgering grotendeels gespaard. Voor de stad en inwoners belangrijke projecten, zoals de woningbouw in Koers West en de Waalsprong gaan ook gewoon door. De budgetten voor het minimabeleid en de gesubsidieerde arbeid blijven intact ondanks de bezuinigingen van het Rijk op deze terreinen. Het werk in de wijken en de kwaliteit van de openbare ruimte blijven voorrang hebben: een schone en veilige leefomgeving is een belangrijk speerpunt van het gemeentebestuur.

Miljoenen bezuinigen zonder dat de stad dit merkt is onmogelijk. Er wordt bespaard op de bewaking van de gratis fietsenstallingen. Enkele fietspaden en busbanen, die nog in studie zijn, zullen later of niet worden aangelegd. Ook zal er minder geld naar de GGD en schoolbegeleidingsdienst gaan. En de tarieven van parkeervergunningen voor de tweede auto gaan omhoog. De overige gemeentelijke belastingen en tarieven, waar alle huishoudens mee te maken hebben, stijgen slechts met de prijsindex. Een uitzondering geldt voor de rioolheffing, die voor de eigenaren met circa E25,- per object toeneemt.

Een groot deel van de bezuinigingen wordt gevonden in de gemeentelijke organisatie. De ambtelijke organisatie slankt door deze bezuiniging met ongeveer 80 formatieplaatsen af. Tot inkrimping van zo'n 70 formatieplaatsen, was al eerder besloten. Dit kan door efficiënter werken, minder leidinggevenden en een bundeling van de facilitaire ondersteuning van de organisatie. Daarnaast huurt de gemeente minder externe diensten in en stoot taken af. Welke dat zijn, is nu nog niet precies bekend. Eerder heeft de gemeenteraad wel al enkele beleidsterreinen aangewezen, waar het college op kan bezuinigen. Daarbij hanteren B en W als uitgangspunt de uitvoerende ambtenaren zoveel mogelijk buiten schot te laten en vooral naar de beleidsambtenaren en te kijken. De interne bezuiniging wordt in eerste instantie gerealiseerd via natuurlijk verloop en herplaatsing; gedwongen ontslagen zijn vooralsnog niet aan de orde.

Grotestedenbeleid

Naast het bezuinigingen op de eigen uitgaven krijgt de gemeente ook te maken met het verminderen van rijksgelden in het kader van het Grotestedenbeleid en het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid. Zo gaat Onderwijs en Jeugd er in de periode 2005-2009 in totaal ruim 3,6 miljoen op achteruit. Maatschappelijke Zorg en Dienstverlening enkele miljoenen en integraal jeugdbeleid circa 7,5 ton. Dit leidt in sommige gevallen tot het (eerder) afbouwen van projecten. Zo zal de komende jaren de volwasseneneducatie grotendeels verdwijnen. Ook Bouwen en Wonen en Openbare Ruimte moet het de komende periode met de helft minder Grotestedenbeleidgeld doen. Dit heeft onder andere consequenties voor de stedelijke vernieuwing, de bouw van goedkope woningen en geluidssanering.

De gemeenteraad buigt zich 19 en 26 mei over de voorstellen. Voor die vergaderingen houdt de gemeenteraad een hoorzitting over de perspectiefnota en de bezuinigingsvoorstellen op 22 april en begint om 16.00 uur. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij de griffie@nijmegen.nl.

Een pdf.bestand van de perspectiefnota is beschikbaar op www.nijmegen.nl


---- --

Naar MOP III...

Risico's en (on)mogelijkheden in het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma voor het GSB/GSO in Nijmegen van 2005 t/m 2009

Uitwerking van de voorstellen van het College van Burgemeester en Wethouders over GSB en GSO die deel uitmaken van de Perspectiefnota 2005 Nijmegen, april 2004 eindversie1MOPIII2005-2009.doc

Inhoud

1. Inleiding. 3 2. Grotestedenbeleid en Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid: algemeen 5 3. Afloop en doorloop MOP II 8 4. Keuzes op weg naar MOP III 11 4.1 Financiële risico's en reeds aangegane verplichtingen voor 2005/2006 11 4.2 Kansen en (on)mogelijkheden onder MOP III 12 5. Financieel overzicht 15 Bijlagen: 1. Voorstellen meerjarig ontwikkelingsplan III (2005-2009) gekoppeld aan programma's. 2. Samenstelling projectgroep 3, 4 en 5:detail-overzichten op deelproductniveau binnen onderdeel `Sociaal' 6. Aflopende projecten MOP II op deelproductniveau (ter inzage bij de griffie) 7. Afkortingenlijst

2

1. Inleiding

Aan het einde van dit jaar stoppen de trajecten Grotestedenbeleid II (GSBII) en het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid I (GSOI). Daarmee komt een einde aan de externe financiering van ca. 550 deelproducten die met deze middelen de afgelopen periode zijn gefinancierd (zie bijlage 6 voor een totaaloverzicht). De GSB-middelen ad 140 miljoen voor de periode 2000 t/m 2004 lopen af, evenals de GSO middelen ad 12.250.000 voor de periode 2001 t/m 2004. De (op moment van schrijven nog niet definitieve) berichten over de middelen voor 2005 t/m 2009 zijn somber. De GSB-gelden in de vorm van drie zogenaamde brede doeluitkeringen lopen naar verwachting terug naar ruim 80 miljoen, de GSO-middelen naar een bedrag van maximaal 10 miljoen. Beide bedragen zijn nog onzeker, omdat er noch door het Rijk noch door de Provincie definitieve beslissingen betreffende de financiën zijn genomen. Op onverwachte meevallers kunnen we echter niet rekenen. Ondanks de bestaande onzekerheden en onduidelijkheden (hoofdstuk 2 gaat hier uitvoerig op in) maken wij in deze strategische notitie de keuzen (doelstellingen en financiële ambities) voor het nieuwe Meerjarig Ontwikkelingsbeleid GSB. De planning van de Perspectiefnota dwingt ons daartoe. Nadat we in hoofdstuk 2 kort zijn ingegaan op enkele hoofdlijnen en uitgangspunten van het nieuwe GSB en het GSO, bieden wij in hoofdstuk 3 inzage in de financiële gevolgen van het aflopen van het huidige GSB/GSO. Het is immers zo dat diverse min of meer structurele voorzieningen met GSB- respectievelijk GSO-middelen gefinancierd worden. Ook zijn voor projecten soms contracten aangegaan die doorlopen tot in 2005 of zelfs verder, voornamelijk omdat de GOA-periode van het Rijk loopt t/m augustus 2006. Een voorbeeld is de coördinatie van openwijkscholen. Daar wordt jaarlijks uit GSO-budgetten 450.000,- beschikbaar gesteld voor de salarissen van de coördinatoren en daarmee voor de doorlopende exploitatiekosten van deze voorzieningen. In andere gevallen zijn GSB/GSO gelden de afgelopen periode besteed aan investeringen, bijvoorbeeld aan de verbouwing van scholen tot openwijkscholen. De betreffende scholen zijn bijna allemaal verbouwd, dus de investeringen zijn gedaan. Minder middelen in de nieuwe periode betekent minder investeringsruimte. Er zijn in de nieuwe periode evenwel geen doorlopende financiële verplichtingen. Nadat we in hoofdstuk 3 de risico's in beeld hebben gebracht, richten we de blik op de mogelijkheden voor nieuw beleid dan wel op voortzetting van bestaande activiteiten vanaf 2005. In hoofdstuk 4 gaan we in op het inhoudelijke en financiële beeld voor de komende jaren. Vooral in het sociale domein is sprake van grote spanning tussen wat noodzakelijk respectievelijk zéér wenselijk is en de beschikbare budgetten en financiële mogelijkheden. Met name in de programma's onderwijs, maatschappelijke zorg en dienstverlening en integraal jeugdbeleid, waar al jaren veel GSB/GSO-middelen omgaan, zijn forse bijstellingen noodzakelijk. Middelen uit het programma volwasseneneducatie zijn omgebogen om prioritaire doelen overeind te houden. 3

Toch is het onvermijdelijk dat de GSO/GSB-middelen voor het onderwijs in de komende periode met in totaal ca. 3,6 miljoen verminderen, voor maatschappelijke zorg met ca. 1,5 miljoen en voor het integrale jeugdbeleid met ruim 0,7 miljoen. Op het moment dat we niet gekozen zouden hebben voor forse ombuigingen in het budget voor volwasseneneducatie (in totaal ca. 7,5 miljoen voor de periode 2005-2009), dan was de teruggang in middelen binnen de eerder genoemde programma's vele malen groter geweest. Het budget voor `veiligheid' neemt iets toe in vergelijking met de huidige GSO/GSB-periode. De beleidsmatige overwegingen zullen duidelijk zijn. In hoofdstuk 5 tot slot bieden we het financiële overzicht voor de komende periode van vijf jaar. Het gaat in deze notitie primair om de keuzes voor de aanwending van de nieuwe externe GSB/GSO-middelen in de periode 2005-2009. Nadat de keuzes op hoofdlijnen gemaakt zijn, zullen deze worden uitgewerkt in het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP) 2005-2009 voor het GSB en het GSO. In dit plan zullen de consequenties van ombuigingen, overgangsmaatregelen etcetera in beeld worden gebracht evenals een concretisering van de te ondernemen activiteiten. De Raad zal dit plan medio november vaststellen tegelijk met de Meerjarenbegroting 2005 e.v. Een eerste concept van dit plan dienen wij uiterlijk 1 juli a.s. bij het Rijk aan te leveren. In bijlage 1 belichten we de voorstellen uit hoofdstuk 4 voor de doelen die Nijmegen in de komende jaren wel en niet nastreeft. We hebben ons daarbij laten leiden door de hoofddoelen van beleid die ons College geformuleerd heeft, naast de doelen die zijn meegegeven door Rijk en Provincie. Per doelstelling, die gerelateerd is aan 16 primaire programma's, melden we het benodigde budget in de komende 3 tot 5 jaar (immers: het GSO heeft een looptijd van 3 jaar, het GSB van 5 jaar). Waar mogelijk zijn ook de resultaten weergegeven die na 3 respectievelijk 5 jaar behaald kunnen worden. Voor diverse ondwerpen uit het onderdeel `Sociaal' zijn in bijlage 3, 4 en 5 detailoverzichten opgenomen. Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen

4

2. Grotestedenbeleid en Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid: algemeen

De grote steden in Nederland hebben veel problemen die er in kleine steden en dorpen niet zijn: hoge werkloosheid, veel laag opgeleide mensen, problemen met integratie, slechte woningen etc. Om deze problemen beter aan te pakken is het Grotestedenbeleid (GSB) in het leven geroepen. Sinds 1995 ondersteunt het Rijk de grote steden financieel via het Grotestedenbeleid, dat erop gericht is om steden leefbaarder te maken voor hun inwoners door het wegwerken van stadsspecifieke problemen. Vorig jaar hebben de G26 en het Rijk de intentie uitgesproken het Grotestedenbeleid voort te zetten voor de periode na 2004. Na langdurig onderhandelen is er inmiddels bijna overeenstemming bereikt over het beschikbare budget dat vergeven wordt in de periode 2005-2009 voor het Grotestedenbeleid III. Er zijn voor GSB III door het Rijk vijf hoofddoelen, de zogenaamde outcome-doelstellingen, opgesteld. Dit zijn de volgende: 1. Het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid 2. Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving 3. Het verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving 4. Het binden van de midden- en hogere inkomens aan de stad 5. Het vergroten van de economische kracht van de stad Waar eerdere versies van het GSB opgebouwd waren uit pijlers, is bij GSB III de pijlerstructuur overboord gezet en is gekozen voor de zogenaamde Brede Doeluitkeringen (BDU's). Een BDU is een regeling, waarmee de steden de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen naar eigen inzicht kunnen inzetten, binnen de reikwijdte van de aan de betreffende BDU gekoppelde outputdoelstellingen en resultaten. Binnen deze BDU's zijn alle programma's op te nemen waar steden GSB-geld op in willen zetten. De volgende drie BDU's zijn gevormd: - BDU Fysiek: met name beleidskwesties rondom huisvesting, milieukwaliteit, water en watersystemen en bereikbaarheid. - BDU Economie: met name revitalisering, innovatie, werkgelegenheid, bedrijfsleven. - BDU Sociaal, integratie en veiligheid: dit is de breedste BDU. Het betreft zaken als het aanpakken van criminaliteit, verminderen van overlast, verbeteren van integratie en het streven naar een zo goed mogelijk scholingsniveau voor de inwoners van de stad. De stad heeft hiermee de vrijheid, binnen de reikwijdte van de BDU-regeling, de middelen naar eigen inzicht te alloceren en te besteden gericht op het behalen van de resultaten. Gelden uit de BDU's zijn onderling niet uitwisselbaar. Open einden en onzekerheden. Zoals al eerder opgemerkt, op dit moment zijn de onderhandelingen over het beleidskader voor GSBIII tussen steden en departementen en tussen departementen onderling nog niet afgerond. 8 April is de datum waarop de laatste knopen worden doorgehakt. De planning van de Perspectiefnota dwingt ons niettemin nu al met dit voorlopige voorstel te komen. 5

De opsomming van alle onzekerheden en onduidelijkheden per 6 april 2004 en hoe hiermee in dit voorstel is omgegaan, ziet er als volgt uit:

- Er is nog geen overeenstemming over de verdeling van de extra middelen voor Veiligheid. Het Rijk heeft 100 mln. geboden. In deze voorstellen gaan wij uit van een Nijmeegs aandeel van minimaal 1 mln. - De kwestie bestuurlijke boetes is nog niet geregeld. Dit gaat in verband met noodzakelijk wetgeving ook langer duren. Er komen alleen procesafspraken over in beleidskader. In dit stuk is hiermee nog geen rekening gehouden. - Afspraken over de rol van de stad bij Inburgering zijn niet op tijd rond. Er komen afspraken voor 2005 die sterk gebaseerd zullen zij op 2004. Dit betreft ook de verdeelsleutel. In dit stuk is hiermee geen rekening gehouden. - Er is nog discussie over de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de outputindicatoren. Steden hebben die nodig omdat ze de 0-situatie definiëren voor de nieuwe convenantperiode. In dit stuk is uitgegaan van de voorlopige indicatoren. Voor de besluitvorming in deze fase is dit geen probleem; - Er moeten nog afspraken worden gemaakt over de financiering van het Kenniscentrum Grotestedenbeleid en dus ook over een eventueel gemeentelijk aandeel. Eventuele verplichtingen kunnen gedekt worden uit de in dit voorstel geraamde plan- en coördinatiekosten; - Er bestaat nog steeds een dreiging van 100 mln. vermindering op de BDU Fysiek. VROM moet nog een bezuinigingstaakstelling leveren in die orde van grootte. ISV is één van de opties. In dit voorstel is uitgegaan van het voorlopige ISV-aandeel; - Er is nog onduidelijkheid over hoe met indexering wordt omgegaan in de BDU's. In dit voorstel is de indexering nog niet meegenomen; Ook voor het GSO moeten in 2004 doelstellingen geformuleerd worden. Deze doelstellingen worden opgenomen in het MOP. In tegenstelling tot het GSB III beslaat het GSO II geen vijf, maar drie jaar (2005-2007). Het MOP dat opgesteld wordt voor het GSB, wordt ook ingediend ten behoeve van het GSO. De volgende prioriteiten binnen het GSO zijn door de Provincie meegegeven GSO-accenten Statenakkoord: Sociaal culturele infrastructuur: § Minder dak- en thuislozen § Vergroten van het veiligheidsgevoel § Versterken van zorgvoorzieningen zoals sociale pensions § Handhaven van multifunctionele voorzieningen in grote stadswijken Kwaliteit leefomgeving § Voorkomen van trek uit de stad § Voorkomen van sociale scheiding in de woningbouw § Voldoende woningen voor starters en jonge gezinnen § Tegengaan van verloedering openbare ruimte en sociale/fysieke veiligheid Stadseconomie § Verbetering van het vestigingsklimaat en de bereikbaarheid § Stimuleren van leer- en werktrajecten, arbeidstoeleiding, arbeidsparticipatie, voorkomen van schooluitval. De provincie heeft ervoor gekozen om de nieuwe GSO-middelen niet op voorhand over de acht Gelderse steden te verdelen, maar de verdeling te laten afhangen van bilaterale onderhandelingen op basis van het MOP. 6

Na aftrek van een budget van gezamenlijke activiteiten is er beschikbaar voor de acht Gelderse steden: 45 miljoen voor de periode 2005 t/m 2007. Het maximumbedrag dat een stad daarvan kan binnenhalen heeft de provincie op 10 miljoen gesteld. Wij gaan met deze inzet de onderhandelingen in.

7

3. Afloop en doorloop MOP II

In dit hoofdstuk hanteren we als indeling de drie brede doeluitkeringen: Fysiek, Sociaal (inclusief veiligheid en inburgering) en Economie van het nieuwe GSB en dus niet de speerpuntenindeling van het huidige MOP. 3a. Fysiek In de lopende periode 2000-2004 is voor dit onderdeel ca. 33 miljoen beschikbaar. Voor de komende periode is dat ongeveer 17,6 miljoen, plus mogelijk 1 miljoen uit het GSO. Veel middelen waren in deze pijler de afgelopen periode bestemd voor investeringen in de wijken. Een aantal activiteiten komt in MOP III niet meer terug. Dit is deels omdat de programma's zijn afgewerkt (bijvoorbeeld clusteraanpak bij de aanpak van particulier woningbezit, sanering van milieuhinderlijke bedrijven), deels omdat opstartbijdragen niet meer nodig zijn (bijv. de extra-budgetten voor waterafkoppeling bij woonverbeteringsprojecten: dit wordt voortaan regulier in bestaande budgetten meegenomen). Er zijn geen grote financiële risico's als deze budgetten niet meer doorlopen, dat wil zeggen: er zijn geen verplichtingen aangegaan voor de komende jaren. Wel spelen er een aantal kwesties die hier om aandacht vragen: Het onderdeel geluidssanering uit het Programma Leefomgevingskwaliteit: bij besluit in juni 2003 hebben wij voor de gevelisolatie aan de St. Annastraat een voorschot genomen op GSB III ter hoogte van 1,3 miljoen. Dit `risico' is in dit voorstel afgedekt door dit bedrag, conform de planning, op te nemen in de voorstellen voor de periode 2005-2009. In februari 2004 is de Raad akkoord gegaan met het voorstel 0,5 miljoen beschikbaar te stellen voor het afdekken van een deel van het grondexploitatietekort herstructurering Willemskwartier, uit het Programma Grondbeleid ten laste van GSB III. Ook dat nemen we mee in ons voorstel. Een ander risico betreft de afname voor de middelen voor de aanpak particulier woningbezit (APW, teruggang van ca. 11,5 miljoen naar 1,5 miljoen). Dit betekent dat met ingang van 2005 de dekking voor ca. 1,5 fte bij de afdeling Bouwen en Wonen vervalt, hetgeen wellicht tot boventalligheid zal leiden. Er is immers minder werk dus er is minder formatie nodig. De overige terugloop is opgevangen binnen de formatie (Programma Wonen). Vergelijkbare problemen zijn, in het kader van de Perspectiefnota, gemeld bij bureau Architectuur en Monumentenzorg. Voor cultuurhistorie is in de lopende periode bijna 8 miljoen beschikbaar en in de jaren 2005 - 2009 ca. 5 miljoen. Daardoor ontstaat een tekort van ca. 300.000,- per jaar voor benodigde formatie om wettelijke taken uit te voeren (programma cultuurhistorie). In het kader van de Perspectiefnota willen we van dit tekort 200.000 afdekken. Er resteert dus een tekort van 100.000,-. 3b. Economie In de lopende periode is voor dit onderdeel ca. 160 miljoen beschikbaar. De omvang van dit bedrag wordt in belangrijke mate bepaald door de middelen voor gesubsidieerde arbeid (I/D banen en WIW-banen) die in de huidige periode onder het GSB-regime vallen. In de nieuwe periode is dat niet meer het geval omdat ze niet passen binnen het vrije bestedingsregime van de BDU's. Voor de komende periode is ongeveer 3,1 miljoen beschikbaar, plus mogelijk 2 miljoen uit het GSO. Er zijn geen structurele verplichtingen aangegaan. Daardoor lopen we geen financiële risico's die het gevolg zijn van het aflopen van MOP II. 8

3c. Sociaal In de lopende periode is voor dit onderdeel uit het landelijk GSB ca. 85 miljoen beschikbaar (plus ca. 8 miljoen uit het GSO). Voor de komende periode is dat ongeveer 60,7 miljoen (plus een claim van 7 miljoen GSO). Hoe dit bedrag is opgebouwd wordt in het volgende hoofdstuk nader uiteengezet. Het zal duidelijk zijn dat de invulling van het nieuwe GSB/GSO voor een belangrijk deel bestaat uit de vraag wat wel kan worden voortgezet en wat niet. In deze BDU gaan veel exploitatiesubsidies om voor min of meer structurele voorzieningen en activiteiten. Bovendien zijn er diverse contracten afgesloten voor de jaren 2005 en 2006, vooral binnen de programma's onderwijs en volwasseneneducatie. Dit heeft te maken met het feit dat voor deze beleidsterreinen voormalige doeluitkeringen in de BDU zijn opgenomen. Ook komt het voor dat de BDU-periode niet synchroon loopt met de looptijd van de voormalige doeluitkeringen, met name bij GOA. In totaal gaat het om een bedrag van bijna 6 miljoen voor de periode 2005 en de periode tot en met juli 2006. Aangegane verplichtingen GSB/GSO na 2004 Bedrag in euro's Einddatum verplichting NT2 educatie 440.840 31-12-2005 NT2 educatie 38.595 31-12-2006 Volwasseneducatie sociale redzaamheid 170.093 31-12-2005 Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (GSB) 311.836 31-12-2005 Breed maatschappelijk functioneren volwasseneneducatie 105.664 31-12-2005 Meerjarenbudgetsubsidie 'Homoseksualiteit in VO' GGD (GSO geld) 43.000 31-12-2005 Meerjarenbudgetsubsidie 'Schakel en Opvang' TS Jonkerbosch* 315.000 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie 'Randgroepjongerenpr. Montessori College* 106.500 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie 'Randgroepjongerenpr. TS Jonkerbosch* 106.500 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie 'Int. Schakelklas' Canisius College* 154.500 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie VMBO specifieke plannen 6 VMBO's* 198.000 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie HAVO/VWO specifieke plannen* 66.000 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie preventie schooluitval 1e fase ROC* 33.000 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie OWWZ Tandem* 78.000 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie bestr. Onderwijsachterstanden Marant* 1.023.000 7-2006 Meerjarenbudgetsubsidie schoolcontactpersonen Marant* 195.000 7-2006 Rosascholen* VVP: 167.200 7-2006 SOP: 475.456 Josephscholen* VVP: 86.133 7-2006 GOA: 255.936 Stopozog* VVP: 65.866 7-2006 GOA: 123.500 Abibakr* VVP: 8.550 7-2006 GOA: 55.417 SBO* GOA: 39.583 7-2006 Kion* VVP: 911.810 7-2006 Lindenberg (taal ­speelgroepen)* GOA: 150.417 7-2006 KUN* VVP: 99.200 7-2006 SBO* GOA: 39.583 7-2006 Rosa* GOA: 79.167 7-2006 VO* GOA: 31.667 7-2006 Totaal 5.975.013 * Betreft subsidies op basis van GOA-plan 2002-2006 op grond waarvan aan instellingen formele toezeggingen zijn gedaan, ook al zijn er nog geen beschikkingen verstuurd. 9

Voor een aantal activiteiten zullen geen nieuwe middelen meer beschikbaar worden gesteld. Het gaat hierbij o.a. om de volgende: de wijkposten, de digitale trapveldjes en OBAZ Centrum/Benedenstad.

10

4. Keuzes op weg naar MOP III

4.1 Financiële risico's en reeds aangegane verplichtingen. 4.1a. BDU Fysiek: Risico's (zie ook par. 3a): Wonen : A-structureel. Formatie APW afd. Bouwen en Wonen ca. 1,5 FTE (gemeld in PPN) Cultuurhistorie: Structureel. Formatie afd. Architectuur en Monumenten 300.000 (gemeld in PPN) Wijkaanpak : Structureel. Exploitatiebijdrage 2005 - 2009 bedraagt 850.000 (GSB- bijdrage aflopend van 340.000 in 2005 naar 0,0 in 2009; totale risico voor de periode 2005 -2009 bedraagt 850.000,-) De reeds aangegane verplichtingen ad 1,8 miljoen (St. Annastraat/Willemskwartier) kunnen worden afdekt in de voorstellen voor MOP III. 4.1.b. BDU Economie: Er zijn geen risico's of aangegane verplichtingen. 4.1.c. BDU Sociaal: In de laatste concept-versie van het beleidskader GSB 2005 - 2009 van 5 april 2004 wordt als bijdrage voor Nijmegen in de bdu sociaal een bedrag genoemd van 59,7 miljoen (exclusief een bedrag voor veilgheid dat naar onze aanname ca. 1 miljoen zal bedragen. Dit is fors minder dan in de huidige periode. Mogelijke risico's afhankelijk van keuzes o.a.: Veiligheid onze buurt aan zet Centrum GSB-financiering stopt Wijkaanpak wijkposten stopt Onderwijs OALT stopt Reeds aangegane verplichtingen ad. 5.975.013 (zie 3c) kunnen worden afdekt in de voorstellen voor MOP III. Daarnaast is het onvermijdelijk dat door de forse afname van de rijks- en provinciale middelen vele activiteiten niet langer of slechts voor enkele jaren met behulp van dekking uit het GSB/GSO- budget zullen kunnen worden gecontinueerd. De gevolgen zijn het grootst in de programma's onderwijs, volwasseneneducatie, maatschappelijke zorg en integraal jeugdbeleid. In de volgende paragraaf gaan we daar op hoofdlijnen op in. Verdieping volgt in bijlage 1 en vervolgens nog verder in de bijlagen 3 t/m 5. 11

4.2 Kansen en (on)mogelijkheden in MOP III 2005 - 2009.

Hieronder geven we beknopt onze voorstellen weer, inclusief de benodigde budgetten binnen de drie brede doeluitkeringen. Een beperkende factor bij deze voorstellen is dat tussen de BDU's niet met middelen geschoven mag worden. Dit is uitsluitend toegestaan binnen de BDU's zelf. Een toelichting per voorstel vindt u in bijlage1, waar we per programma de bedragen geven. 4.2.a BDU Fysiek: Sturende visie: De `beleidskop' van de stedelijke vernieuwing is vastgelegd in het Beleidskader Stedelijke Vernieuwing zoals dat in april 2003 door de Raad is vastgesteld. In voornoemd beleidskader is aangegeven, dat bij de oplading van de toekomstige jaarlijkse uitvoeringsprogramma's Stedelijke Vernieuwing drie samenhangende thema's een hoofdrol vervullen: de verbetering van de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving, betaalbaarder wonen en de versterking van de stedelijke identiteit. Ook voor onderstaande doelstellingenkeuze voor MOP III zijn deze drie thema's leidend geweest. Daarbinnen wordt conform de prioriteiten van de perspectiefnota 2005 prioriteit gegeven aan het stimuleren van de ontwikkelingen binnen en rondom Koers West. Programma wonen: Doelstelling: vraag-/aanbod-balans (woningbouw en herstruct.) 3.500.000 + GSO 1.000.000 Doelstelling: relatie fysiek-sociaal 450.000 Doelstelling: vraag-/aanbod-balans (wonen boven winkels) 1.500.000 Doelstelling: zorgvuldig ruimtegebruik -- Programma bovengrondse infrastructuur: Doelstelling: omgevingskwaliteit/grootschalig groen 700.000 Programma cultuurhistorie: Doelstelling: omgevingskwaliteit/cultuurimpuls 5.000.000 Programma leefomgevingskwaliteit: Doelstelling: omgevingskwaliteit/geluidssanering 1.300.000 Doelstelling: omgevingskwaliteit/bodemsanering 1.100.000 Doelstelling: omgevingskwaliteit/luchtkwaliteit 1.200.000 Programma ruimtelijke inrichting en vormgeving (woonomgevingverbetering): 1.000.000 Doelstelling: omgevingskwaliteit/openbare ruimte Programma grotestedenbeleid: Overige kosten stedelijke vernieuwing : knelpuntenbudget adm.kosten, coördinatiekosten, expl. bijdrage wijkaanpak, etc 1.850.000 ----------------- Totaal 18.600.000 Beschikbaar is ca. 17.600.000 uit het GSB en mogelijk 1.000.000 uit het GSO conform bovenstaande voorstellen. 12

4.2.b. BDU Economie:

Sturende visie: De uitgangspunten van het economisch beleid zijn vastgelegd in het Economisch Beleidsplan 2000-2005 en in het Collegeakkoord. Speerpunten van het economisch beleid zijn voldoende en duurzame bedrijfslocaties. Een expliciete uitwerking van dit speerpunt is de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en intensivering van het ruimtegebruik. Verder is een van de speerpunten de stimulering van clustervorming en innovatie. Op deze wijze wordt de kenniseconomie concreet vormgegeven. Programma economische ontwikkeling. Doelstelling: vermindering van het aantal verouderde bedrijventerreinen 2.000.000 Open doelstelling: stimuleren bedrijvigheid, verbeteren van het innovatief vermogen van bedrijven 1.100.000 Doelstelling: verbeteren vestigingsklimaat van bedrijven (GSO) 2.000.000 Doelstelling: verminderen criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers. -- Doelstelling: vergroten aantal breedbandaansluitingen. -- Doelstelling: verbeteren dienstverlening aan ondernemers -- Open doelstelling: verbeteren economische bereikbaarheid, verminderen mismatch arbeidsmarkt en verbeteren innovatief vermogen bedrijfsleven. -- ------------- Totaal: 5.100.000 Beschikbaar is ca. 3.100.000 plus een eventuele bijdrage uit het GSO van 2.000.000. Dit is gelijk aan bovenstaande voorstellen. 4.2.c. BDU Sociaal:

Sturende visie: Bij onderstaande keuzes hebben wij aansluiting gezocht bij de hoofddoelstellingen van ons beleid zoals onder meer verwoord in het Collegeakkoord 2002-2006. Centraal daarin staat het versterken van de ketens op de volgende terreinen binnen het sociale domein: jeugd & onderwijs, maatschappelijke opvang en verslavingszorg, integrale veiligheid en inburgering. In onderstaande voorstellen sluiten we prioritair aan bij deze centrale beleidsitems. Uitgangspunten van ons College hierbij zijn: · een zo vroegtijdig mogelijke aanpak met nadruk op preventie · het sluitend maken van ketens Het accent komt hierdoor te liggen op maatregelen die op elkaar aansluiten en die als uitgangspunt hebben het voorkomen of verminderen van de maatschappelijke problemen rondom onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten, criminaliteit, verslaving, daklozen, inburgering en integratie van allochtonen. De financiële beperkingen binnen de sociale pijler dwingen tot het maken van keuzes. Daarom wil ons College minder prioriteit geven aan projecten die geen onderdeel vormen van de ketens en aan activiteiten die achteraan in de keten zitten (bijv. volwasseneneducatie, exclusief NT2). Programma veiligheid: Doelstelling: voortzetting OBAZ Kolping GSO 750.000 Doelstellingen: veiligheid 6.450.000 + GSO 1.050.000 Het betreft hier de doelstellingen: aanpak veelplegers volwassenen+jeugd, overlast op straat door personen, gebiedsgebonden aanpak in risicogebieden en de open doelstelling intimidatie Doelstelling: tegengaan huiselijk geweld: -- Programma onderwijs 13

Doelstelling: vermindering schooluitval en vergroting arbeidsdeelname; vergroten van ontwikkelingskansen 18.454.000 + GSO 1.700.000 Programma integraal jeugdbeleid: Doelstelling: vergroten van ontwikkelingskansen; verminderen voortijdig schoolverlaten en vergroten arbeidsparticipatie 2.531.000 + GSO 1.150.000 Programma kinderopvang: Doelstelling: vergroten van ontwikkelingskansen; verminderen voortijdig schoolverlaten en vergroten arbeidsparticipatie 4.933.000 Programma sport: Doelstelling: gezond en wel in de stad: aanpak overgewicht jeugdigen 1.300.000 Programma maatschappelijke zorg: Doelstelling: verbetering doorstroom maatschappelijke opvang, sluitende 26.440.000 aanpak huiselijk geweld en sociale opvang en hulpverlening. + GSO 1.350.000 Programma ouderen: Doelstelling: regie houden over eigen leven, ontw. zorg/welzijnsloketten, bezoeken 375.000 Programma multiculturele samenleving en emancipatie: Doelstelling: Mensen die elkaar verstaan, bevordering integratie 3.000.000 + GSO 1.000.000 Programma volwasseneneducatie: Doelstelling: GSO: vermindering schooluitval en vergroten arbeidsparticipatie 4.280.000 GSB: geen leerling zonder diploma van school ----------------- Totaal: 74.763.000 Totaal claims (exlusief inburgering): 74.763.000; beschikbaar is naar verwachting ca. 60,7 miljoen plus mogelijk ca. 7 miljoen uit GSO. (zie voor aanvullende dekking het volgende hoofdstuk) 4.2.d Algemene kosten: Programma grotestedenbeleid: Doelstelling: plan- en coördinatiekosten 2.000.000 14

5. Financieel overzicht 2005 - 2009:

Zoals eerder gezegd: dit overzicht is onder voorbehoud omdat een aantal inkomsten nog niet zeker zijn. Bovendien zal de Provincie Gelderland eerst op basis van ingediende plannen beslissen hoe het beschikbare budget van 45 miljoen voor de periode 2005 - 2007 over de 8 Gelderse steden zal worden verdeeld. Wij gaan voor een bijdrage aan Nijmegen van 10 miljoen. Lasten: Voorstellen BDU fysiek 17.600.000 GSO 1.000.000 Voorstellen BDU economie 3.100.000 GSO 2.000.000 Voorstellen BDU sociaal 67.763.000 GSO 7.000.000 Plankosten 2.000.000 Onvoorzien 450.000 --------------------- + Totaal 100.913.000 Baten: GSB: -fysiek 17.600.000 -economie 3.100.000 -sociaal 60.700.000 GSO 10.000.000 BZK-bijdrage 1) 7.000.000 Onderuitputting MOP II 2) 2.513.000 ------------------- + Totaal 100.913.000 1) Wij stellen voor de jaarlijkse toevoeging van het Ministerie van BZK van 1,4 miljoen aan het gemeentefonds volledig in te zetten voor MOP III. 2) Eind dit jaar zal weer sprake zijn van een onderuitputting op de GSB-middelen. Naar verwachting gaat het hier om een bedrag van ca. 2,5 miljoen, met name in de investeringssfeer. Wij stellen voor om deze middelen - uiteraard voor zover de herkomst van de middelen dit toelaat - in te zetten voor MOP III. 15

Bijlage 1. Voorstellen en budgetten meerjarig ontwikkelingsplan III 2005 - 2009.

In deze bijlage geven we een overzicht van de voorstellen voor de GSB/GSO-doelen voor 2005-2009. Per programma geven we de bedragen voor de jaren 2005 tot en met 2009. Ook geven we, waar mogelijk, per doelstellingen de ambitie weer en, waar mogelijk, de gemeentelijke cofinanciering. De `doelstelling' is de betreffende doelstelling uit het GSB- beleidskader, respectievelijk het GSO-protocol, respectievelijk de eigen GSB-doelstelling die we willen toevoegen. Ook noemen we de doelstellingen waarvoor we geen geld aanvragen en motiveren waarom niet. De `ambitie' is de meetbaar geformuleerde outputprestatie die we leveren, mede met de inzet van GSB, resp van GSO-middelen. De prestatie-indicator is de maateenheid waarmee de prestatie wordt gemeten. In de uitwerking van het MOP zullen deze onderdelen volledig worden ingevuld, ook kwantitatief. Alle bedragen in deze bijlage zijn in eenheden van 1000.

16

BDU Fysiek: 2005 2006 2007 2008 2009 Wonen 1000 1000 1100 700 700 Totaal: 4.500 (vraag-/aanbod), inclusief GSO 90 90 90 90 90 Totaal : 450 (relatie fysiek, sociaal) 300 300 300 300 300 Totaal : 1.500 (wonen boven winkels) Doelstellingen: - GSB­doelstelling: vraag-/aanbod-balans, zorgvuldig ruimtegebruik, relatie fysiek-sociaal; - GSO-doelstelling: voorkomen trek uit de stad; voorkomen sociale scheiding in de woningbouw; voldoende woningen voor starters en jonge gezinnen; - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: Het stimuleren van de realisatie van voldoende goedkope woningen bij herstructureringsprojecten en nieuwbouwprojecten in het Bestaand Stedelijk Gebied; dit door bijdragen beschikbaar te stellen in geval van grondexploitatietekorten bij deze projecten. Ambitie: Intensivering van de woningbouw in het BSG (Bestaand Stedelijk Gebied): in de komende 5 jaren binnen de stad meer woningen toevoegen dan er gesloopt worden. Ambitie: Het stimuleren van een goede begeleiding en communicatie bij stedelijke vernieuwingsprojecten in woonwijken; dit doen wij door het beschikbaar stellen van een jaarlijkse bijdrage van 90.000,- aan het adviesbureau Altrade (voorheen Bewonersoverleg Nijmegen). Ambitie: Het vervolg geven aan het lopende traject `Wonen boven winkels'in de Binnenstad. Outputindicator: aantal nieuwbouw, aantal omzettingen huur naar koop, aantal sloop, aantal ingrijpende verbeteringen, aantal volledig toegankelijk Outputindicator: saldo toe te voegen woningen aan bestaand bebouwd gebied 1996 Co-financiering: 2.900.000,- (Herstructureringsbudget afkomstig van de afkoop erfpacht woningcorporaties) 20.000,- voor 2005 (t.b.v. derde ambitie) Bestuurlijke afweging: Betaalbare woningbouw binnen het Bestaand Stedelijk Gebied, kwaliteitsverbetering in wijken door herstructureringsprojecten en kwaliteitsverbetering in het stadscentrum met de wonen-boven-winkels-aanpak zijn bestuurlijke prioriteiten binnen het proces van stedelijke vernieuwing (Beleidskader Stedelijke Vernieuwing, april 2003)

17

Bovengrondse infrastructuur -- 350 350 -- -- Totaal: 700 Doelstellingen: - GSB-doelstelling: omgevingskwaliteit/groen in de stad - GSO-doelstelling: geen - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: De verdere ontwikkeling en realisatie van Park-West; dit ook in relatie tot de doelstellingen met Koers-West. Outputindicator:aantal ha grootschalig groen Co-financiering: PM (moet nog in het gemeentelijke FIP opgeladen worden) Bestuurlijke afweging: De verdere realisatie van het Park-West is een belangrijk onderdeel van de bestuurlijke inzet voor de ontwikkeling van Koers West. Cultuurhistorie 1000 1000 1000 1000 1000 Totaal: 5.000 Doelstellingen - GSB-doelstelling: omgevingskwaliteit/cultuurimpuls (2c) - GSO-doelstelling: geen - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: Het versterken van de cultuurhistorische identiteit van Nijmegen door middel van activiteiten op de terreinen kennisvorming, bescherming, behoud, inspiratie/visualisatie en educatie/draagvlakvorming. Outputindicator: aantal wijken waar culturele kwaliteiten deel uitmaken van gebiedsontwikkeling Co-financiering: -- Bestuurlijke afweging: Conform het collegeakkoord is in de afgelopen jaren sterk ingezet op activiteiten die tot doel hebben de cultuurhistorische identiteit van Nijmegen te versterken. Deze prioriteit is in april 2003 nog eens vastgelegd in het ­ door de Raad vastgestelde- Beleidskader Stedelijke Vernieuwing. In de komende jaren willen we deze inzet op niveau houden.

18

Leefomgevingkwaliteit 260 260 260 260 260 Totaal : 1.300 (geluid) 220 220 220 220 220 Totaal : 1.100 (bodem) 240 240 240 240 240 Totaal : 1.200 (lucht) Doelstellingen: - GSB-doelstelling: omgevingskwaliteit/geluidssanering omgevingskwaliteit/bodemsanering en omgevingskwaliteit/luchtkwaliteit - GSO-doelstelling: geen - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: Het verder werken aan gevelisolatieprojekten van de zgn. A- en Raillijst (gemiddeld 25 panden per jaar; voor de jaren na 2005 staan vooral veel woningen aan de St. Annastraat geprogrammeerd). Ambitie: Het met specifieke bodemsaneringgelden mogelijk maken van het ontwikkelen van stedelijke ontwikkelingslocaties, met name de ontwikkelingslocatie Koers West. Ambitie: Het verbeteren van de luchtkwaliteit rondom de N325 in Lent. Outputindicator: aantal A- en railwoningen die zijn aangepakt Outputindicator: aantal m2 en m3 te saneren verontreinigde bodem (conform de bestaande bodemsaneringprestatie-eenheden) Outputindicator: lengte wegvak ( in meters) dat onder Besluit Luchtkwaliteit wordt gebracht Co-financiering: geen Bestuurlijke afweging: Het verbeteren van de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving is ­naast de betaalbaarheid van het wonen en het versterken van de stedelijke identiteit- één van de drie prioritaire thema's voor de stedelijke vernieuwing (Beleidskader Stedelijke Vernieuwing, april 2003). Voor de verbetering van deze leefomgeving krijgen we van het Rijk voor een drietal onderdelen ISV-budget: - Geluidsanering: VROM wil rond 2005 de totale landelijk binnenstedelijke saneringsoperatie voor auto- en treinverkeer afgerond hebben (subsidie alleen voor aangewezen woningen met een geluidsbelasting op de gevel van > 65 Dba. - Bodemsanering: VROM wil rond 2030 de totale landelijke bodemsaneringsoperatie afgerond hebben. - Luchtkwaliteit: VROM streeft er naar rond 2010 in de 12 daartoe aangewezen GSB- gemeenten (waaronder Nijmegen) de NO2-waarden op de binnenstedelijke wegen onder de grenswaarde te houden cq te krijgen.

19

Ruimtelijke inrichting en 200 200 200 200 200 Totaal vormgeving 1.000 Doelstellingen: - GSB-doelstelling: omgevingskwaliteit/openbare ruimte - GSO-doelstelling: tegengaan afname kwaliteit van de openbare ruimte: verbetering sociale en fysieke veiligheid; - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: Verbetering van de woonomgeving in wijken, met name waar dit gecombineerd kan worden met herstructurerings- en ontwikkelingsprojecten. Outputindicator: ha openbare ruimte waarbij sprake is van kwaliteitsimpuls Co-financiering: 5.000.000,- uit het gemeentelijke FIP voor woonomgevingverbetering in de wijken. Bestuurlijke afweging: De verbetering van de directe fysieke woonomgeving in de wijken is essentieel bij de uitvoering van de stedelijke vernieuwings-prioriteit verbetering van de stedelijke leefomgeving. Als gevolg van de intensivering van de wijkaanpak, groeit de vraag naar ingrepen in de openbare ruimte.

20

BDU Economie

Economische GSB 620 620 620 620 620 3.100 ontwikkeling GSO 666 666 666 2.000 Totaal 1286 1286 1286 620 620 5.100 Doelstellingen: - GSB-doelstelling: vermindering van het aantal verouderde bedrijventerreinen : 2.000 -Open doelstelling: verbeteren van het innovatief vermogen van bedrijven : 1.100 Verminderen criminaliteit tegen bedrijven: : 0-ambitie (Afhankelijk van de uitkomsten van een landelijk onderzoek naar criminaliteit tegen bedrijven (op niveau van bedrijventerreinen) kan in relatie tot herstructurering en parkmanagement nog een ambitie geformuleerd worden.) Vergroten beeldbandaansluitingen : 0-ambitie Verbeteren dienstverlening aan ondernemers : 0-ambitie (Sinds november 2003 is het bedrijvenloket operationeel. Mogelijk dat er nog aangesloten wordt bij het nationaal elektronisch bedrijvenloket.) - GSO-doelstelling: verbeteren vestigingsklimaat van bedrijven en bereikbaarheid: 2.000 - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: revitalisering/herstructurering bestaande bedrijventerreinen x ha. Y innoverende bedrijven Outputindicator: aantal hectaren geherstructureerde bedrijventerreinen Outputindicator: voor innovatief vermogen nog te ontwikkelen Outputindicator: voor vestigingsklimaat nog te ontwikkelen. Co-financiering: Actieplan Bedrijventerreinen 5.000.000 (schatting). Een expliciete randvoorwaarde om in aanmerking te komen voor een bijdrage in het kader van het Actieplan Bedrijventerreinen 2005-2008 van het Ministerie van Economische Zaken is dat een bedrag van minimaal 2.000.000 uit de gemeentelijke BDU Economie eveneens ingezet wordt voor herstructurering van bedrijventerreinen; Parkmanagement, economisch beleidsplan 100.000 Bestuurlijke afweging: Speerpunten van het economisch beleid zijn voldoende en duurzame bedrijfslocaties. Een expliciete uitwerking van dit speerpunt is de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en intensivering van het ruimtegebruik. Verder is één van de speerpunten de stimulering van clustervorming en innovatie. Op deze wijze wordt de kenniseconomie concreet vormgegeven. 21

BDU Sociaal:

Veiligheid GSB 1.290 1.290 1.290 1.290 1.290 6.450 GSO 600 600 600 1.800 Totaal 1.890 1.890 1.890 1.290 1.290 8.250 Doelstelling: - GSB-doelstelling: · Doel van Nijmegen is om het aantal volwassen en jeugdige veelplegers terug te dringen. Om deze doelstelling meetbaar te maken is nader onderzoek nodig. (5 x 350.000 waarvan 3 x 200.000 t.l.v. het GSO). · De overlast op straat door personen moet verminderen. Diverse overlastgevende doelgroepen zijn daarbij in beeld. Concrete doelstellingen zijn: verkleinen van de groep overlastgevende jongeren, afname van het aantal meldingen als gevolg van jongerenoverlast, afname van het aantal meldingen van drugsoverlast. (5 x 400.000 waarvan 450.000 t.l.v. het GSO). · De komende jaren dient met alle betrokken partijen op het terrein van huiselijk geweld, een structurele ketenaanpak te worden georganiseerd. Het College heeft inmiddels sluitende afspraken gemaakt over het organiseren van een structurele aanpak. Daarom is inzet van extra GSB/GSO middelen niet aan de orde. · Er wordt gemiddeld 650.000,- uitgetrokken om de gebiedsgebonden aanpak van veiligheidsproblemen te verstevigen en inhoud te geven. · Eigen GSB-doelstelling: De komende vijf jaar zal in Nijmegen geïnvesteerd worden in de aanpak van het fenomeen `intimidatie'. (5 x 100.000,-). · Drie jaar lang wordt nog 250.000,- uitgetrokken om OBAZ in de Kolping voort te zetten (t.l.v. GSO). - GSO-doelstelling: vergroten van het gevoel van veiligheid. Ambitie: De bij de bovengenoemde doelstellingen horende ambities zijn geformuleerd in de kadernotitie van de gemeenteraad `Voor een veilig Nijmegen'. Er is meer tijd nodig om de bovengenoemde doelstellingen te fomuleren in termen van meetbare indicatoren. Voorlopig wordt verwezen naar de, als bijlage bijgevoegde, notitie over de toekomstige ambities op het terrein van veiligheid. De komende maanden zullen de doelstellingen concreter worden uitgewerkt. T.a.v. OBAZ-Kolping is de ambitie: afmaken wat begonnen is in een wijk die net begint op te krabbelen. Outputindicator: Bij de uitwerking van deze doelstellingen zullen de outputindicatoren worden vastgesteld. Cofinanciering: Op het terrein van veiligheid is geen sprake van cofinanciering. Het huidig veiligheidsbeleid bestaat vrijwel volledig uit GSB-middelen. Met dien verstande dat een flink deel van het huidige beleid wordt gedekt uit het GSB-accres in het gemeentefonds. Dit accres is in de huidige GSB-periode aangemerkt als GSB-geldstroom. Bestuurlijke afweging: op deze wijze worden de beleidsdoelen ingevuld die de Raad heeft verwoord in de kadernotitie `Voor een veilig Nijmegen'. 22

Onderwijs GSB 3690 3690 3690 3690 3694 18.454

GSO 566 566 568 1700 Totaal 4256 4256 4258 3690 3694 20.154 Zie toelichting op volgende pagina

23

Doelstellingen: - GSB-doelstelling: vergroten van ontwikkelingskansen van 0-23 jarigen door voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden en het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt; vergroten van het aantal deelnemers aan een educatief traject. - GSO-doelstelling: vermindering schooluitval en vergroten arbeidsparticipatie - Eigen GSB-doelstelling: geen - Ambitie: nog nader uit te werken Outputindicator: - % bereik doelgroepkinderen in voorschoolse periode - Woordenschatniveau gewichtsleerlingen eind groep 2 en groep 4 van het basisonderwijs - % leerplichtige leerlingen dat bij onderwijs staat ingeschreven - % schooluitval - % herplaatste leerplichtige voortijdig schoolverlaters - % voortijdig schoolverlaters (jongeren die zonder startkwalificatie onderwijs verlaten) - % voortijdig schoolverlaters dat door leerplicht en/of RMC-trajectbureau wordt bereikt - Aantal openwijkscholen Co-financiering: - RMC-doeluitkering Rijk - Autonome middelen voor GOA - Middelen collegeakkoord voor aansluiting VMBO-MBO Bestuurlijke afwegingen: Rijksmiddelen voor RMC en VSV worden gecontinueerd. Rijksmiddelen voor GOA worden afgebouwd: het rijk bezuinigt al met ingang van 1-8-2005 40% op het GOA-budget. De middelen die vanaf 1-8-2006 beschikbaar zijn, wil het Rijk daarna alleen nog bestemmen voor VVP en voor schakelfuncties (te denken valt aan overgang tussen peuterspeelzalen en basisonderwijs en tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs + voorzieningen voor eerste opvang van nieuwkomers en/of asielzoekers). In de loop van de komende twee jaar zal duidelijk moeten worden wat het ministerie precies voorschrijft over de bestemming van de gelden na 1-8-2006. Het rijk beschouwt de scholen als eerst verantwoordelijke voor de bestrijding van onderwijsachterstanden en gemeenten als verantwoordelijke voor het functioneren van de lokale sociale infrastructuur (boven- en buitenschoolse voorzieningen) in het onderwijs- en jeugdbeleid. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de sluitende keten jeugd-onderwijs. Ten behoeve van de geformuleerde doelstellingen worden in een keten van 0-23 jaar diverse maatregelen ingezet om ontwikkelingskansen te bevorderen en voortijdig schoolverlaten te verminderen. Hiertoe zijn er: - Voorschoolse maatregelen (intensivering peuterspeelzalen in aanpakwijken en voorschoolse taallessen) - Maatregelen in het basisonderwijs (taalactiviteiten, integrale schoolontwikkeling door verbetering lesmethoden en werkwijze binnen school, begeleiding asielzoekerskinderen, opvoedingsondersteuning en openwijkscholen) - Maatregelen in het voortgezet onderwijs (extra inzet leerplicht, ondersteuning overgang van basis- naar voortgezet onderwijs, opvangprojecten uitgroeiend tot één bovenschoolse voorziening voor dreigende uitvallende jongeren, begeleiding asielzoekers- en woonwagenkinderen) - Maatregelen in de periode 17-23 jaar zoals RMC-functie, trajectbegeleiding en verbetering aansluiting VMBO-MBO (ROC). Een forse bezuiniging vanuit het rijk op GOA en een vermindering van de GSB/GSO-middelen dwingt óf om deze bezuiniging lokaal op te vangen en financieel aan te vullen óf om in overleg met de schoolbesturen noodzakelijke keuzes te maken. Deze keuzes dienen gebaseerd te zijn op een heldere analyse van doelgroepen en effectiviteit van maatregelen in samenhang met de interventies vanuit het onderwijs zelf. Uitgangspunten van het college zijn: - Ketengerichte aanpak met accent op vroegtijdige aanpak en preventieve interventies; - Taak schoolbesturen binnenschools (het onderwijsprogramma de lespraktijk, de pedagogisch- didactische aanpak); taak gemeente buitenschools (aanvullende activiteiten op de binnenschoolse). 24

Integraal GSB 764 644 373 380 360 2.521 Jeugdbeleid GSO 386 386 387 1.159 Totaal 1.150 1.030 760 380 360 3.680 Doelstellingen: - GSB-doelstelling: geen leerling zonder diploma van school: vergroten van ontwikkelingskansen van 0-23 jarigen door het voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden en het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt. - GSO-doelstelling: vermindering schooluitval en vergroten arbeidsparticipatie - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: nog nader uit te werken Outputindicator: - % leerlingen primair onderwijs dat wordt besproken in School en Hulp Team - % leerlingen voortgezet onderwijs dat wordt besproken in School en Hulp Teams - Rapportcijfer School en Hulp PO - Rapportcijfer School en Hulp VO Co-financiering: - Autonome middelen voor School en Hulp - Reguliere budgetten voor GGD, NIM, Marant. Bestuurlijke afweging: Via de Wet op de Jeugdzorg neemt de capaciteit van Bureau Jeugdzorg voor ambulante hulp af. Rijk wil met provincies en gemeenten bestuurlijke afspraken maken rondom informatievoorziening, signalering, toeleiding, pedagogische hulp en gezinscoaching maar heeft hiervoor geen middelen beschikbaar gesteld. De keten sluit aan op vindplaatsen kinderopvang, peuterspeelzalen, consultatiebureaus en scholen voor primair en voortgezet onderwijs. School en Hulp is geïmplementeerd en wordt uitgevoerd op primair en voortgezet onderwijs. Voorschools is er een pilotproject dat de komende jaren in de hele stad moet worden ingevoerd. Hiervoor is éénmalig budget geraamd; exploitatielasten moeten uit reguliere budgetten instellingen komen. Voor aansluiting hulpverlening op ROC is een ontwikkelingsbudget geraamd. Pas dan is er sprake van een sluitende keten 0-25 jaar. Daarnaast wordt een project gestart om tot een goed kind-volgsysteem te komen, zodat informatie vanuit verschillende instellingen over de ontwikkeling van kinderen bij elkaar kan worden gebracht. 25

Kinderopvang 986 986 986 986 989 Totaal 4.933 Doelstellingen: - GSB-doelstellling: geen leerling zonder diploma van school: vergroten van ontwikkelingskansen van 0-23 jarigen door het voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden en het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt. - GSO-doelstelling: vermindering schooluitval en vergroten arbeidsparticipatie - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: nog nader uit te werken Outputindicatoren: - % Bereik doelgroepkinderen in voorschoolse periode Co-financiering: - Autonome middelen voor peuterspeelzaalwerk - Tandembudget voor open wijk scholen - Eigen budget voor open wijk scholen Bestuurlijke afweging Het Rijk voert geenhelder beleid ten aanzien van peuterspeelzalen, deze vallen niet onder de Wet Basisvoorzieningen Kinderopvang. Wel sluit het Rijk met het beleid wat betreft voorschoolse- en vroegschoolse educatie aan op de door gemeenten gefaciliteerde peuterspeelzalen. Een goede facilitering van het peuterspeelzaalwerk, met name in aanpakwijken, is cruciaal voor de bevordering van ontwikkelingskansen van doelgroepkinderen, vanaf jonge leeftijd. De naschoolse activiteiten zijn een belangrijke succesfactor van een vijftal openwijkscholen geworden en hebben een zeer hoog bereik (bijv. in Wolfskuil 50% van de leerlingen).

26

Sport 260 260 260 260 260 Totaal 1.300 Doelstellingen: - GSB-doelstelling: verbetering kwaliteit van de openbare ruimte inclusief sociale en fysieke veiligheid; - GSO-doelstelling: geen - Eigen GSB-doelstelling: uitvoering van de sportnota, met name versterking van zwemvaardigheden van doelgroepkinderen en voorkomen lastenverzwaring voor amateursportverenigingen. Bij de uitwerking wordt nagegaan of deze doelstelling past onder één van de doelen uit het beleidskader. Ambitie: nog nader uit te werken Outputindicator: - Oppervlak (in m2 of ha) openbare ruimte waarbij sprake is van een kwaliteitsimpuls - Deelname van jongeren aan georganiseerde sport Co-financiering: - Autonome middelen voor sport: - Autonome middelen voor speelplekken 0-12 jaar: Bestuurlijke afweging: De sportnota is reeds vastgesteld maar heeft een dekkingsprobleem door het eindigen van GSBII. De middelen worden onder meer ingezet ten behoeve van sportactiviteiten voor kinderen uit risicogroepen op de openwijkscholen. Ook het schoolzwemmen is gericht op kinderen uit risicogroepen die in groep 8 nog geen zwemdiploma hebben. Verder wil het college uitvoering geven aan de raadsmotie van 18 december 2002 die betrekking heeft op het compenseren van OZB-heffing voor sportverenigingen.

27

Maatschappelijke GSB 5108 5108 5108 5558 5558 26.440 zorg GSO 450 450 450 1.350 Totaal 5558 5558 5558 5558 5558 27.790 Doelstellingen: De beleidsprioritering voor de komende periode is: - GSB en gemeente: verbetering van de doorstroming in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang; verbetering aansluiting verslavingszorg/maatschappelijke opvang en wonen/werken - GSB en gemeente: verminderen overlast door personen: jongeren, daklozen en verslaafden; mede door de realisatie van een sluitende aanpak van sociale opvang en hulpverlening gericht op overlastgevende personen (zie tevens programma veiligheid) - GSB en gemeente: het verbeteren van de aanpak van huiselijk geweld - GSO en gemeente: versterken zorgvoorzieningen, zoals sociale pensions - GSO en gemeente: aanpak dak- en thuislozenproblematiek - Gemeente: realisatie van een zorgketen van preventie, opvang en herstel, waarbij primair wordt ingezet op preventie. Ambitie: De ambities van ons college passen binnen de kaders die door het rijk en de provincie zijn aangegeven. Zij raken aan de kern van de maatschappelijke opgave waarvoor steden zich geplaatst zien. De komende maanden zullen de doelstellingen concreter worden uitgewerkt. Ten aanzien van huiselijk geweld wordt de komende jaren onder aansturing van de gemeente door politie, justitie en hulpverleningsinstellingen een structurele ketenaanpak georganiseerd. Door ons college zijn hierover afspraken gemaakt. Daarom ligt er geen claim op GSB/GSO middelen voor dit doeleinde. De maatschappelijke zorg levert door de instandhouding van een zorgaanbod een bijdrage aan het verminderen van overlast. Outputindicatoren: - gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang - instroom- en uitstroompercentages in de maatschappelijke opvang - monitoring aantal dak- en thuislozen Co-financiering: Op het terrein van de maatschappelijke opvang is uitgaande van het niveau 2004 sprake van financiering van GSB (70%), GSO (5%) en gemeentelijke middelen (25%). De gemeentelijke middelen worden als co-financiering gebruikt. Verder worden in toenemende mate AWBZ-gelden ingezet. Bestuurlijke afweging: Uitgangspunt bij de ondersteuning van kwetsbare groepen binnen de maatschappelijke opvang is het voorkomen van isolement en het bevorderen van de zelfredzaamheid. Binnen het gevraagde budget is in totaal 500.000,- geraamd voor de sluitende aanpak van dak- en thuisloze jongerenproblematiek; besteding is volgens de uitkomsten van het project dak- en thuisloze jongeren dat dit jaar wordt afgerond en waarbij de provincie is betrokken. Nijmegen heeft een centrumfunctie voor Zuid-Gelderland (regio's Nijmegen en Rivierenland); vanuit deze verantwoordelijkheid draagt ons college zorg voor een regionaal toegankelijk voorzieningenniveau. In haar protocol geeft de provincie aan dat GSO-middelen ingezet zullen worden voor a- structurele maatschappelijke opvang-activiteiten. Als ons college kiest voor structurele activiteiten, dient er inzicht te komen over de wijze van financiering na de GSO periode van drie jaar. 28

Volwasseneneducatie 1326 738 738 739 739 4.280

Doelstellingen: - GSB-doelstelling: geen leerling zonder diploma van school: vergroten van ontwikkelingskansen van 0-23 jarigen door voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden en het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt. - GSO-doelstelling: vermindering schooluitval en vergroten arbeidsparticipatie - Eigen GSB-doelstelling: geen Ambitie: nog nader uit te werken Outputindicatoren: - % afgeronde trajecten t.o.v. doelgroep NT2 Co-financiering: - Middelen voor Inburgering Nieuwkomers Bestuurlijke afweging: De middelen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs worden integraal onderdeel van de Brede Doeluitkering. Aangezien de GSB-middelen fors teruglopen moet het College prioriteiten stellen. Het College kiest voor een ketengerichte en preventieve aanpak door de ambitie op het terrein van volwasseneducatie te verminderen en te koppelen aan inburgering van nieuwkomers en toeleiding naar werk. De sturende visie van het College en de uitgangspunten om te kiezen voor de vroegtijdige aanpak en ketengericht werken, heeft binnen de BDU Sociaal als consequentie dat een groot deel van de volwassenenducatie zal worden wegbezuinigd. Het gaat om de onderdelen sociale redzaamheid (kwalificatiestructuur 1-3, ca. 300 deelnemers per jaar), breed maatschappelijk functioneren (kwalificatiestructuur 4, ca. 70 deelnemers per jaar) en VAVO (kwalificatiestructuur 5 + 6, 200 deelnemers per jaar). Consequentie hiervan is dat met name analfabeten, ouderen, moeilijk lerenden, jongeren, volwassenen die minder dan tien jaar onderwijs hebben genoten en ouders uit risicogroepen geen deel meer kunnen nemen aan educatietrajecten. Hetzelfde geldt voor jongeren die in het reguliere voortgezet onderwijs geen diploma hebben behaald (vmbo en havo/vwo) en dit alsnog via volwasseneducatie willen doen om zo een startkwalificatie te behalen (ca. 200 jongeren). De taallessen NT2 gericht op inburgering worden wel voortgezet. Omdat de GSB-middelen dermate krap zijn, moeten moeilijke keuzes worden gemaakt, d.w.z. hetzij in de voorschoolse, schoolse of volwassen fase. Het College kiest ervoor de voorschoolse en schoolse periode prioriteit te geven. 29

Ouderen 75 75 75 75 75 Totaal 375 Welzijnsbezoeken Doelstelling: Doel van het project Welzijnsbezoeken aan ouderen is om inwoners van Nijmegen van 70 jaar en ouder preventief te bezoeken en, door hen informatie te geven, meer gebruik te laten maken van regelingen en voorzieningen. Bij de uitwerking zal worden nagegaan bij welke doelstelling uit het beleidskader dit project kan worden ondergebracht. Ambitie: De ambitie is om in een vroeg stadium in contact te komen met kwetsbare ouderen en daardoor ernstiger problemen te voorkomen. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit effect behaald wordt dankzij de bezoeken. Co-financiering: reguliere budget voor SWON. Rijksontwikkelingen: Met de Wet Maatschappelijke Zorg komen een aantal taken op zorgterrein richting gemeente, waardoor de effecten van preventie ook ten bate van de gemeente zullen komen. Bestuurlijke afweging: Preventie. Dat wil zeggen: zwaardere vormen van zorg voorkomen door in een vroeg stadium problemen te onderkennen en hulp te bieden. In de toekomst levert dit geld op voor de gemeente, waar dat nu nog een besparing op de AWBZ als effect heeft.

30

Multiculturele 1.000 1.000 1.000 1.000 Totaal 4.000 samenleving en emancipatie

31

Doelstellingen: - GSB-doelstelling: integratiedoelstelling `Mensen die elkaar verstaan', nog nader uit te werken. - GSO-doelstelling: `aandacht voor integratie' - Eigen GSB-doelstelling: geen Outputindicatoren: Ambitie: In de eerste plaats zullen de rijksmiddelen die wij krijgen voor inburgering, zoals het zich nu laat aanzien, fors afnemen. Wat wij hier onder de noemer integratie claimen, is bedoeld om een deel van de gaten die daardoor vallen, te dichten. Het niet claimen van deze middelen leidt ertoe dat een deel van de doelgroep zonder aanbod blijft zitten en dus niet inburgert, met alle maatschappelijke gevolgen van dien. We hebben het dan alleen nog maar over de zogenaamde nieuwkomers. Daarnaast kent Nijmegen nog duizenden oudkomers die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen en vaak ook op andere aspecten niet ingeburgerd zijn. In de tweede plaats kiezen we er beleidsinhoudelijk voor om met de integratiemiddelen vooral ons laagdrempelig aanbod in de wijken te versterken. Dat impliceert dat we ons met name richten op de vrouwen. Op die manier sluit de hier beschreven inzet aan op de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar én op de inzet op grond van de Wet werk en bijstand. Een en ander past binnen onze ambities in het kader van het Deltaplan voor integratie, dat wij voor de zomervakantie willen vaststellen. Dit wordt het actieplan op basis waarvan wij de komende jaren ons multicultureel beleid vormgeven. Wij formuleren de volgende doelstellingen: · wij willen de participatie van allochtone vrouwen bevorderen, zodanig dat over 5 jaar ...% van de allochtone vrouwen/oudkomers en ...% van de vrouwen/nieuwkomers in Nijmegen een opleiding volgt of vrijwilligerswerk doet (nog aanvullen: gehanteerde definitie van allochtone vrouwen, nulmeting nu, reële percentages voor over vijf jaar) · in een drietal wijken willen we met de scholen afspraken maken over betrokkenheid van ouders bij de school wat moet resultaten in xx % ouders dat naar ouderbijeenkomsten gaat, xx ouders die actief worden op school als vrijwilliger. · Aanvullend willen wij specifieke aandacht voor hoger opgeleide nieuwkomers: zij kunnen in Nijmegen snel een baan vinden die aansluit op het opleidingsniveau dat zij behaald hebben in het land van herkomst. · allochtone ouders zijn tevredener over de onderlinge communicatie met en participatie op de school van hun kinderen; leerkrachten delen die mening. · Voor specifieke groepen is een doelgroepaanpak beschikbaar. Dat betreft onder andere de Ama's. Een greep uit de maatregelen: · (gedeeltelijke) voortzetting van het laagdrempelig aanbod van wijktaalgroepen · (gedeeltelijke) voorzetting van duale trajecten en taalstages · pilot taalles aan huis, uitgevoerd door vrijwilligers, voor díe groep vrouwen die de deur niet uitkomt, maar wel een opvoedende taak heeft · uitbreiding van de werkwijze van allochtone schoolcontactpersonen · gedeeltelijke voortzetting van het project Jasmijn · een vervolg op de afspraken uit het collegeakkoord rondom Ama's Co-financiering: allochtonen die uitkeringsgerechtigd zijn, vallen onder de WWB. Dat geldt voor een deel van de groep oudkomers. Verder onderzoeken wij of een vervolg van Trabou Tin mogelijk is door het inzetten van ESF III. Wij reserveren daar geen GSB- of GSO-middelen voor. Bestuurlijke afweging: In onze claim voor integratie zijn onze inspanningen voor inburgering zoals omschreven in de WIN (nog) niet meegenomen. Wij stellen dit afhankelijk van de vraag of de middelen voor inburgering worden toegevoegd aan de BDU. Hierover komt begin april duidelijkheid. Mocht dit het geval zijn, dan wordt onze claim uitgebreid met onze aanpak inburgering (inhaalslag oudkomers, inburgering op maat voor nieuwkomers (migranten en vluchtelingen). Wél anticiperen wij met deze claim op de verwachte gevolgen van de nieuwe inburgeringswetgeving. Een kabinetsbesluit wordt een dezer dagen verwacht. 32

Algemene kosten:

Grotestedenbeleid 500 375 375 375 375 2000 540 455 370 285 200 isv 1850 Totaal: 3850 algemene proces- en coördinatiekosten. Toelichting: Het betreft hier werkzaamheden en activiteiten in de sfeer van procesmanagement (zowel ISV als GSB in het algemeen), extra periodieke voortgangrapportages, zelfanalyse en visitatie, extra inzet onderzoek i.v.m. monitoring communicatie en representatie (w.o. stadsbezoeken), deelname G26, deelname Kenniscentrum GSB en KEI, inschakeling Expertteam GSB, deelname G8, extra accountantskosten, etcetera, etcetera.

33

Bijlage 2.

Samenstelling projectgroep MOP III

Generalist Sociale Pijler Hans Loef Beleidsgeneralist Veiligheid Erik Boelaars Beleidsgeneralist Inburgering en Integratie Sandra Ruta Beleidsgeneralist Jeugd Daniëlle Leenders Beleidsgeneralist Zorg Nevin Tosun Generalist Fysiek Agethe Derkse Beleidsgeneralist Fysiek Hendrik Jan ter Schegget Beleidsgeneralist Economie Frits Clappers Stagiaire bestuurskunde KUN Ward Mariman Secretariële ondersteuning Marijke Weeren Projectleider (tevens voorzitter projectgroep) André van Straaten Adviseurs: Procesmanager GSB Jan Arts BBI-specialist Karin Homan Specialist gemeentefinanciën (Cofin) Rob a.d. Toorn Specialist GSB-financiën Fred Smeets Onderzoek GSB/GSO Kees Goderie

34

Bijlage 7: Afkortingenlijst

APW Aanpak Particulier Woningbezit BBI Beleids- en Beheers Instrumentarium BDU Brede Doel Uitkering BZK Binnenlandse Zaken ESF Europees Structuurfonds ISV Integrale Stedelijke Vernieuwing FIP Financieel Investeringsprogramma GSB Grotestedenbeleid G26 De 26 steden die meedoen aan het GSB (minus de 4 grootste steden) G 8 De 8 Gelderse steden die meedoen aan het GSO GSO Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid GOA Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid KEI Kenniscentrum stedelijke vernieuwing MO Maatschappelijke Opvang MOP Meerjaren Ontwikkelings Plan NT2 Nederlands als tweede taal OALT Onderwijs in Allochtone Levende Talen OBAZ Onze Buurt Aan Zet OWS Openwijkscholen PO Primair onderwijs (basis onderwijs+ speciaal basis onderwijs) PPN Perspectief Nota RMC Regionaal Meld en Coördinatiefunctie SIV Sociale Integratie en Veiligheid VAVO Voortgezet Algemeen Vormend Onderwijs VO Voortgezet Onderwijs VSV Voortijdig School Verlaten VVP Voor- en Vroegschoolse Periode WWB Wet Werk en Bijstand

35

---- -- Perspectiefnota 2005-2008

april 2004

Inhoud

Inleiding................................................................................................................................................1 Voorstel................................................................................................................................................5 1 Bestuursprogramma 2005........................................................................................................7 1.1 Openbare Orde en Veiligheid, Algemene, Bestuurlijke en Juridische zaken, Externe betrekkingen, Evenementenbeleid................................................................7 1.2 Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen..........................................................13 1.3 Ruimte, Wonen, Sport.....................................................................................................19 1.4 Wijken, Recreatie en Spelen.........................................................................................25 1.5 Verkeer, Milieu, Cultuur..................................................................................................29 1.6 Onderwijs, Zorg en Grotestedenbeleid......................................................................35 1.7 Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven......................................................................43 2 Financieel overzicht 2005­2008..........................................................................................49 2.1 Financieel beeld................................................................................................................49 2.2 Dekking...............................................................................................................................53 2.3 Resultaat............................................................................................................................55

Bijlagen 1. Wat gebeurt er met de voorstellen van de Taskforce? 2. Wat gebeurt er met het raadsbesluit van februari? 3. Toelichting op programma Gemeentelijke heffingen Toegevoegde bijlage Naar MOP III... Eindrapport Taskforce anders Bezuinigen perspectiefnota 2005 2

Inleiding

Voor u ligt de Perspectiefnota 2005. In de Perspectiefnota leggen wij uw Raad de uit- gangspunten voor, die wij willen gebruiken bij het maken van de nieuwe Stadsbegroting. Valt de formele vaststelling van die nieuwe Stadsbegroting nog steeds in november, de inhoudelijke discussie die daar aan ten grondslag ligt, voert uw Raad in mei, bij de be- spreking van de Perspectiefnota. Voor ons College is dat ook een moment om de balans op te maken. Hoe staat het met onze voornemens uit het Collegeakkoord. Wat hebben we gerealiseerd en wat is er nodig om daar het komend jaar mee verder te kunnen gaan. In het Collegeakkoord hebben we onze ambities verwoord om de stad op een andere manier te besturen. We leggen de nadruk op het verbeteren van de dagelijkse leefom- geving en het versterken van de sociale banden met de stad. Aan het eind van onze col- legeperiode willen we kunnen zeggen: De stad ligt er beter bij, de sfeer is verbeterd en de mensen weten dat je bij het bestuur terecht kan. De afgelopen 2 jaar hebben we op een aantal terreinen vooruitgang geboekt. De aanpak in de wijken begint succes af te werpen: er wordt serieus aandacht besteed aan een schone, hele en veilige leefomgeving, we zijn in gesprek met de bewoners van deze stad. Een aantal hardnekkige problemen is en wordt aangepakt: de verslaafdenproblematiek, de jeugd, de versnelling in de woningbouw. Het vertrouwen van de burgers in het college blijkt groot te zijn en te blijven. Ook aan onze toekomst is gewerkt: de voorstellen over Koers West zijn daar het meest aansprekende voorbeeld van. En in de verbetering van de dienstverlening hebben we vooruitgang geboekt, onder meer door de opening van de nieuwe Stadswinkel. Dit jaar overheerst daarbij de vraag hoe we de begroting sluitend kunnen houden, of beter, hoe we de begroting weer sluitend kunnen krijgen. De economie zit tegen en het beleid van deze Regering maakt dat nog erger. Zowel het Gemeentefonds als vele speci- fieke regelingen staan onder zware druk. En ook in het Grotestedenbeleid, dat in 2005 een volgende periode ingaat, is sprake van een forse vermindering van budgetten en dus van mogelijkheden om de problemen van de stad aan te pakken. Het mag duidelijk zijn dat een sluitende begroting niet gerealiseerd kan worden zonder pijnlijke keuzes. We zijn die keuzes niet uit de weg gegaan. We hebben geprobeerd een evenwichtig pakket op te bouwen, dat een beroep doet op de solidariteit van Nijmegena- ren en van in Nijmegen actieve organisaties. We hebben er niet voor gekozen de boel stil te leggen: we blijven investeren in de stad en in de wijken. Ons economisch en ruimtelijk beleid houden we in stand. Koers West blijft als sleutelproject voor de toekomst van de stad overeind. Schoon, heel en veilig is nog steeds het doel, om de leefbaarheid van de stad en van de wijken te behouden en te versterken. We kiezen er niet voor om de problemen eenzijdig af te wentelen op de zwakste schou- ders. We trekken extra geld uit om de negatieve gevolgen van het rijksbeleid voor de minima weg te nemen of te beperken. Ook de WVG willen we ontzien. Gesubsidieerde arbeid blijft voor ons een belangrijk onderdeel van het bijstandsbeleid, met een belang- perspectiefnota 2005 1

rijk effect op de sociale infrastructuur. Breed willen we tegemoet komen, om die doel- groep niet in de kou te laten staan. En we kiezen voor investeren in de toekomst, door voorrang te geven aan onderwijs en jeugd. Ons vertrouwen in het concept van de openwijkschool is onverminderd groot. Samen met de schoolbesturen zoeken we oplossingen voor huisvesting en voor inhoude- lijke steun. Bij het vaststellen van de lopende Stadsbegroting waren de voortekenen van de sombe- re ontwikkeling van onze financiële positie al meer dan zichtbaar. Wij stelden een in- grijpende bezuinigingsronde in het vooruitzicht, om risico's en rijksbezuinigingen op te kunnen vangen. We kondigden de ambtelijke taskforce aan, die de vrijheid kreeg om bezuinigingsvoorstellen te doen. Wel gaven wij een aantal uitgangspunten mee: zoek de bezuinigingen niet in kaasschaafmethodes of in vele, kleine postjes. Schuw grotere, inhoudelijke keuzes niet en streef naar een evenwichtig pakket. Uw Raad verbond aan de bezuinigingsoperatie een taakstelling van 10 miljoen. In februari vulde u die opdracht in door kaders te schetsen voor de bezuinigingen. In deze Perspectiefnota laten wij u zien welke bezuinigingen wij voorstellen om door te voeren, de komende jaren. Samen met enkele geldopbrengende maatregelen ontlasten die voorstellen de gemeentebegroting met een kleine 11 miljoen in 2005 tot bijna 14 miljoen in 2008. In navolging van de taskforce hebben wij bij de bezuinigingen efficiënte organisatie en sobere uitvoering centraal gesteld. Van de bezuinigingen vinden we bijna de helft in de gemeentelijke organisatie. Onze bijdragen aan professionele organisaties in de stad brengen wij taakstellend omlaag, omdat wij vinden dat van hen een vergelijkbare effici- encybesparingen mag worden gevraagd. De andere helft van de bezuinigingen zit in ver- mindering van taken en subsidies. In de teksten per programma geven wij aan welke bezuinigingen wij willen doorvoeren. In de bijlagen treft u de bezuinigingsvoorstellen van de taskforce aan, met een beknopt overzicht van de argumenten bij de niet door ons overgenomen punten. In 2005 start ook een nieuwe periode voor het Grotestedenbeleid (GSB) en het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO). GSB en GSO zijn bedoeld om steden extra moge- lijkheden te bieden om stedelijke problemen te bestrijden en kansen voor nieuwe ont- wikkelingen te vergroten. In vergelijking met de afgelopen periode heeft het Rijk zich voorgenomen het GSB-budget voor de komende 5 jaar met 30 miljoen te verminderen. Voor het GSO krijgen we naar verwachting ook enkele miljoenen minder voor de komen- de 3 jaar. Op het moment dat we dit schrijven, heerst er nog steeds onduidelijkheid over al deze bedragen. Hiervoor gaven wij al aan dat wij voorrang geven aan ons minimabeleid. Gezien de be- perkte mogelijkheden van onze reguliere begroting achten wij het niet mogelijk om uit eigen middelen de teruggang van het GSB/GSO-budget op te vangen. Dat betekent dat wij voorstellen doen om terug te nemen op de doelen voor het nieuwe Meerjaren Ont- wikkelingsPlan (MOP). Ook hiervoor geven wij per programma weer welke effecten dat heeft. Als bijlage bij deze Perspectiefnota treft u een notitie aan, waarin wij de kaders schetsen voor dat nieuwe MOP, dat wij als onderdeel van de Stadsbegroting in novem- ber aan uw Raad voor zullen leggen. In het tweede hoofdstuk geven wij een overzicht van de financiële effecten van onze voorstellen en verkennen wij de financiële positie voor de komende meerjarenperiode. perspectiefnota 2005 2

Als daar de komende tijd nog veranderingen in optreden, informeren wij uw Raad daar direct over en verwerken wij die in de nieuwe Stadsbegroting. Om de begroting in 2005 sluitend te krijgen, stellen we uiteindelijk een bescheiden verhoging van de rioolheffing voor. Deze beperkte lastenverzwaring voor eigenaren ach- ten wij verantwoord, omdat die ons in staat stelt de negatieve effecten van het rijks- beleid voor de minima te ondervangen. Het eerste hoofdstuk, het Bestuursprogramma 2005, vormt het hart van deze Per- spectiefnota. Daar werken wij onze keuzes globaal uit. Per programma schetsen wij wel- ke kant we op willen in 2005 en volgende jaren en hoe daar bezuinigingen en GSB/GSO bij aansluiten. Per portefeuille geven wij een overzicht van de budgetuitbreidingen, de bezuinigingen en de GSB/GSO-claims. Wij vragen uw Raad in te stemmen met de bezuinigingen, zodat wij deze tijdig en vol- doende zorgvuldig kunnen realiseren. Voor de overige zaken stellen wij u voor ermee in te stemmen, dat we die in de Stadsbegroting 2005-2009 opnemen. De finale besluit- vorming over die Stadsbegroting vindt in november plaats.

perspectiefnota 2005 3

perspectiefnota 2005 4

Voorstel

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 26 mei 2004 Onderwerp Perspectiefnota 2005 Programma / Programmanummer Concernsturing / 8110 Portefeuillehouder P. Lucassen Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 6 april 2004 Samenvatting Voorstel om te besluiten Wij stellen u voor om - in te stemmen met de beleidsvoornemens voor de opbouw van de Stadsbegroting 2005-2008, die in deze Perspectiefnota staan beschreven - in te stemmen met de voorgestelde budgetuitbreidingen voor de oplading van de Stadsbegroting 2005-2008 - in te stemmen met de voorgestelde bezuinigingen, die wij na vaststelling van de Per- spectiefnota door uw Raad, gaan voorbereiden ten behoeve van een tijdige realisa- tie, vanaf 2005 - in te stemmen met het geschetste financiële perspectief als uitgangspunt voor de oplading van de Stadsbegroting - in te stemmen met onze uitgangspunten voor het nieuwe Meerjarig Onmtwikkelings- plan GSB III / GSOII en de financiële kaders.

perspectiefnota 2005 5

perspectiefnota 2005 6

1 Bestuursprogramma 2005

1.1 Openbare Orde en Veiligheid, Algemene, Bestuurlijke en Juridi- sche zaken, Externe betrekkingen, Evenementenbeleid 1.1.1 Beleid 2005 Programma Bestuur Ons College is actief betrokken bij het verder uitwerken van het dualisme. Daarbij streven we naar een verdere versterking van de rol van de Raad zodat hij een volwaar- dige counterpart voor het College kan zijn. Ter versterking van de controletaak van de Raad zal de Raad vanaf 1 januari 2005 het opdrachtgeverschap voor de accountantscon- trole op zich nemen. We streven naar een verbetering van de taakverdeling tussen Raad en College. In 2004 hebben we reeds een aantal aanzetten voor verbetering van de sa- menwerking gedaan. Volgend jaar doen we voor de vierde keer een onderzoek naar de naamsbekendheid van en het vertrouwen van de burgers in het College. We geven uw Raad in overweging dit onderzoek uit te breiden met een onderzoek naar de bekendheid met en het oordeel over de Raad. In 2005 gaan we verder met onze acties gericht op een betere dienstverlening aan de burgers, zoals bijvoorbeeld inzake de tijdige beantwoording van brieven en onze dienst- verlening via Internet. Inzake de gekozen burgemeester verwachten we dat dit later zal plaatsvinden dan in 2006, zodat we nog even kunnen wachten met de voorbereidingen hiervoor. In 2004 hebben we de Wet Bibob (Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) ingevoerd. De Wet Bibob is gericht op criminaliteitsbestrijding. In 2005 gaan we verder met de implementatie van deze wet. Integriteit van het openbaar bestuur zelf is een actueel en belangrijk onderwerp. In 2004 wijzigen we de gedragscode voor ambtenaren op enkele punten en we voeren de ambtseed in. Vervolgens leggen we in 2005 de nadruk op het bevorderen van een actieve toepassing van de gedragscode. Programma Veiligheid Veiligheid en onveiligheid zijn deels een kwestie van beleving. Dit geldt zowel voor soci- ale als fysieke veiligheid. Wij willen het veiligheidsbeleid en het handhavingsbeleid dicht bij de mensen maken en uitvoeren. Voor 2005 en volgende jaren is handhaving van wet- en regelgeving één van de belangrijkste doelstellingen van ons College. Daarnaast is er prioriteit voor veiligheid. Handhaving We zijn in 2003 van start gegaan met het project Integrale Handhaving. Onderdelen van dit project zijn onder andere de uitvoering en uitbreiding van het handhavings- programma en de kwaliteitszorg vergunningverlening. In 2004 zijn we gestart met de uitvoering van de 11 prioriteiten uit het Integraal Handhavingsprogramma 2004 ­ 2006. perspectiefnota 2005 7

Voor elk van deze prioriteiten hebben we doelstellingen geformuleerd. In 2005 zetten we de uitvoering voort. Om de kwaliteit van de vergunningverlening te verbeteren stellen we in 2004 een plan van aanpak op. In dit plan van aanpak doen we voorstellen voor het oplossen van de aan- wezige knelpunten. In 2005 werken we aan de uitvoering van dit plan. In dit kader wil ons College extra middelen beschikbaar stellen voor de afdeling Stads- toezicht, structureel 235.000. Van dit bedrag willen we 100.000 besteden aan extra capaciteit voor de vergunningverlening (aantal en diversiteit laatste jaren sterk geste- gen), 65.000 om de toename aan bezwaarschriften en hoorzittingen op te vangen en 70.000 voor de toegenomen publicatiekosten van vergunningaanvragen en ver-leende vergunningen. Van belang hierbij is op te merken dat door ons College is besloten be- paalde vergunningen niet kostendekkend te maken, onder meer om de drempel voor het vragen van een vergunning voor de burger laag te houden. Aanpak Teersdijk In 2004 zijn we gestart met een intensivering van de handhavingsactiviteiten op het woonwagencentrum op de Teersdijk. De extra acties richten zich in eerste aanleg op illegale bouwwerken en brandonveilige situaties. Veiligheid In januari 2004 heeft een werkgroep van uw Raad een notitie gepresenteerd met daarin de kaders voor het nieuwe uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2005-2009. Voor dit programma zijn ook de kaders van het Rijk voor het nieuwe grotestedenbeleid van groot belang, daar de GSB-gelden een belangrijke financieringsbron zijn voor de uitvoe- ring van ons veiligheidsprogramma. 2005 is het eerste uitvoeringsjaar van het nieuwe programma. Ketenaanpak veelplegers De Nijmeegse ketenaanpak gericht op verslaafde veelplegers is een voorbeeld voor veel gemeenten in Nederland. Hoewel een direct oorzakelijk verband nog niet wetenschappe- lijk is aangetoond, zijn vermogensdelicten als woninginbraken en auto-inbraken sinds de start van de veelplegersaanpak sterk gedaald. De samenwerking tussen partijen in de keten (gemeente, politie, openbaar ministerie en verslavingszorg) wordt de komende jaren versterkt door het maken van afspraken daarover op bestuurlijk niveau. Daar- naast bekijken we of de ketenaanpak ook geschikt is voor andere doelgroepen dan ver- slaafde veelplegers. Aanpak van intimidatie Sommige overtredingen komen niet aan het licht of worden niet aangepakt, omdat er sprake is van intimidatie. Mensen durven overtredingen niet te melden en handhavers worden door intimidatie in de uitoefening van hun taak belemmerd. Als lokale overheid willen we hieraan wat doen door daadkracht uit te stralen. Het is essentieel dat meldin- gen een adequate follow-up krijgen. De komende jaren besteedt ons College extra aan- dacht aan de hier beschreven vorm van intimidatie. Programma Burgerzaken De groei van de bevolking en de ontwikkeling van de Waalsprong leidt ertoe dat er in 2006 extra stembureaus moeten komen en kiesapparatuur aangeschaft moet worden. Voor elke 10.000 inwoners extra hebben we per verkiezing 10.000 meer exploitatie- perspectiefnota 2005 8

kosten. Dit geld maken we vrij. De benodigde investering in 2006 voor extra stem- machines, nemen we mee in de afweging voor het nieuwe investeringsplan 2005-2008.

Het is zeer wel mogelijk dat er een extra verkiezing of referendum wordt gehouden, waarin we niet hebben voorzien in het budget egalisatiereserve verkiezingen. Te denken valt aan een Europees referendum (uitgesteld in 2004), mogelijke burgemeesters- verkiezing in of na 2006 en verwachte wijziging van het kiesstelsel in 2007. Iedere extra verkiezing kost 175.000. Vooralsnog zijn hier geen middelen voor vrijgemaakt. Programma Brandweer en rampenbestrijding In tegenstelling tot de repressieve en de preventieve taak heeft de pro-actietaak van de brandweer nog onvoldoende aandacht gehad. Pro-actie is gericht op het voorkomen van structurele onveiligheid. Tot medio 2003 was de pro-actietaak een taak van de regi- onale brandweer maar sinds de totstandkoming van de Regionale Brandweer Gelderland Zuid, is het uitgangspunt dat de uitvoerende pro-actietaak behoort tot de basistaken van een gemeente. In de Stadsbegroting 2005-2008 doen wij een voorstel op welke wijze wij capaciteit voor deze taak binnen de bestaande formatie vrijmaken. De brandweer neemt (verplicht) deel aan het landelijk communicatiesysteem C2000. Voor de onderhoudskosten van dit systeem moeten we middelen vrijmaken daar deze kosten, 105.000 per jaar, voor rekening van de gemeente Nijmegen komen. Programma Stedelijke Strategie Het EFRO- programmma Kanaalgebied loopt nog door tot en met het jaar 2006. De Eu- ropese bijdrage per project bedraagt maximaal 50%. De overige kosten moeten worden opgebracht uit publieke cofinanciering. We verwachten dat de reguliere geldstromen niet toereikend zijn voor de benodigde cofinanciering. Het resterende bedrag wegen we af in het investeringsprogramma. Programma Externe betrekkingen Om de professionaliteit van onze communicatiefunctie binnen de organisatie te verho- gen, willen we deze functie centraliseren in twee afdelingen: één afdeling voor de com- municatie over beleid, planontwikkeling en bestuur en één afdeling voor de communicatie over uitvoerende gemeentelijke activiteiten. Eind 2005 evalueren we de stedenbanden Pskov en Masaya. In deze evaluatie betrekken we ook het werk van de beide stedenband stichtingen Nijmegen-Pskov en Nijmegen- Masaya. Op basis van deze evaluatie stellen we een Raadsvoorstel op over het al dan niet voortzetten van de stedenbanden. Onze belangrijkste ambitie voor de Vierdaagse en de Vierdaagsefeesten is: stabilisatie, continuïteit en veiligheid. Deze evenementen zijn immers van zeer groot belang voor het imago van onze stad en voor onze lokale economie. Ons College wil het probleem oplossen dat we financieel een structureel tekort hebben voor de Vierdaage(feesten). De beno- digde middelen hiervoor zijn 150.000. Samenvoegen programma's Ons College zal uw Raad binnenkort voorstellen doen om een aantal programma's samen te voegen. De programmastructuur wordt hiermee vereenvoudigd en er is zo een betere aansturing mogelijk. perspectiefnota 2005 9

1.1.2 Bezuinigingen

Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Openbare Orde en Veiligheid, Algeme- ne, Bestuurlijke en Juridische zaken, Externe betrekkingen, Evenementenbeleid' de volgende bezuinigingen voor: Binnen het programma Veiligheid willen we vanaf vanaf 2007 60.000 besparen op het antidiscriminatiebureau. We vinden het belangrijk om een stedelijke voorziening te hebben voor antidiscriminatiebeleid maar dit hoeft niet in de vorm van een zelfstandig bureau. De subsidieverplichting aan het bureau loopt tot einde 2006. Daarna willen we de subsidie stopzetten. In de tussentijd bekijken we hoe we de functie op een andere manier kunnen invullen. Binnen het programma Brandweer kunnen we efficiencywinst realiseren. Door het com- bineren van de brandbestrijdings- en hulpverleningsfunctie in één voertuig is het moge- lijk om voortaan bij hulpverleningsvragen uit te rukken met dit ene voertuig. Door deze maatregel hebben we minder brandweerauto's nodig en ook minder formatie. Dit levert vanaf 2006 een besparing op van 300.000. In 2005, is de besparing 46.000. Binnen het programma Externe betrekkingen willen we het budget van de stedenbanden overhevelen naar de betreffende stichtingen. Onze eigen inzet vervalt hiermee. Dit levert vanaf 2007 30.000 op. Daarnaast stellen we een efficiencykorting voor op de KAN-bijdrage. De KAN-gelden kunnen volgens ons doelmatiger worden ingezet, minder overhead en meer gericht op de kerntaken. Taakstelling in 2005 50.000, daarna 100.000. 1.1.3 Ambities voor nieuwe GSB/GSO-periode 2005-2009 Onze ambities voor de nieuwe projectgelden GSB richten zich op de Brede Doel Uitke- ring (BDU) Sociaal. Voor het programma Veiligheid dienen wij een claim in van 8,25 miljoen voor de gehele vijfjarige periode. Deze middelen willen we besteden aan: - het terugdringen van het aantal veelplegers (5 x 350.000) - het verminderen van overlast op straat (5 x 400.000) - het implementeren van de gebiedsgebonden aanpak bij veiligheidsproblemen (5 x 650.000) - aanpak van intimidatie (5 x 100.000) - 750.000 voor het project OBAZ Kolping; op termijn willen we dit financieren uit de reguliere wijkgelden.

perspectiefnota 2005 10

1.1.4 Financieel overzicht portefeuille AVE

Voorstel budgetuitbreidingen 2005 verbeteren kwaliteit vergunning- Programma Veiligheid 235 verlening onderhoud communicatiesysteem Programma brandweer en rampenbe- 105 C2000 strijding oplossen tekort vierdaagsefeesten Programma Externe betrekkingen 150 Totaal portefeuille 2005 490 2006 stembureaus Waalsprong Programma Burgerzaken 10 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 anti discriminatiebureau Programma Veiligheid 60 60 minder brandweerauto's Programma brandweer en rampen- 46 300 300 300 bestrijding ondersteuning stedenbanden Programma Externe betrekkingen - - 30 30 KAN bijdrage Programma Externe betrekkingen 50 100 100 100 Totaal portefeuille 96 400 490 490 Claims GSB/GSO BDU Sociaal 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Veiligheid 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 7.500 - `een veilig Nijmegen' Veiligheid 250 250 250 750 - OBAZ Kolping Totaal 1.750 1.750 1.750 1.500 1.500 8.250

perspectiefnota 2005 11

perspectiefnota 2005 12

1.2 Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen

1.2.1 Beleid 2005

Programma Multiculturele samenleving en Emancipatie Medio 2004 komen wij met een actieprogramma in het kader van het Deltaplan voor Integratie. We doen dan voorstellen voor een aantal punten die we de komende jaren willen realiseren. Deze zijn gerelateerd aan de vier kernthema's die uw Raad in de motie heeft benoemd. Eind 2004 brengen we onze eerste integratiemonitor uit. We verwach- ten dat hier ook beleidsaanpassingen op zullen volgen. Het kabinet komt binnenkort met de nieuwe beleidsvoorstellen rondom inburgering. Gezien het regeerakkoord is het waarschijnlijk dat de huidige uitvoering van inburge- ring drastisch op de schop gaat. Dat heeft zowel voor ons als voor de inburgeraar vér- strekkende inhoudelijke en financiële gevolgen. Zodra er duidelijkheid is over het kabi- netsstandpunt, komen wij met een startnotitie over dit onderwerp. Programma Arbeidsmarktbeleid / Inkomen Om tot een structurele oplossing van de problemen bij BREED te komen, doen wij u dit jaar een voorstel over hoe wij ons in de toekomst op willen stellen inzake de gemeen- schappelijke regeling BREED. Ons doel hierbij is om meer aspecten in deze regeling te formaliseren en een structurele financiering. Voor het oplossen van de jaarlijkse finan- ciële tekorten denken wij aan de optie om een vast bedrag per S.W. medewerker bij te dragen. Daarnaast moet het voor BREED mogelijk worden om een weerstandsvermogen op te bouwen. Deze wijze van financieren betekent een structurele uitzetting voor onze begroting. Uitgaande van circa 1800 medewerkers, ramen wij 850.000. In het najaar 2004 leggen wij het voorstel over BREED aan uw Raad voor. Per 1 januari 2004 is de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB) ingegaan en zijn wij fi- nancieel verantwoordelijk voor ons bijstandsbeleid en -uitvoering. Onze huidige werk- wijze ligt vast in de minimumvariant. De maximumvariant implementeren we 1 januari 2005. Ons voorstel voor de maximumvariant leggen we juni 2004 aan uw Raad voor. Met de maximumvariant geven wij invulling aan de extra beleidsruimte die gemeenten met de invoering van de WWB hebben gekregen op het gebied van reïntegratie, handhaving en minimabeleid. In januari 2006 volgt een eerste evaluatie van de WWB waarover we in april 2006 aan uw Raad rapporteren. Ons College wil de risicovoorziening voor het inkomensdeel WWB op 10% van de jaar- lijkse Rijksbijdrage vaststellen. Dit vinden we een verantwoord percentage. Wat we overhouden, na afdracht aan deze risicovoorziening, besteden we aan het in stand hou- den van het verstrekkingenniveau van de bijzondere bijstand. Mocht er dan nog geld overblijven, dan besteden we dit op rekeningbasis aan andere doelen. Indien zich dit voordoet, leggen we uw Raad een voorstel voor. De gehele bijstandspopulatie en de huidige WIW- en ID-medewerkers zijn onder- verdeeld in de pijlers reïntegratie en participatie. Het reïntegratiebeleid richt zich primair op de meest kansrijke doelgroepen en op gemotiveerde bijstandgerechtigden. De kosten van de gesubsidieerde arbeid bedragen momenteel 85% van ons reïntegratie- perspectiefnota 2005 13

budget. De afspraak met uw Raad is dat wij dit beslag terugbrengen tot 50% in 2008. Dit is een forse taakstelling. In de komende 4 jaar zullen ongeveer 1500 mensen uit- stromen uit de gesubsidieerde banen. Daartegenover kunnen ongeveer 1100 mensen in- stromen op een gesubsidieerde baan. Ons College streeft er vanzelfsprekend naar om zoveel mogelijk gesubsidieerde banen om te laten zetten naar reguliere banen. We realiseren ons echter ook dat een aantal instellingen deze lasten niet kunnen dragen. Daar we het belangrijk vinden dat deze instellingen goed kunnen functioneren en dus de arbeidskrachten nodig hebben, willen we hierin voorzien door een aantal instellingen (deels) te compenseren. In 2004 werken we dit concept verder uit. We willen hier structureel 250.000 voor vrijmaken, in 2005 is 125.000 toereikend. In de pijler participatie staat het voorkomen van maatschappelijk en sociaal isolement centraal. Instrumenten die we inzetten zijn: vrijwilligerswerk, scholing en training, soci- ale activering en dagbesteding voor specifieke doelgroepen. Eind 2004 houden we opnieuw een openbare aanbesteding Activering en Zorg. Medio 2004 zijn de ervaringen met de eerste openbare aanbesteding geëvalueerd. De resulta- ten daarvan nemen we uiteraard mee. Ook bij deze tweede aanbestedingsprocedure gaan we zorgvuldig om met Nijmeegse instellingen. Maar uiteindelijk is de aan stringen- te regels gebonden aanbesteding bepalend voor de keuzes. Voor het alsnog realiseren van de taakstellingen uit de Agenda voor de Toekomst zal in 2005 onze uiterste inspanning nodig zijn. We hebben nog 2.856 op te starten trajecten voor de periode t/m 2005. Concreet betekent dit dat er in 2004 1.928 trajecten zijn gepland en in 2005 928. Neerwaartse afwijking van de aantallen trajecten en uitstroom leidt tot minder inkomsten en daarmee tot een mogelijk tekort voor de financiering van ons klantmanagement. Per niet gestart traject lopen we 450 mis en voor iedere niet uitgestroomde klant 1.532. We moeten dus stringent aan gaan sturen. In 2005 starten we met het Inkomen Ondersteuningsloket. Hiermee realiseren we de bezuiniging op de uitvoeringskosten van de bijzondere bijstand. Programma Economische ontwikkeling We willen de economische ontwikkeling van Nijmegen een impuls geven. In 2004 bepalen we opnieuw de strategische koers voor het sociaal economisch beleid. Dit zal nieuwe accenten geven voor het Lokaal Economische Beleidsplan 2000-2005. We willen het beleid meer richten op een effectieve koppeling tussen stimulering van economische activiteiten en het beleid om mensen weer aan het werk te krijgen. We gaan ook meer samenwerken met maatschappelijke organisaties en het Nijmeegse bedrijfsleven zoals in het onlangs opgerichte Innovatieplatform. Ook in 2005 en volgende jaren zetten we extra in op de uitvoering van revitalisering en herstructurering van bestaande en verouderde bedrijventerreinen. De gewenste ruim- telijk-economische clustering en intensivering wordt geconcretiseerd. Om de kwaliteit van vernieuwde bedrijventereinen in stand te houden, zijn afspraken met de betreffende bedrijven over het beheer en onderhoud van groot belang. Waar nodig zullen wij initiatieven ondersteunen. Om bedrijven te stimuleren tot intensief en zorgvuldig ruimtegebruik, ontwikkelen we in 2005 een bedrijfsgerichte maatregel die het voor bedrijven aantrekkelijker moet ma- ken om ruimte-intensief te bouwen. perspectiefnota 2005 14

Door de oprichting van het platform Health Valley wordt een vestigingsklimaat voor medisch technologische bedrijven gestimuleerd. De stimulering van kennisintensieve bedrijvigheid, inclusief medische technologie, blijft ook één van de speerpunten in de nieuwe periode van het GSB. Uitgangspunt hiervoor is het actieprogramma kennis- economie Nijmegen dat we in 2004 opstellen. In 2005 zal een plan van aanpak opgesteld worden om het aandeel van de commerciële dienstverlening in de werkfunctie van Nijmegen te vergroten. Met name commerciële dienstverlening voor de lager opgeleiden. Tevens zal er ook een begin gemaakt worden met de implementatie hiervan. Teneinde de lokale inkleuring van winkels gestalte te geven, is het van belang de aan- trekkingskracht van de aanloopstraten en ringstraten te verbeteren. Hiermee is een begin gemaakt door de herinrichting van de Vlaamse Gas en omgeving. De eerste ervaringen met het bedrijvenloket laten zien dat het in een behoefte voor- ziet, sterker nog, we hebben met dit loket een behoefte opgeroepen. De pilot loopt eind 2004 af, daarna zetten we het bedrijvenloket als reguliere dienstverlening voort. Voor de pilot was 200.000 op jaarbasis beschikbaar gesteld. Voor de jaren 2005 en 2006 zetten we 2 x 100.000 in. Hiermee kunnen we onze dienstverlening op het gewenste niveau houden. Aan de hand van de ontwikkelingen besluiten we in 2006 over de vervolg financiering.

perspectiefnota 2005 15

1.2.2 Bezuinigingen

Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen' de volgende bezuinigingen voor: Op multicultureel gebied willen we 50.000 minder subsidie geven. We zullen de crite- ria waarop we aanvragen toetsen, aanscherpen. We stemmen dit af met het landelijk beleid. Binnen het programma Arbeidsmarktbeleid willen we 50.000 besparen op onze ambte- lijke capaciteit voor ESF-projecten. Ons uitgangspunt is dat deze ondersteuning zich- zelf vanuit de projecten moet terugverdienen. Voor de Rijksbezuiniging op de Bijzondere bijstand heeft uw Raad opdracht gegeven deze bezuiniging op te vangen binnen het programma Inkomen. Taakstelling is 3,1 mil- joen. We hebben de mogelijkheden nagegaan maar zijn tot de conclusie gekomen dat dit zou leiden tot een, in onze ogen onaanvaardbare, afname in het voorzieningenniveau. We kiezen er daarom voor het voorzieningenniveau te handhaven. Waar mogelijk bezuinigen we op de uitvoeringskosten; het resterende bedrag ( 2,8 miljoen in 2005 dalend tot 2,4 miljoen in 2008) boeken we in als onvermijdbare tegenvaller. In het totale finan- ciële meerjarenbeeld vinden we hier een oplossing voor. De bezuiniging op de uitvoeringskosten ( 300.000 in 2005 oplopend tot 700.000 in 2008) is ondergebracht bij het programma Concernsturing. Zoals bij het programma Economische ontwikkeling staat vermeld, is de bezuiniging op het Bedrijvenloket 100.000 in 2005/2006 en vanaf 2007 200.000. 1.2.3 Ambities voor nieuwe GSB/GSO-periode 2005-2009 Onze ambities voor de nieuwe projectgelden GSB richten zich op de BDU's Economie en Sociaal. Voor het programma Economische ontwikkeling willen wij een claim indienen van 5,1 miljoen voor de gehele periode. Deze middelen willen we besteden aan: - revitalisering/herstructurering bedrijventerreinen, bijv. Koers West - innovatie bij bedrijven - verbetering vestigingsklimaat bedrijven en bereikbaarheid Voor het programma Multicultirele samenleving en emancipatie dienen wij een claim in van 4 miljoen. Deze middelen willen we geheel besteden aan integratie: - bevorderen participatie van allochtone vrouwen - banen voor nieuwkomers die aansluiten op het opleidingsniveau - verbetering communicatie/ participatie ouders op scholen - specifiek doelgroepbeleid perspectiefnota 2005 16

1.2.4 Financieel overzicht portefeuille MWI

Voorstel budgetuitbreidingen 2005 gesubsidieerde arbeid Programma Arbeidsmarktbeleid 125 BREED Programma Arbeidsmarktbeleid 850 bijzondere bijstand Programma Arbeidsmarktbeleid 2.800 Totaal portefeuille 3.775 vanaf 2006 2006 2007 2008 gesubsidieerde arbeid Programma Arbeidsmarktbeleid 250 250 250 bijzondere bijstand Programma Arbeidsmarktbeleid 2.600 2.500 2.400 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 Beperken subsidies multicul- Programma Multiculturele samenle- 50 50 50 50 tureel beleid ving & emancipatie ESF-projecten Programma Arbeidsmarktbeleid 50 50 50 50 Bedrijvenloket Programma Economische ontwikke- 100 100 200 200 ling Totaal portefeuille 200 200 300 300 Claims GSB/GSO BDU Economie 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Economische ontwikkeling 5.100 - bedrijventerreinen, vestigings- klimaat, innovatie BDU Sociaal 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Multiculturele samenleving en 800 800 800 800 800 4.000 emancipatie - integratie perspectiefnota 2005 17

perspectiefnota 2005 18

1.3 Ruimte, Wonen, Sport

1.3.1 Beleid 2005

Programma Ruimtelijke ontwikkeling Ook in de komende jaren blijven we investeren in de ontwikkeling van de stad om haar aantrekkelijk te houden voor bewoners, ondernemers en gasten. Er is ruimte nodig voor wonen, werken en ontspannen en dat dwingt tot het maken van zorgvuldige keuzes. Ons uitgangspunt is dat de stad ruimtelijk en functioneel in balans blijft. Om dit te berei- ken oefenen we invloed uit op ontwikkelingen, soms als initiator (Koers-West), in andere gevallen als stimulator (Spoorzone) of als bewaker van kwaliteitsambities (Philips City Center). Bij alle ontwikkelingen van enige omvang stellen we vooraf heldere kaders waaraan we de plannen toetsen. Ons College probeert de betrokkenheid van bewoners te bevorderen, soms op grote schaal zoals bij Plein 1944 maar veelal op het niveau van de wijk en de buurt. Het Kansenboek-thema `Stad aan het water' bepaalt in sterke mate onze inzet in 2005 en de jaren daarna. Voor ons is Koers West één van de belangrijkste stedelijke ontwik- kelingsprojecten. Ook gaan we verder met de aanpak van Hart voor Dukenburg, de Win- kelsteeg, Noord- en Oost-Kanaalhavens en met de uitvoering van de wijkvisie Hatert. De groene rand van Nijmegen is ons veel waard en beschermen we dan ook waar nodig. Daarnaast leveren we een actieve bijdrage aan het regionale ruimtelijke beleid, bijvoor- beeld voor het nieuwe streekplan Gelderland. Programma Grondbeleid Met zowel de gewenste ruimtelijke ontwikkeling als de functionele beleidsprogramma's (wonen, bedrijvigheid, sport, cultuur etc.) als kader realiseren we binnen dit programma de projecten waar juist de ontwikkelende, initiërende en stimulerende rol van ons Colle- ge noodzakelijk is. De ingezette lijn van een actieve grondpolitiek zetten we voort. Een actief strategisch aankoopbeleid met toepassing van de WVG, het ontwikkelen van plannen in samenspraak met bewoners en realisatie van projecten met een maatschap- pelijk gewenst bouwprogramma zijn resultaten van dit beleid. Teneinde de risico's van deze activiteiten te kunnen dragen, is het noodzakelijk om de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf goed op peil te krijgen en te houden. Programma's Ruimtelijke inrichting en vormgeving en Ruimtelijk beheer In 2005 gaan we verder met het actualiseren en digitaliseren van de bestemmings- plannen. Aan de beurt zijn Lindenholt, Centrum, Winkelsteeg, Westkanaaldijk en de Noord- en Oost-Kanaalhavens. Om de voortgang van de Waalsprong te bevorderen, starten we in 2005 naar verwachting met vijf bestemmingsplannen voor dit gebied. We willen de juridische kwaliteit van de plannen verbeteren, waarmee we het aantal beroep- en bezwaarzaken hopen te verminderen. Procedures worden zo versneld. Om de woningbouw te kunnen versnellen, maken we gebruik van de ruimere mogelijkheden die provincie en Inspectie VROM ons in 2005 bieden. We handhaven de bestemmingsplanvoorschriften actief en stringent. Illegale situaties zullen we ongedaan laten maken. Om de kwaliteit van particuliere initiatieven te kunnen perspectiefnota 2005 19

toetsen, stellen we stedenbouwkundige randvoorwaarden en richtlijnen op. Waar nodig stellen we beeldkwaliteitplannen op als aanvulling op de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit en de daaraan gekoppelde gebiedsbeschrijvingen. Programma Cultuurhistorie De cultuurhistorie is één van de belangrijkste dragers van de identiteit van Nijmegen. Naast economische waarde heeft de Nijmeegse cultuurhistorie betekenis voor burgers en ondernemers, voor de ruimtelijke kwaliteit en voor de leefbaarheid van de stad. De teruglopende GSB-/ISV-middelen besteden we vanaf 2005 grotendeels aan niet- structurele projecten. Dit houdt in dat we de reguliere, veelal wettelijke taken in zijn geheel zelf moeten financieren. Extra formatiekosten hiervoor zijn circa 200.000. De kosten van restauratie- en onderhoudssubsidies voor gemeentelijke monumenten zullen vooralsnog gefinancierd worden uit het UPS. Programma Wonen Wonen is voor alle Nijmegenaren van belang. De laatste jaren neemt de spanning op de Nijmeegse woningmarkt almaar toe. Bouwen, bouwen, bouwen is dan ook ons credo. Naast kwantiteit gaat het om kwaliteit. We streven naar voldoende variatie om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de (financiële) wensen van burgers. Ook variëren we in ar- chitectuur en uitstraling van de woningen. Kwaliteit van wonen vereist bovendien een goede leefbaarheid in de wijken. Tenslotte dient het vergunningstelsel goed te functi- oneren. Veiligheid, duidelijkheid en klantvriendelijkheid zijn hierbij de sleutel-woorden. De potentiële productie van 2004 en 2005 bedraagt bijna 5000 woningen waarvan bijna 40% in de goedkope voorraad. Om vaart te houden in de snelheid van de woningbouw bekijken we of we regels kunnen afschaffen om zo termijnen te bekorten. We zetten ISV-middelen in om onrendabele kosten te financieren in gemeentelijke grondexploitaties. Hiermee bereiken we dat goedkope woningbouw mogelijk blijft. We stimuleren herstructurering van lokaties door middelen uit het erfpachtfonds in te zetten en door het verstrekken van een huurgewenningsbijdrage. Een effectieve verdeling van de beschikbare woningen is uitermate belangrijk. Daarom blijven we de effecten van het systeem voor de woonruimteverdeling kritisch volgen. Ook voor specifieke doelgroepen zoals studenten en ouderen moet voldoende woning- aanbod zijn. Een ander speerpunt is de verbetering van de leefbaarheid van de woonwijken. We zet- ten daarbij in op de aanpak van illegale kamerbewoning en onderhuur. Met de woningcor- poraties maken we nadere afspraken over de inzet en de samenwerking bij de aanpak van overlastgevers. Na 2004 nemen onze werkzaamheden inzake de aanpak particuliere woningvoorraad sterk af. We hebben hier de afgelopen jaren veel aandacht aan besteed, waardoor de kwaliteit nu grotendeels op een goed niveau is. Programma Bouwen De laatste jaren zien we een toename van het aantal bouwvergunningaanvragen. De hui- dige personele capaciteit voor het leveren van de bouwvergunningen is daar niet op be- rekend. Ook de digitalisering van het bouwarchief kost meer dan oorspronkelijk be- groot. Oorzaken zijn met name extra knelpunten en onduidelijkheden in oude dossiers die moeten worden opgelost en de gefaseerde verhuizingen naar een ander gebouw. Bei- de posten bedragen 100.000 die we financieren uit de meeropbrengsten bouwleges. perspectiefnota 2005 20

Handhaving is één van de belangrijkste prioriteiten van ons College. Voor medio 2004 ronden we de nota handhaving af. We gaan meer programmatisch en projectmatig hand- haven. We intensiveren het aanschrijven van eigenaren van woningen of gebouwen bij onveiligheid of ondeugdelijkheid van deze panden. Ook verbeteren we de dienstverlening aan onze klanten. Programma Panden Voor 2005 leggen we uw Raad de notitie Pandenbeleid ter vaststelling voor. Ons beleid is om de panden zoveel mogelijk onder te brengen bij de inhoudelijke programma's. Daarnaast vinden we dat het in bezit hebben en eventueel aankopen van panden geen kerntaak voor ons is. We zullen dan ook mogelijkheden bekijken om panden te verkopen. Het programma Panden willen we laten vervallen. Programma Sport Het sportbeleid in de periode 2005 tot 2008 zetten we voort op basis van de sportnota `breedtesport op topsportniveau'. De vier hoofdlijnen zijn: sportdeelname, sportvereni- gingen, sportaccommodaties en topsport. De sportdeelname wordt verder gestimuleerd onder andere door twee nieuwe sportieve scholen en sportstimuleringsprojecten op middelbare scholen. In 2005 is een evaluatie gepland van de verenigingsondersteuning via de partnerships. Afhankelijk daarvan besluiten we of we de samenwerking met het basketbalbolwerk en stichting topjudo continueren. We sluiten nieuwe partnerships met sportorganisaties. Ook besteden we aandacht aan de positie van vrijwilligers bij sportorganisaties. Om talent te stimuleren en te ondersteunen, starten we in 2005 met het Sportersfonds voor Nijmeegse talenten. Het sportaccommodatiebeleid krijgt verder vorm. We brengen de (toekomstige) vraag naar accommodaties in beeld en vergelijken dit met het bestaande aanbod en de techni- sche ontwikkelingen. Dit moet ertoe leiden dat we vanaf 2005 kunnen werken met actu- ele uitgangspunten voor accommodatieplanning, kwaliteit en ingebruikgeving. In de Stadsbegroting 2005-2008 doen we een voorstel om binnen dit programma mid- delen vrij te maken voor de kwaliteitsverbetering van de sportaccommodaties. Voor de Waalsprong maken we een accomodatieplanning waarbij we rekening houden met het bestaande aanbod in de naastgelegen gemeenten. We reserveren in deze planning ruimte voor commerciële aanbieders van sportvoorzieningen. In de komende periode realiseren we de multifunctionele accommodaties in Hengstdal en in Oosterhout. Samen met de Nijmeegse topsportverenigingen bereiden we een plan voor om de Jan Massinkhal geschikt te maken voor het gebruik als topsportlocatie. Inzake de OZB-heffing voor amateur sportverenigingen willen we GSB-gelden inzetten om deze verenigingen hierin tegemoet te kunnen komen. perspectiefnota 2005 21

1.3.2 Bezuinigingen

Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Ruimte, Wonen, Sport' de volgende bezuinigingen voor: Binnen Bouwen en Wonen hebben we een aantal herschikkers. Voor deze herschikkers willen we een structurele oplossing vinden. We verwachten dat dit binnen Bouwen en Wonen een besparing geeft van tenminste 100.000 per jaar. Binnen het programma Wonen hebben we middelen beschikbaar voor bezwaarschriften huisvestingszaken. Daar we nauwelijks nog bezwaarschriften ontvangen, kunnen we hier 70.000 bezuinigen. Binnen het programma Sport willen we de sport- en speluitleen voortaan kostendekkend aanbieden. Dit levert ons 20.000 op. Verder willen we de buitensportvelden efficiën- ter benutten. Met de sportverenigingen overleggen we over de mogelijkheden hiervoor. We boeken een taakstellend bedrag in van structureel 64.000. Voor Ruimtelijke Ontwikkeling zijn in het verleden vanuit het programma Mobiliteit uren beschikbaar gesteld voor verkeersadvies. Dit urenbudget gebruikt RO niet meer en kunnen dus teruggeboekt worden naar Mobiliteit. Het betreft circa 1 fte. Een financieel interessante ontwikkeling binnen deze portefeuille is dat de bouwleges al een aantal jaren achtereen fors meer opleveren dan begroot als gevolg van een sterke toename van het aantal bouwvergunningaanvragen. Daar we verwachten dat deze ont- wikkeling zich de komende jaren voort zal zetten (Waalsprong, KoersWest), boeken we voor de komende meerjarenperiode structureel 1,2 miljoen extra bouwleges in, zonder dat de leges worden verhoogd. 1.3.3 Ambities voor nieuwe GSB/GSO-periode 2005-2009 Onze ambities voor de nieuwe projectgelden GSB/GSO richten zich op de BDU's Fysiek en Sociaal. Voor Ruimtelijke inrichting vragen we 1 miljoen aan. Dit geld willen we be- steden aan het verbeteren van de woonomgeving in wijken. Voor het programma Wonen is onze claim in totaal 5.950.000. Deze middelen willen we besteden aan: - het verbeteren van de vraag/aanbodbalans o.a. door het stimuleren en realiseren van voldoende goedkope woningen bij herstructurerings- en nieuwbouwprojecten bijv. bij Koers West (totaal 4.500.000) - het stimuleren van een goede begeleiding en communicatie bij stedelijke vernieu- wingsprojecten (5 x 90.000) - het vervolgen van het lopende traject `wonen boven winkels' in de Binnenstad (5 x 300.000) Voor het programma Cultuurhistorie vragen we 5 miljoen aan, waarmee we de cultuur- historische identiteit van Nijmegen verder willen versterken door diverse activiteiten inzake kennisvorming, bescherming, behoud, inspiratie en visualisatie. Voor Sport is onze claim 1, miljoen. Dit geld willen we besteden aan sportactiviteiten op de Openwijkscholen, aan het versterken van de zwemvaardigheden van doelgroep- kinderen en aan het voorkomen van lastenverzwaring voor amateursportverenigingen. perspectiefnota 2005 22

1.3.4 Financieel overzicht portefeuille RWS

Voorstel budgetuitbreidingen 2005 structurele financiering formatie Programma Cultuurhistorie 200 capaciteit bouwvergunningenproces Programma Bouwen 100 digitalisering bouwarchief Programma Bouwen 100 Totaal portefeuille 400 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 herschikkers bouwen en wo- Programma Bouwen 100 100 100 100 nen bezwaarschriften huisves- Programma Wonen 70 70 70 70 tingszaken sport en speluitleen Programma Sport 20 20 20 20 efficiënt gebruik buiten- Programma Sport 64 64 64 64 sportvelden Totaal portefeuille 254 254 254 254 Aanpassing begroting 2005 2006 2007 2008 bouwleges Programma Bouwen 1.200 1.200 1.200 1.200 Claims GSB/GSO BDU Fysiek 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Ruimtelijke inrichting - verbeteren woonomgeving wijken 200 200 200 200 200 1.000 Wonen - vraag/aanbodbalans 1.000 1.000 1.100 700 700 4.500 Wonen - relatie fysiek-sociaal 90 90 90 90 90 450 Wonen - wonen boven winkels 300 300 300 300 300 1.500 Cultuurhistorie - cultuurhistorische identiteit 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 5.000 Totaal 2.590 2.590 2.690 2.290 2.290 12.450 BDU Sociaal 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Sport - uitvoering sportnota jongeren 12+ 260 260 260 260 260 1.300 perspectiefnota 2005 23

perspectiefnota 2005 24

1.4 Wijken, Recreatie en Spelen

1.4.1 Beleid 2005

Programma Wijkaanpak Ons College zet onverminderd in op wijkgericht werken en een integrale wijkaanpak. Centrale doelstellingen daarbij zijn: het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken, in het directe contact met bewoners horen wat er speelt en samen met bewoners proble- men oplossen en voorkomen. Ook proberen we de zelfwerkzaamheid en betrokkenheid van bewoners te vergroten. We gaan door met onze regie op wijkgericht werken en met het vergroten van de wijko- riëntatie van de sectorale programma's. We sturen op samenhang in beleids- en uitvoe- ringsprogrammering. Programma Openbare ruimte Schoon, heel en veilig is en blijft één van onze hoofdprioriteiten voor de openbare ruim- te. De komende meerjarenperiode geven wij bovendien bijzondere aandacht aan het toezicht op straat. Afgelopen jaren is het areaal te onderhouden openbare ruimte gestegen. Ook zijn op vele plaatsen het inrichtingsniveau en de daaraan gekoppelde beheerskosten gestegen. Het onderhoudsbudget hebben we niet, in samenhang hiermee, laten stijgen. Dit willen wij voortaan anders aanpakken. Vanaf nu zullen wij u consequent informeren over de latere beheer- en onderhoudskosten als wij investeren in openbare voorzieningen zoals wegen, gebouwen, riolering of groen. Dit is conform het Besluit Begroten en Verant- woorden. In 2003 is de onderhoudsopgave als gevolg van areaaluitbreiding met naar schatting 400.000 toegenomen. In het afgelopen jaar hebben wij meer duidelijkheid kunnen geven over de ontwikkeling van de Waalsprong. Het Voorkeursmodel werken wij nu verder uit, samen met andere partijen. Wij willen u eind 2004/begin 2005 duidelijk maken welke financiële conse- quenties de bouw van de Waalsprong heeft op toekomstige beheer-, onderhoud- en toe- zichtkosten van de openbare voorzieningen. De eerste vier wijkbeheerplannen die wij conform ons beleid voor integraal beheer van de openbare ruimte hebben opgesteld, bevestigen het door ons geconstateerde struc- turele tekort voor onderhoud. De plannen komen tot stand in nauwe samenwerking met de wijkbewoners. In de plannen maken we samen keuzes in wat wel/niet uitgevoerd kan worden met het beschikbare budget. Gezien ons hoge ambitieniveau komen we per wijk gemiddeld 100.000 tekort om het gewenste niveau te bereiken. Uitgaande van 15 be- heerplannen hebben we dus structureel 1,5 miljoen extra nodig. Bij de afwegingen rondom deze Perpsectiefnota hebben we echter moeten constateren dat deze financi- ele ruimte er momenteel niet is. We zien ons dan ook genoodzaakt onze ambitie voor de wijkbeheerplannen bij te stellen van 1,5 naar een 0,5 miljoen. Ons College wil het ambitieniveau IBOR in de komende periode per wijk differentiëren. Hiermee bereiken we dat we meer maatwerk kunnen leveren. perspectiefnota 2005 25

Bestuurlijke boete Met het instrument van de bestuurlijke boete kan direct `lik op stuk' gegeven worden bij lichtere overtredingen die hinder en overlast opleveren, zoals zwerfafval en illegaal aanbieden van huisvuil. Daar we dit zorgvuldig willen voorbereiden, wordt de bestuur- lijke boete niet vóór half 2005 ingevoerd. Programma Recreatie en Spelen In de nota `Kom je buiten spelen ­ 2002' zijn de normen voor planning, onderhoud en inrichting van de openbare speelplaatsen vastgelegd. Hierbij is rekening gehouden met de bewonersprofielen per wijk. Jaarlijks wordt een uitvoeringsplan gemaakt voor de herinrichting van speelplekken en de planning van enkele nieuwe plekken. De richtlijnen die wij in 2004 ontwikkelen voor de planning, de inrichting en het onder- houd van recreatieve sportvoorzieningen in de wijken, zijn leidraad voor nieuwe wijken en de herstructurering van bestaande wijken. Specifieke aandacht zal er de komende jaren zijn voor skatevoorzieningen. Het skaten heeft in de afgelopen jaren bewezen geen tijdelijke hipe te zijn maar een blijvende vorm van vrije tijdsbesteding. Naast de bestaande voorziening bij De Goffert willen we skatevoorzieningen aanleggen in of nabij het centrum en in Dukenburg. De exploitatie van de stedelijke speeltuinen leidde in de afgelopen jaren tot een finan- cieel tekort. Door verschillende maatregelen te nemen, willen we dit tekort verminderen tot ongeveer 1 ton. Deze benodigde middelen maken we vrij. Wat betreft de stedelijke speeltuin Leemkuil verminderen we de kosten door samen te werken met externe partners in beheer en onderhoud. Ook gaat de speeltuin minder uren open. Voor Brakkefort onderzoeken we de mogelijkheid om de exploitatie over te dragen aan een particuliere organisatie. Voor beide stedelijke speeltuinen verhogen we de toegangstarieven. Ook de wijkspeeltuinen gaan minder uren open en we sluiten deze speeltuinen in de win- terperiode. We verminderen het aantal beheersuren. In overleg met de wijk zoeken we naar mogelijkheden van bewonersparticipatie dan wel het overdragen van de exploi-tatie aan bewonersverenigingen. Daar het even duurt voordat deze maatregelen effect heb- ben, voorzien we in 2005 een a-structureel tekort van 150.000. We zullen voor-stellen doen om dit tekort weg te nemen.

perspectiefnota 2005 26

1.4.2 Bezuinigingen

Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Wijken, Recreatie en Spelen' de vol- gende bezuinigingen voor: Binnen het programma Wijkaanpak willen we 60.000 per jaar minder besteden aan de wijkaccommodaties. We vinden dat de wijkaccommodaties meer omzet kunnen maken, bijvoorbeeld door het verhogen van de bezettingsgraad van de beschikbare ruimte, en zo zelf de benodigde middelen kunnen verdienen. Ten aanzien van het programma Openbare ruimte hebben we expliciet besloten niet op het onderhoud van de openbare ruimte te bezuinigen. Schoon, heel en veilig is immers één van onze centrale doelstellingen waar we niet op willen inleveren. We zien wel mogelijkheden om aan de inkoopkant nog voordelen te behalen. We stellen hier een taakstelling voor van 100.00 per jaar. Ook willen we onze bijdrage aan de Hortus Arcadia met 30.000 verminderen (huidige bijdrage 130.000). We vinden het belangrijk dat de Hortus in stand blijft dus we pro- beren in goed overleg met de stichting de effecten op te vangen. Een substantiële meeropbrengst binnen deze portefeuille verwachten we in onze rol als aandeelhouder van de DAR. Gezien de financiële ontwikkelingen bij de DAR vinden wij het verantwoord om structureel 1 miljoen in te boeken als winstuitkering DAR, inclu- sief de reeds in de begroting verwerkte taakstelling. Daarom vindt hier een verrekening plaats. 1.4.3 Ambities voor nieuwe GSB/GSO-periode 2005-2009 Vanuit deze portefeuille dienen we geen claims in voor de nieuwe projectgelden GSB/GSO. Voor de financiering van het wijkmanagement is een bedrag opgenomen in de plan- en coördinatiekosten van het Grotestedenbeleid. (portefeuille OZG)

perspectiefnota 2005 27

1.4.4 Financieel overzicht portefeuille WRS

Voorstel budgetuitbreidingen 2005 areaaluitbreiding 2003 Programma Openbare ruimte 400 uitvoering wijkbeheerplannen Programma Openbare ruimte 500 stedelijke speeltuinen Programma Recreatie en Spelen 100 Totaal portefeuille 1.000 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 wijkaccommodaties Programma Wijkaanpak 60 60 60 60 inkoop Keten Openbare Programma openbare ruimte 100 100 100 100 Ruimte Hortus Arcadia Programma openbare ruimte - 30 30 30 Totaal portefeuille 160 190 190 190 Aanpassing begroting 2005 2006 2007 2008 winstuitkering DAR Programma openbare ruimte 700 550 550 550

perspectiefnota 2005 28

1.5 Verkeer, Milieu, Cultuur

1.5.1 Beleid 2005

Programma Mobiliteit Ons College zet zich ook de komende periode in om van Nijmegen een leefbare, veilige en bereikbare stad te maken. Om dit te bereiken voorzien wij voor mobiliteit een aantal benodigde budgetuitbreidingen. Deze zijn: - 60.000 voor uitbreiding van onze capaciteit voor het geven van verkeersadvies - 120.000 voor structurele kosten voor het parkeerterrein Triavium - 143.000 om te kunnen voldoen aan de WOZ-lasten van onze parkeerobjecten - 80.000 in 2006 voor het uitwerken van de resultaten van de studie naar Waal- overschrijdend hoogwaardig openbaar vervoer (Waalsprong-centrum) - 50.000 in 2006 voor de voorbereiding van de 2de fase van Duurzaam Veilig De gebundelde doeluitkering voor verkeersveiligheid neemt af. Aangezien er nog diverse gevaarlijke plekken aangepakt moeten worden, nemen we dit mee in onze afweging voor de investeringsplanning. Ook de uitvoering van de 2de fase Beter Bereikbaar KAN zal investeringsmiddelen vragen (co-financiering). In 2005 voeren we de Parkeervisie verder uit. Met belanghebbenden gaan wij het ge- sprek aan over de wenselijkheid van het verder reguleren van het parkeren rond bij- voorbeeld het centrum, de Brabantse Poort en Heyendaal. Wij zullen de bouw van de nieuwe garages rond het centrum nader voorbereiden. Momenteel verricht een project- ontwikkelaar een haalbaarheidsonderzoek voor de parkeergarage Hezelpoort. Het re- sultaat hiervan verwachten we najaar 2004. De kosten van de uitvoering van de Par- keervisie zijn nog niet gedekt; in de loop van 2004 leggen wij uw Raad voorstellen hier- over voor. Programma Bovengrondse Infrastructuur Ons College houdt er rekening mee dat we verplicht worden om het administratieve beheer te gaan voeren voor kabels en leidingen, gelet op de uitspraak van de Hoge Raad dat kabels en leidingen onroerend goed zijn. Dit is een omvangrijke taak. Komend jaar onderzoeken wij de mogelijke financiële gevolgen. Bij de overdracht van het ondergrondse leidingnet voor openbare verlichting van Nuon naar gemeente hebben we in de begroting geen middelen beschikbaar gesteld voor on- derhoud en renovatie. In 2004 zullen wij de financiële gevolgen nader onderzoeken. Programma Leefomgevingskwaliteit Een goede leefomgevingskwaliteit is een speerpunt van ons beleid. De reeds ingezette kwaliteitsslagen voor zowel de vergunningverlening als handhaving zetten we onverkort door. Met het plan van aanpak vergunningen hebben we in 2006 een adequaat vergunnin- genbestand. Het plan van aanpak handhaving is goedgekeurd door de Provincie, zodat we op schema liggen om te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria per 1 januari 2005. Voor de uitvoering is een aantal (geringe) uitzettingen noodzakelijk die we binnen het programma willen financieren vanuit het Milieustimuleringsfonds. De uit-zettingen zijn perspectiefnota 2005 29

10.000 voor het digitaliseren en 10.000 voor het publiceren van ver-leende vergun- ningen. Voor milieuvergunningen mogen we geen leges heffen. Tenslotte is 10.000 nodig voor het up-to-date houden van het kwaliteitssysteem. Wettelijk krijgen lagere overheden de mogelijkheid binnen een bandbreedte een milieu- normering voor een gebied vast te leggen. Voor Nijmegen West - Weurt hebben we met Beuningen en de Provincie de afspraak gemaakt om voor dit gebied te komen tot een wettelijke gebiedsgebonden milieunormering. De normen bepalen de beschikbare milieu- ruimte voor ruimtelijke, infrastructurele en economische ontwikkelingen. Bij de uitwer- king hebben de belangengroepen een belangrijke adviesfunctie. In het nieuwe geluidsbeleid, dat we in 2004 nog willen vaststellen, staat ook de gebieds- gerichte benadering centraal. Daarnaast wordt de Wet geluidhinder aangepast (o.a. aanpassing hogere grenswaarde procedure). We verwachten slechts een geringe stijging van de kosten, die we doorberekenen aan de betreffende projecten. Ook voor bodem geldt dat we naar verwachting vanaf of na 2005 meer ruimte van het Rijk krijgen om onze gebiedsgerichte ambities in de stad vorm te geven. We stellen in 2005/2006 een bodemvisie op waarin we verschillende scenario's uitwerken. Programma Duurzaamheid Ons doel is een duurzame ontwikkeling van Nijmegen met een goede balans tussen wo- nen, werken en leven en een schoon en gezond milieu. Het bevorderen van milieubewust denken en handelen vooral van de jonge Nijmegenaar is hierbij een belangrijke strate- gie. We hadden ons ten doel gesteld om 60% van de basisscholieren te bereiken in plaats van de huidige 40%. De hiervoor benodigde financiële middelen ad 75.000 heb- ben we in deze krappere tijden nog niet kunnen vinden. We streven naar projectmatige uitbreiding, gefinancierd vanuit externe bronnen zoals het GSB. We ontwikkelen momenteel het klimaatplan waarbij we conform het collegeakkoord uit- gaan van een hoge, maar haalbare CO2-reductie. Het klimaatplan brengt via locatie- onderzoek mogelijkheden voor energiebesparing in gebouwen in beeld. In 2005 start de uitvoering. Dat geldt ook voor het vastgestelde uitvoeringsprogramma stedelijke lucht- kwaliteit, waarbij we ons vooral richten op het beperken van het autogebruik, het sti- muleren van het fietsgebruik en het schoner maken van het eigen wagenpark subsidies Op milieugebied zijn veel subsidiemogelijkheden. Hier maken we te weinig gebruik van. Door meer kennis hierover te verkrijgen, willen we dit verbeteren. Programma Integraal waterbeheer Wij zetten het beleid voort dat is vastgelegd in het Waterplan 2001 en het Milieu- beleidsplan. In 2004 stellen wij een nieuw gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op. Over de financiële aspecten (van belang voor de begroting 2006-2009) zullen wij aan uw Raad voorstellen doen bij de besluitvorming over het GRP. Programma Kunst en Cultuur In de cultuurvisie `Cultuur aan de waal' is de aanpak van ons cultuurbeleid beschreven via de hoofdlijnen verbinding, verbreding, verankering en doorstroming. Een heroverweging perspectiefnota 2005 30

leert dat er binnen het cultuurbeleid de volgende accenten kunnen worden gelegd: cul- turele infrastructuur, beeldende kunst, cultuurbereik en cultuurproductie.

culturele basisinfrastructuur In de kadernotitie voor de Nijmeegse podia hebben we in 2004 een scenario vast- gesteld voor het Nijmeegse podium profiel en de rol van de verschillende instellingen. Ondanks de beperkte middelen blijven film, cultuurhistorie en (pop)muziek accenten van ons beleid. Het programmaaanbod van muziek resp. theater wordt geconcentreerd om een breed aanbod te kunnen behouden. Aan de hand van een `pilot' met een wijkvoorziening voor bibliotheekwerk in Neerbosch Oost doen we een voorstel voor de spreiding van bibliotheekvoorzieningen over de stad. In de komende jaren realiseren we een culturele basisinfrastructuur in de Waalsprong. Deze basisinfrastructuur zal bestaan uit voorzieningen voor cultuureducatie, amateur- kunst en bibliotheekwerk. Beeldende kunst Het beeldende kunstbeleid wordt gevoerd over vier hoofdlijnen: instandhouding en pre- sentatie van de gemeentelijke collectie; de opdrachten in de openbare ruimte; instand- houding van de basisinfrastructuur van vier kunstinstellingen; en culturele producties en activiteiten. Het evenwicht tussen deze onderdelen is waardevol. De bezuinigingen op de gesubsidi- eerde arbeid en het afschaffen van het WIW- Werkfonds hebben in 2003 de basis onder de culturele infrastructuur weggeslagen. In de komende periode spannen wij ons in om vier belangrijke partners hierin overeind te houden: CBKN (Centrum Beeldende Kunst Nijmegen), Stichting Dak atelierbeheer en de initiatieven Extrapool en ExpoPlu. Cultuurdeelname en cultuureducatie Cultuureducatie legt de basis voor levenslange en veelzijdige cultuurdeelname. De ama- teurkunst in Nijmegen is bloeiend. Het is van belang dat te blijven ondersteunen. Wij vinden het belangrijk dat de jeugd kennis kan maken met cultuur op school. Met het actieprogramma cultuurbereik en het decentraal aanbod van cultuureducatie (o.a. door De Lindenberg op de openwijkscholen) bevorderen wij dat jongeren deelnemen aan cul- tuur. Hiervan uitgaande, bereiden wij de budgetsubsidie aan De Lindenberg voor. Productie en vernieuwing in het cultureel aanbod Het Nijmeegse cultuurklimaat kenmerkt zich als kleinschalig en tegendraads. Er is be- perkte productie maar wel een levendige amateurkunstklimaat. Recent onderzoek toont aan dat creatieve activiteiten de regionale economische bedrijvigheid stimuleren. Het begrip culturele planologie krijgt de komende periode verder vorm via kunst in de openbare ruimte, cultureel ondernemerschap, culturele broedplaatsen en de herbe- stemming van cultureel erfgoed. Cultureel ondernemerschap komt tot stand in de Krayenhof en de Dobbelmanfabriek. De culturele broedplaatsen Grote Broek en Vasim komen in de perspectiefperiode tot stand. De kruisbestuiving en inspiratie voor film en Vlaanderen wordt door de bewoners van het Arsenaal vorm gegeven. Vervolgens maakt de Mariënburgkapel het cultureel kwartier compleet met activiteiten rond het gesproken en geschreven woord. perspectiefnota 2005 31

1.5.2 Bezuinigingen

Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Verkeer, Milieu, Cultuur' de volgende bezuinigingen voor: We willen een aantal maatregelen nemen in de tarievensfeer: Binnen het programma Mobiliteit willen we de tarieven van de 2de parkeervergunningen verhogen. We kiezen niet voor een algemene tariefsverhoging maar vinden dat juist de luxe van twee parkeervergunningen extra belast kan worden. Opbrengst: 50.000 Het aantal on-inbare parkeerbonnen willen we terugdringen. Dit levert ons structureel 60.000 op. Bij de Lindenberg (programma Cultuur) zien we mogelijkheden om de ingezette tendens om tarieven meer marktconform te maken, verder door te zetten. De opbrengst van deze markgerichte exploitatie van het individueel cursusaanbod ramen we op 62.000. De bezuinigingsopdracht voor de bibliotheek is 100.000 vanaf 2007. Binnen het programma leefomgevingskwaliteit willen we onze bijdrage aan het milieusti- muleringsfonds, jaarlijks 200.000, met 70.000 verminderen. Het blijkt dat het fonds vrij ruim is zodat een inkrimping volgens ons verantwoord is. Ons beleid om fietsers zoveel mogelijk hun fietsen te laten stallen in (bewaakte) fiets- stallingen heeft succes gehad. In het kader van `schoon, heel en veilig' willen we deze situatie dan ook handhaven. Alleen gaan we wel bekijken of we de kosten van de gratis bewaakte stallingen omlaag kunnen brengen. Bijvoorbeeld door minder inzet van perso- neel en op delen van de dag te werken met camerabewaking. Beoogde opbrengst is 200.000. Voor het programma Mobiliteit passen we ons ambitieniveau voor de investeringen in fietspaden en busbanen aan. We hadden 20 miljoen investeringsruimte hiervoor gere- serveerd. Gezien de huidige financiële situatie halen we hier 3 miljoen van af hetgeen leidt tot 300.000 besparing op de kapitaallasten. We gaan in ieder geval door met de ov-route over de Waalkade en de busbaan en fietspad spoorkuil. Ook het opknappen van de fietsroutes Nijmegen-Malden en Nijmegen-Berg en Dal gaat door. Voor het parkeerbedrijf onderzoeken we reeds de mogelijkheden om dit op de markt te zetten. Het spreekt voor zich dat dit een complexe aangelegenheid is. Toch vinden we het reëel om vanaf 2007 een efficiencywinst in te boeken van 350.000. De jaren tot 2007 hebben we dan om deze constructie te realiseren. Eveneens een omvangrijke opdracht is om binnen het programma Cultuur ons podiabeleid te herzien. We zoeken naar mogelijkheden die ertoe leiden dat wij onze bijdrage aan de exploitaties vanaf 2006 kunnen verminderen met 1 miljoen op jaarbasis. We denken hierbij bijvoorbeeld aan samenwerking met commerciële partners. Ook zou een hogere bezettingsgraad van de podia gerealiseerd kunnen worden. In ons onderzoek nemen we ook de (hoge) huisvestingskosten van de podia mee (programma Panden). perspectiefnota 2005 32

1.5.3 Ambities voor nieuwe GSB/GSO-periode 2005-2009

Onze ambities voor de nieuwe projectgelden GSB/GSO richten zich op de BDU Fysiek. Voor het programma Leefomgevingskwaliteit willen wij in totaal 3,6 miljoen aanvragen. Deze middelen willen we besteden aan: - het verder werken aan gevelisolatie-projekten van de zgn. A- en Raillijst (5 x 260.000); - bodemsanering bij stedelijke ontwikkelingslocaties, met name Koers West (5 x 220.000); - het verbeteren van de luchtkwaliteit rondom de A325 in Lent (5 x 240.000). Voor het programma Bovengrondse infrastructuur willen we 700.000 aanvragen voor de verdere ontwikkeling en realisatie van Park-West.

perspectiefnota 2005 33

1.5.4 Financieel overzicht portefeuille VMC

Voorstel budgetuitbreidingen 2005 uitbreiding 1fte verkeersadvies Programma Mobiliteit 60 huur parkeerterrein Triavium Programma Mobiliteit 120 WOZ parkeerobjecten Programma Mobiliteit 143 Totaal portefeuille 323 2006 HOV Waalsprong-centrum Programma Mobiliteit éénmalig 80 2de fase Duurzaam Veilig Programma Mobiliteit éénmalig 50 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 tarieven 2de parkeer- Programma Mobiliteit 50 50 50 50 vergunningen bewoners terugdringen on-inbare par- Programma Mobiliteit 60 60 60 60 keerbonnen fietspaden en busbanen Programma Mobiliteit 300 300 300 300 bewaakte fietsstallingen Programma Mobiliteit 200 200 200 200 op de markt zetten parkeer- Programma Mobiliteit - - 350 350 bedrijf vermindering milieustimule- Programma Leefomgevingskwaliteit 70 70 70 70 ringsfonds marktconforme tarieven Programma Kunst en cultuur 62 62 62 62 Lindenberg bezuiniging bibliotheek Programma Kunst en cultuur - - 100 100 podiabeleid herzien Programma Kunst en Cultuur - 1.000 1.000 1.000 Totaal portefeuille 742 1.742 2.192 2.192 Claims GSB/GSO BDU Fysiek 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Leefomgevingskwaliteit - geluidssanering 260 260 260 260 260 1.300 Leefomgevingskwaliteit - bodemsanering 220 220 220 220 220 1.100 Leefomgevingskwaliteit - luchtkwaliteit 240 240 240 240 240 1.200 Bovengrondse infrastructuur - grootschalig groen 350 350 700 Totaal 720 1.070 1.070 720 720 4.300 perspectiefnota 2005 34

1.6 Onderwijs, Zorg en Grotestedenbeleid

1.6.1 Beleid 2005

Programma Onderwijs, Jeugdbeleid en Kinderopvang Onderwijs en Jeugd is één van onze belangrijkste prioriteiten voor de komende jaren. Hiermee investeren we immers in de toekomst van onze inwoners en geven wij op een zichtbare manier vorm aan de ambities van dit College. De belangrijkste speerpunten binnen de programma's onderwijs, jeugd en kinderopvang zijn nog steeds het terugdrin- gen van voortijdig schoolverlaten, de doorontwikkeling van Openwijkscholen, onderwijs- huisvesting en preventie & signalering bij 0-4 jarigen. Met deze speerpunten kiest ons College voor de allerjongsten, voor een ambitieuze aanval op voortijdige schooluitval, voor samenhangende (openwijkschool) activiteiten dicht bij huis en voor nieuwe wegen in de aanpak van de problematiek van onderwijshuisvesting. Aan deze speerpunten beste- den we de komende meerjarenperiode veel tijd, geld en energie. Voor het nieuwe uitvoeringsprogramma jeugdbeleid 2005-2008 leggen wij u in 2004 voorstellen voor. De oplading van dit uitvoeringsprogramma vindt plaats in nauwe samen- hang met het nieuwe GSB/GSO programma. Uit een onafhankelijk rapport van DHV blijkt dat er in Nijmegen de komende 10 jaar 168 miljoen nodig is om de goede voortgang van het onderwijs te waarborgen. Uit het rapport blijkt ook dat wij in het verleden het `fictieve budget' in de gemeentefonds- uitkering daadwerkelijk voor onderwijshuisvesting hebben besteed maar dat er eind 2002 wel enige financiële ruimte is ontstaan. Uw Raad heeft uitgesproken (raadsbesluit december 2002) dat het fictieve budget minimaal aan onderwijs besteed moet worden. Ons College stelt voor om voor de periode 2005-2008 7,5 miljoen extra investerings- ruimte voor onderwijshuisvesting beschikbaar te stellen. Het effect op de kapitaal- lasten is, na verrekening met reeds beschikbare middelen, 150.000 in 2006 oplopend tot 300.000 in 2008. Daarnaast stellen we voor om een fonds in te stellen voor niet gebruikte investeringsmiddelen onderwijshuisvesting. Het DHV Rapport signaleert een majeur financieel probleem voor schoolbesturen en gemeente. Voor deze financiële uitdaging van grote omvang en complexiteit heeft ons College hier en nu geen passend antwoord omdat wij eerst samen met het onderwijsveld diverse oplossingsscenario's in kaart moeten brengen. Op deze plek volstaan we met een eerste schets van het proces waarmee we tot een voorstel voor de aanpak van het speerpunt Onderwijshuisvesting willen komen. Ons College vindt het van belang om samen met de schoolbesturen te werken aan crea- tieve en innovatieve oplossingen. Hierbij staan wij een tweesporenbeleid voor. In het eerste spoor werken de schoolbesturen een meerjarig scholenplan uit. Dit scho- lenplan, uit te werken naar primair, voortgezet en speciaal onderwijs, is te beschouwen als de bouwagenda voor het Nijmeegse onderwijs in de komende jaren en moet een ant- woord geven op de vraag op welke schoollocaties investeringen de komende jaren het hardste nodig zijn. perspectiefnota 2005 35

In het tweede spoor wil ons College samen met de schoolbesturen onorthodoxe oplos- singsrichtingen verkennen. Hierbij denken wij bijvoorbeeld aan: - herontwikkeling van schoollocaties voor andere maatschappelijke functies; - andere financieringsconstructies (PPS, planexploitaties, gemeentelijke of private leningen, meerjarige financiële arrangementen); - het onderzoeken van de mogelijkheid van een bijdrage vanuit de schoolbesturen zelf; - een ander ruimtegebruik op de scholen (met name in het VO). Ons College wil bestuurlijk zwaar insteken op het oplossen van het vraagstuk van de onderwijshuisvesting. Daarom zijn wij van plan om een stuurgroep in te stellen met ver- tegenwoordigers vanuit de schoolbesturen en de portefeuillehouders Onderwijs, Finan- ciën en Ruimtelijke Ordening. We starten op korte termijn het benodigde overleg hier- over. Programma Openbare Gezondheidszorg In 2005 en 2006 voeren we de nota Lokaal Gezondheidsbeleid verder uit. Prioriteiten hierin zijn: · het terugdringen van sociaal-economische gezondheidsverschillen; · verdere ontwikkeling en stroomlijning van de Openbare Geestelijke Gezondheids- zorg (OGGZ); · het voorkomen van gezondheidsproblemen en (ontwikkelings-)achterstanden; · het versterken van onze regierol op het terrein van de gezondheidszorg. De eerste drie prioriteiten sluiten aan op onze doelstelling `Iedereen doet mee'. Het versterken van onze regierol is een middel om onze inhoudelijke doelen te realiseren. Daarnaast starten we in 2005 met het uitvoeringsprogramma dierenwelzijnsbeleid. Dit uitvoeringsprogramma volgt op de beleidsnota die we in 2004 opstellen. Programma Maatschappelijke zorg en dienstverlening In 2005 gaan we verder met het uitwerken en realiseren van onze beleidskeuzes voor de ondersteuning van kwetsbare groepen. We willen verdere marginalisering tegengaan en isolement en non-participatie voorkomen. Dit betekent dat we de zelfredzaamheid willen vergroten van dak- en thuislozen, vrouwen in een (dreigende) geweldsituatie, per- sonen in crisis, verslaafden en mensen met sociaal-maatschappelijke problemen. Prioriteiten zijn: · vroegtijdige signalering en preventie om te voorkomen dat mensen naar een afhan- kelijke positie afglijden; · integrale inzet v.w.b. wonen, werk, inkomen, zorg en welzijn met een gemeentelijke regierol gericht op afstemming van inspanningen van vele organisaties; · de realisering van een sluitende aanpak van dak- en thuisloze jongeren in afstem- ming met het provinciale aanvalsplan; · realisatie van het sociaal pension als noodzakelijke schakel in de keten van opvang- voorzieningen, in dit geval voor verslaafde dak- en thuislozen met psychiatrische problematiek. Verder wordt momenteel een plan van aanpak opgesteld voor een driejarig project ter bestrijding van huiselijk geweld. Ook volgen we de ontwikkeling van het MFC nauwgezet en sluiten we met de instellingen De Grift en Arcuris nieuwe budgetovereenkomsten. perspectiefnota 2005 36

Programma Ouderen en mensen met een functiebeperking Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), streefdatum 1 januari 2006, krijgen gemeenten een uitbreiding van taken op het gebied van welzijn en zorg. In 2005 bereiden we dit voor en zetten we een projectorganisatie op. Ook reali- seren we in 2005 een gemeentebreed zorg/welzijnsloket. Het financieel resultaat van de Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) is nog steeds problematisch. Naar verwachting zijn de uitgaven voor verstrekkingen in 2004, bij on- gewijzigd beleid, circa 9,7 miljoen. We hebben 7,7 miljoen begroot. Voor 2005 heb- ben we eenzelfde bedrag begroot. Onze ambitie voor de WVG is om een adequaat voor- zieningenpakket in stand te houden. Tegelijkertijd moeten we ook maatregelen nemen om de kosten te beheersen. In financiële termen is ons voorstel dan ook om 2 miljoen vrij te maken voor een structurele uitzetting en 1 miljoen op te leggen als bezuini- gingstaakstelling. We denken hierbij aan het verminderen van de bureaucratie, het zo mogelijk en verantwoord verkleinen van de doelgroep en het toewerken naar een regio- naal uniform voorzieningenpakket, zodat er meer rechtsgelijkheid in de regio Nijmegen ontstaat. Ook kijken we kritisch naar de mogelijkheden van het Collectief Vraagafhan- kelijk Vervoer. Voor het financieren van de regiotaxi hebben we extra middelen nodig; we maken hier 80.000 voor vrij. Het Kabinet is voornemens de RIO's per 01-01-2005 centraal aan te sturen en te fi- nancieren. Vooralsnog hebben we in de Stadsbegroting 2004-2007 voor AWBZ indica- ties 1,1 miljoen opgenomen. De begroting RIO 2005 voor AWBZ indicaties luidt 1,9 miljoen. Indien de planning van het kabinet niet wordt gehaald, is hier sprake van een financieel risico dat we ook reeds in de Stadsbegroting hebben vermeld. Echter, ook als de plannen van het Kabinet wel per 1 januari 2005 doorgaan, hebben we een financieel risico daar de uitname uit het gemeentefonds als gevolg van de centrali- satie voor ons nadelig uit kan pakken. We achten het dan ook noodzakelijk om een deel van het risico, 0,5 miljoen, in te boeken als onvermijdbaar verlies waar we extra mid- delen voor vrijmaken. Programma Grotestedenbeleid Eind 2004 lopen het GSB II en het GSO I af. Voor de nieuwe GSB/GSO meerjaren- periode stellen we in 2004 een nieuw Meerjarig Ontwikkelingsplan (MOP) op. In deze Perspectiefnota hebben we in de afzonderlijke hoofdstukken op hoofdlijnen onze ambi- ties voor het nieuwe MOP vermeld. Binnen de context van het aanzienlijk lagere GSB/ GSO-budget, passen de keuzes van ons College voor het MOP III goed binnen de inhou- delijke hoofdlijnen van het collegeakkoord. De bezuinigingen op bijvoorbeeld de volwas- seneneducatie doen welliswaar pijn maar zijn gezien onze keuze voor jeugd, jongeren, preventie en openwijkscholen, goed verdedigbaar. De notitie `Naar MOP III...' is als bijlage bij deze Perspectiefnota opgenomen. perspectiefnota 2005 37

1.6.2 Bezuinigingen Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Onderwijs, Zorg en Grotesteden- beleid' de volgende bezuinigingen voor: Daar onderwijs voor ons een belangrijke prioriteit is, hebben we het programma Onder- wijs grotendeels ontzien voor de bezuinigingen. De enige bezuiniging die we willen door- voeren is 100.000 voor de schoolbegeleiding. Dit is ongeveer 10% van het beschikbare budget en leidt volgens ons niet tot onaanvaardbare nadelige effecten. Binnen het programma Integraal jeugdbeleid willen we onze bijdrage aan de wijkbudget- ten jongeren & SOM-begeleiding op termijn stopzetten. Onze ondersteuning aan het jongerencentrum Staddijk zetten we ook stop. Dit is thans vanuit de optiek van het stedelijk jongerenwerk niet langer meer nodig. De programme- ring van concerten kan bij Doornroosje worden ondergebracht. Daar Tandem ook actief is binnen dit jongerencentrum heeft deze bezuiniging ook gevolgen voor de budgetsub- sidie Tandem; deze vermindert met 243.000 op jaarbasis. Het Technisch Creatief Centrum Nijmegen (TCCN) financieren we vanaf 2005 vanuit de GSB-gelden, 25.000. We zien een overlap in doelgroepen en activiteiten bij de organisaties Unitas, STAAD, Interlokaal, DIVA en Intercity. We gaan de mogelijkheden onderzoeken om deze over- lap er uit te halen en verbinden hier een taakstelling aan van 75.000 vanaf 2006. In deze bezuinigingsronde kunnen we er niet om heen om ook onze bijdrage aan de ge- subsidieerde instellingen aan te passsen. We vinden het reëel dat ook deze instellingen hun doelmatigheid verbeteren, net als onze eigen ambtelijke organisatie. Voor De Grift, Arcuris, Passade en HERA is de totale taakstelling 350.000. We werken dit nog ver- der uit. De taakstelling voor de GGD is 5% korting op onze bijdrage per inwoner. Voor de NIM willen we de norm cliëntgebonden uren verhogen hetgeen vanaf 2006 100.000 moet opleveren. Voor Tandem tenslotte gaan we in onze nieuwe budgetafspraken nog meer doelgericht inkopen en zo 27.000 besparen. Hoewel we het belangrijk vinden dat de burger een beroep kan doen op onze sociale raadslieden, vinden we ook dat deze dienstverlening een finaal vangnet is, als andere instellingen niet meer kunnen helpen. Vanuit dit oogpunt wordt een vacature niet opge- vuld en krimpen we de formatie in. De te realiseren bezuiniging is 50.000. Tenslotte hebben we een beperkte taakstelling voor het ouderenbeleid van 20.000. 1.6.3 Ambities voor nieuwe GSB/GSO-periode 2005-2009 Onze ambities voor de nieuwe projectgelden GSB/GSO richten zich op de BDU Sociaal. Deze doeluitkering neemt ten opzichte van de huidige GSB/GSO periode fors af. In de huidige periode hadden we 85 miljoen GSB-gelden beschikbaar. Voor de komende pe- riode is dit naar verwachting ongeveer 60 miljoen. Dit heeft natuurlijk grote gevolgen voor het aantal projecten dat we kunnen financieren. We moeten keuzes maken. Bij de- ze keuze hebben we onze kernprioriteiten als uitgangspunt genomen. Eén kernprioriteit is onderwijs en jeugd. Voor het programma onderwijs dienen we dan ook een relatief perspectiefnota 2005 38

grote claim in van ruim 20 miljoen. Dit geld willen we besteden aan diverse maatrege- len om - de ontwikkelingskansen van 0-23 jarigen te vergroten door voorkomen en verminde- ren van onderwijsachterstanden - het voortijdig schoolverlaten te verminderen - de arbeidsparticipatie te vergroten in de periode 17-23 jaar. Voor het programma Integraal jeugdbeleid vragen we 3,68 miljoen aan. Ook de inzet van deze middelen is gericht op het vergroten van ontwikkelingskansen voor 0-23 jari- gen. Specifieke aandacht gaat uit naar het realiseren van een sluitende keten voor deze doelgroep. Voor het programma Kinderopvang vragen we ten behoeve van onze prioriteit onderwijs en jeugd tenslotte 4,9 miljoen aan. Deze middelen willen we inzetten om doelgroep- kinderen te bereiken in de voorschoolse periode. Een goede facilitering van het peuter- speelzaalwerk is zeer belangrijk voor de bevordering van de ontwikkelingskansen van doelgroepkinderen. Ook ondersteunen we de Openwijkscholen. Zoals hierboven vermeld, hebben we keuzes moeten maken binnen de beschikbare mid- delen voor de BDU Sociaal. Een consequentie van onze keuze voor de groep 0-23 jarigen is dat we voor volwasseneneducatie minder middelen kunnen aanvragen. Hierdoor moet een groot deel van het huidige algemeen vormend tweede-kans-onderwijs worden stop- gezet. Wat we wel willen vervolgen zijn de taallessen NT2. Voor volwasseneneducatie is onze claim 4,28 miljoen. Maatschappelijke zorg heeft ook onze prioriteit. Het gaat dan om het ondersteunen van kwetsbare groepen, de sociale veiligheid en de leefbaarheid van de stad. Onze claim is 27,8 miljoen. Hiermee willen we: - de doorstroming in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang verbeteren, aan- sluiting verslavingszorg/maatschappelijke opvang en wonen/werken verbeteren - overlast verminderen door personen: jongeren, daklozen en verslaafden - de aanpak van huiselijk geweld verbeteren - zorgvoorzieningen, zoals sociale pensions, realiseren en versterken - dak- en thuislozenproblematiek verder aanpakken - een zorgketen realiseren van preventie, opvang en herstel met prioriteit voor pre- ventie. Voor Ouderen vragen we 375.000 aan. Hiermee ondersteunen we het project Wel- zijnsbezoeken. We vinden het belangrijk om in een vroeg stadium in contact te komen met kwetsbare ouderen om zo ernstiger problemen te voorkomen. De proces- en coördinatiekosten van het GSB-III en GSO-II project staan in het pro- gramma Grotestedenbeleid. Op basis van ervaring van het voorgaande traject hebben we een claim berekend van 3,85 miljoen voor de gehele periode. perspectiefnota 2005 39

1.6.4 Financieel overzicht portefeuille OZG

budgetuitbreidingen 2005 WVG, budgetuitbreiding minus Programma Ouderen en mensen met een 1.000 taakstelling functiebeperking RIO Programma Ouderen en mensen met een 500 functiebeperking regiotaxi Programma Ouderen en mensen met een 80 functiebeperking Totaal portefeuille 1.580 budgetuitbreiding 2006-2008 2006 2007 2008 onderwijshuisvesting Programma Onderwijs 150 200 300 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 schoolbegeleiding Programma Onderwijs - 100 100 100 Wijkbudgetten jongeren & Programma Integraal jeugdbeleid 15 30 40 45 SOM-begeleiding TCCN (dekking GSB) Programma Integraal jeugdbeleid - 25 25 25 jongerencentrum Staddijk Programma Integraal jeugdbeleid - 72 72 72 budgetsubsidie Tandem irt Programma maatschappelijke zorg 145 270 270 270 jongerencentrum Staddijk en dienstverlening onderzoeksopdracht Unitas/ Programma samenlevingsopbouw - 75 75 75 Interlokaal en STAAD/ DIVA/Intercity GGD-taakstelling 5% Programma Openbare gezondheids- 100 100 100 100 zorg efficiencykorting De grift, Programma maatschappelijke zorg 350 350 350 350 Arcuris, Passade, HERA en dienstverlening Verhoging norm cliëntgebon- Programma maatschappelijke zorg - 100 100 100 den uren NIM en dienstverlening sociale raadsleden Programma maatschappelijke zorg 50 50 50 50 en dienstverlening taakstelling ouderenbeleid Programma ouderen en mensen met - 20 20 20 een functiebeperking Totaal portefeuille 640 1.192 1.187 1.207 perspectiefnota 2005 40

Claims GSB/GSO BDU Sociaal 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal Onderwijs - voorkomen / verminderen onder- wijsachterstanden, verminderen 4.256 4.256 4.258 3.690 3.694 20.154 schooluitval, vergroten arbeidspar- ticipatie Integraal Jeugdbeleid - sluitende keten 0-23 jaar 1.150 1.030 760 380 360 3.680 Kinderopvang - peuterspeelzalen, naschoolse opvang ows 986 986 986 986 989 4.933 Volwasseneneducatie 1.326 738 738 739 739 4.280 Maatschappelijke zorg 5.558 5.558 5.558 5.558 5.558 27.790 Ouderen 75 75 75 75 75 375 Grotestedenbeleid - plan en coördinatiekosten 1.040 830 745 660 575 3.850 Totaal 14.391 13.473 13.120 12.088 11.990 65.062

perspectiefnota 2005 41

perspectiefnota 2005 42

1.7 Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven

1.7.1 Beleid 2005

Programma Concernsturing Ons College wenst meer te kunnen sturen op de uitvoering en daarbij de burger als ver- bindende schakel te kunnen benutten. Dat vraagt om een daarbij passende ambtelijke organisatie die flexibel is en in ontwikkeling blijft. We willen het accent verleggen van zorgen voor naar zorgen dat. We hebben een visie op de organisatie gemaakt waar we de ontwikkelingen van de ambtelijke organisatie hierop toetsen. Daarnaast sturen we op: - Resultaten zijn de maatstaf, programmasturing is het hulpmiddel; - Knelpunten moeten worden opgelost; - Wij doen het voor de burgers en houden een goed zicht op de buitenwereld; - Wij doen het voor ons bestuur; - Mensen maken het verschil, dus wij ondersteunen onze medewerkers met goede hulpmiddelen. Van groot belang voor onze sturing zijn de in deze Perspectiefnota aangekondigde be- zuinigingen. Het realiseren van deze bezuinigingen vereist een adequate sturing, bege- leiding en communicatie. Hiervoor stellen wij een apart plan van aanpak op. Voor het programma Concernsturing voorzien wij drie budgetuitbreidingen. Voor de aanschaf en het onderhoud van het benodigde documentair & informatievoorzieningen- systeem willen wij structureel 200.000 extra reserveren. Daarnaast ontbreekt het ons aan een onderzoeksbudget voor gericht deskundig (extern) onderzoek. Hiervoor willen wij 50.000 extra reserveren. Tenslotte zijn onze kosten voor PreVUT en FPU hoger dan begroot, hetgeen leidt tot een benodigde budgetuitbreiding van 100.000. Programma Gemeentelijke heffingen Het kabinet heeft zich bij het Hoofdlijnenakkoord voorgenomen de ozb voor de gebrui- kers van woningen per 2005 af te schaffen en de resterende ozb-tarieven te maxime- ren. Het is nog niet zeker of het Rijk deze planning haalt. Mogelijk worden in 2005 alleen de OZB-tarieven gemaximeerd. Voor Nijmegen hebben deze voorgenomen maat- regelen zeer grote financiële gevolgen. In opdracht van de VNG heeft het COELO (onderzoekscentrum Universiteit Groningen) een aantal scenario's doorgerekend. Uit dit onderzoek volgt dat het financiële nadeel van het maximeren van de ozb-tarieven, afhankelijk van het gekozen scenario, voor ons tussen de 13,2 en 24,8 miljoen euro bedraagt. Indien de maatregelen van het kabinet doorgaan (het definitieve besluit is nog niet ge- nomen waarbij ook besluitvorming over compensatie gemeenten en overgangssituatie) zien wij ons genoodzaakt kostendekkende tarieven in te voeren voor de Afvalstoffen- heffing en Rioolrecht. Onze inkomsten stijgen dan met maximaal 18,3 miljoen euro. Zie het overzicht op de volgende pagina: perspectiefnota 2005 43

(x 1.000) afschaffen gebruikersheffing op woningen - 15.700 verhoging uitkering gemeentefonds + 8.600 maximering ozb-tarieven max - 24.800 en min - 13.200 verhoging Rioolrecht + 5.500 herinvoering Afvalstoffenheffing + 12.800 uitvoeringskosten Afvalstoffenheffing - 150 Totaal max - 13.800 en min - 2.200 Voor de belastingbetaler is het woonlasteneffect sterk afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. In een aparte bijlage zijn de diverse mogelijkheden nader uitgewerkt. Alle onroerende zaken in Nijmegen krijgen voor het belastingjaar 2005 een nieuwe WOZ waarde. Ons uitgangspunt blijft dat de meeropbrengst die voortkomt uit de waar- deontwikkeling terugvloeit naar de burger via een tariefaanpassing. De afschaffing van de Zalmsnip per 1 januari 2005 levert voor alle burgers 45,38 nadeel op. Voor ons is het nadeel van deze maatregel ruim 521.000. Als het Rijk de maximale ozb-tarieven vaststelt, blijven er voor de gemeenten slechts een paar relatief kleine inkomstenbronnen over waarvoor wij zelf het tarief kunnen vaststellen: de hondenbelasting, precario, toeristenbelasting en parkeergelden. In 2005 verhogen we de rioolheffing met 24. Het is noodzakelijk om voor het onder- houd van de riolen voldoende middelen beschikbaar te hebben. Het huidige tarief is 79,-. Een kostendekkend tarief zou 156,- zijn. Als de OZB maatregelen van het Rijk doorgaan, zien we ons genoodzaakt de rioolheffing verder te verhogen. De kostendekkendheid van de leges houdt de aandacht. Ieder jaar toetsen wij de leges aan het kostenniveau. Een belangrijke ontwikkeling is dat naar verwachting vanaf 2006 rijbewijzen, net als paspoorten, voortaan centraal worden aangemaakt tegen een maxi- mum wettelijk tarief. Daar de leges rijbewijzen één van onze grootste inkomstenbron- nen is bij burgerzaken zullen de inkomsten hier nog maar beperkt stijgen. Programma Concerninkomsten In hoofdstuk 2 gaan wij in op de inkomsten. Programma Onderzoek en statistiek Zoals ook uit deze Perspectiefnota weer blijkt, hebben de thema`s `schoon, heel en vei- lig' en `sociale samenhang' voor ons een hoge prioriteit. Aan het eind van deze bestuurs- periode moeten de stad en de wijken er beter bij liggen. Dat willen we zien, horen maar ook meten. Tweejaarlijks brengen we in dit kader de Stads- en Wijkmonitor uit. Na een recente publicatie in 2004 verschijnt de volgende in 2006. We streven naar een opener bestuursstijl. Hoe ervaren burgers dit? Werkt onze manier van werken en communiceren? In 2002 hebben we een eerste meting uitgevoerd (Be- stuursmonitor) en een tweede in 2003. Deze peiling blijven we jaarlijks uitvoeren zodat trends zichtbaar worden en we onze bestuursstijl zonodig kunnen aanpassen. perspectiefnota 2005 44

We willen weten of we de doelen en gewenste effecten van programma's halen. Deze doelstellingen moeten meetbaar zijn. Hoewel we vorderingen maken, is er nog veel te doen. In de onderzoeksprogramma's is al een grote plaats ingeruimd voor monitoring en evaluatie- en effectonderzoek. Dat beleid willen we de komende jaren voortzetten (bij- voorbeeld bij Koers West, handhaving). Door middel van klantenonderzoek meten we de kwaliteit van onze dienstverlening en de waardering van burgers. We laten periodiek klantonderzoek doen bij de Stadswinkel, overige loketten maar ook in zijn algemeenheid inzake de ambtelijke dienstverlening en voor onze internetsite. We zetten de uitwisseling van informatie en kennis binnen KAN voort. Met de KUN in- tensiveren we de samenwerking. Coproductie met andere gemeenten biedt goede uit- gangspunten voor gemeentevergelijking (benchmarking). Programma Interne producten Stadsbedrijven Om de gemeentelijke panden op peil te brengen en te houden is vooral investerings- ruimte nodig. Deze investeringen zijn nodig als gevolg van gewijzigde wet- en regel- geving (o.a. brandveiligheidvoorzieningen, legionella, wet voorzieningen gehandicapten) maar ook voor het moderniseren van de jongerencentra. We nemen dit mee in de afwe- ging voor ons nieuwe investeringsplan in de Stadsbegroting 2005-2008. In 2004 verkennen we op welke wijze we flexibeler om kunnen dan wel om mogen gaan bij de exploitatie van gebouwen. De uitkomst van deze verkenning vermelden we in de Stadsbegroting 2005-2008. De renovatie van het stadhuis wordt naar verwachting in maart 2005 afgerond. De huurtermijn Metterswane, nu in gebruik als uitwijk voor het stadhuis, loopt af op 1 fe- bruari 2006. Vanwege de geringe vraag naar kantoorruimte houden we rekening met leegstand van Metterswane tot de afloop van de huurtermijn. Dit nemen we op als risico.

perspectiefnota 2005 45

1.7.2 Bezuinigingen

Ons College stelt uw Raad binnen de portefeuille `Financiën, Organisatie, Stadsbedrij- ven' de volgende bezuinigingen voor: Binnen het programma Concernsturing willen we het budget voor organisatieontwikkeling in 2005 met 500.000 verminderen en de jaren daarna met 800.000. Twee kleinere posten zijn het verminderen van de vergoeding kinderopvang, 50.000, en een besparing op het budget I-net, 26.000. De grootste bezuiniging willen we realiseren op het gebied van de doelmatigheid van de ambtelijke organisatie. Op diverse onderdelen willen we de doelmatigheid verbeteren. De Taskforce Anders Bezuinigen heeft hiervoor een groot aantal voorstellen gedaan. Deze voorstellen zullen we de komende tijd in zorgvuldig overleg met betrokkenen be- spreken. Dan zal ook duidelijk worden wat we wanneer kunnen realiseren. Voor deze Perspectiefnota hebben we een aantal doelmatigheidsgebieden aangewezen waarvoor we een taakstelling hebben vastgesteld: - We willen de doelmatigheid verbeteren bij de leiding, in beleid en uitvoering (multi- cultureel, DGG, SZW (bijzondere bijstand), invordering, inning heffingen, vastgoed, woningbedrijf) - Ook op facilitair gebied willen we de doelmatigheid verbeteren (servicecentrum, vrijdagmiddag- of avondsluiting, financiën, informatiemanagement) - Stafafdelingen moeten hun doelmatigheid verbeteren (P&O, communicatie, juridi- sche zaken) - Daarnaast nog een algemene doelmatigheidstaakstelling deze vullen we later in. - We verminderen de inhuur, beperken onze materiele uitgaven, besparen verder op de inkoop en we korten de loonsom verder in verband met de vacatureruimte - We financieren een groter aandeel van ons takenpakket op declaratiebasis in plaats van uit de algemene middelen. De totale doelmatigheidstaakstelling is 2,64 miljoen in 2005 oplopend tot 5,62 miljoen in 2008. Het aantal arbeidsplaatsen zal door deze taakstelling met 77 fte afnemen. Naast bovengenoemde bezuinigingen willen we ook binnen het programma Interne pro- ducten stadsbedrijven nog op een drietal posten bezuinigen. Op het onderhoud compu- terapparatuur kunnen we 50.000 besparen. Een zelfde bedrag willen we besparen op de telefoniekosten. Tenslotte komen met het afstoten van het GKB pand, dat we niet meer nodig hebben, huurkosten vrij; in 2005 100.000 en de jaren daarna 200.000. Personele effecten Het geheel van voornemens en maatregelen om tot een sluitende begroting te komen vraagt veel van de ambtelijke organisatie. Er zal vooral veel werk gemaakt moeten wor- den van goede flankerende maatregelen om de personele gevolgen op te vangen. Niet alleen de gevolgen van deze nog komende perioden maar ook een aantal reeds genomen besluiten leiden tot meer boventalligheid in de organisatie. perspectiefnota 2005 46

Om een totaalbeeld te geven gaat het om:

1. Collegeakkoord doelmatigheidsoperatie 4 X 1 % 23,3 fte 2. Taakafstoting ter grote van 3,5 miljoen 18 fte 3. Eenmalig 0,5 % korting loonsom 2004 0 fte 4. Gevolgen perspectiefnota 2005 - 2008 87 fte 5. Organisatieontwikkeltraject DIW (2005 e.v.) 35 fte Deze aantallen geven aan dat er een flinke opgave ligt om tot een goed doorstroom- en uitstroombeleid te komen. Zeker gelet op het feit dat er in 2004 nog plus minus 88 fte aan herschikkers binnen de organisatie aanwezig is. Totaal gaat het dus om 251 fte waarvoor een oplossing gezocht moet worden de komende jaren. Daarnaast willen wij een extra uitstroom bewerkstelligen om ook tot nieuwe instroom te kunnen komen. Wij realiseren ons dat de arbeidsmarkt momenteel niet gunstig is. Om deze omvangrijke doelmatigheidstaakstelling te kunnen realiseren op een verant- woorde manier, stellen we een budget beschikbaar voor frictie- en reorganisatiekosten: in 2005 1,8 miljoen, in 2006 2,2 miljoen en in 2007 0,8 miljoen. Ons College is zich er van bewust dat het realiseren van deze bezuiniging een grote en moeilijke operatie is. Toch hebben wij vertrouwen in de mogelijkheden om onze voor- stellen te realiseren. Daartoe zullen wij rond de zomer een visie op de organisatie pre- senteren, waarin wij zullen aangeven binnen welk organisatorisch kader deze opgave niet alleen tot een goed resultaat kan worden gebracht, maar ook hoe wij in deze tijd werk zullen maken van een beter presterende gemeentelijke overheid.

perspectiefnota 2005 47

1.7.3 Financieel overzicht portefeuille FOS

budgetuitbreidingen 2005 onderzoeksbudget (inhuur) Programma Concernsturing 50 aanschaf / onderhoud documentair Programma Concernsturing 200 informatiesysteem PreVUT en FPU Programma Concernsturing 100 Totaal portefeuille 350 Voorstel bezuinigingen 2005 2006 2007 2008 korting budget organisatie- Programma Concernsturing 500 800 800 800 ontwikkeling vergoeding kinderopvang Programma Concernsturing 50 50 50 50 verminderen korting budget I-net Programma Concernsturing 26 26 26 26 doelmatigheid leiding, beleid Programma Concernsturing 640 1.150 1.450 1.820 en uitvoering doelmatigheid facilitair Programma Concernsturing 150 400 500 500 doelmatigheid staf Programma Concernsturing 50 100 250 300 declarabele taken vermeer- Programma Concernsturing - 100 200 300 deren inhuur, vacatureruimte, in- Programma Concernsturing 1.700 1.800 1.900 2.000 koop en materiële lasten doelmatigheid algemeen Programma Concernsturing - 200 500 700 onderhoud computerappara- Programma Interne produkten 50 50 50 50 tuur besparing telefoniekosten Programma Interne produkten 50 50 50 50 afstoten GKB pand Programma Interne produkten 100 200 200 200 subtotaal 3.316 4.926 5.976 6.796 uitstroom- en frictiekosten Programma Concernsturing - 1.800 -2.200 -800 - Totaal portefeuille 1.516 2.726 5.176 6.796 perspectiefnota 2005 48

2 Financieel overzicht 2005­2008

2.1 Financieel beeld Bij het maken van een schets van het financiële beeld in de komende jaren spelen de volgende elementen een belangrijke rol: - De cijfers van de in november 2003 vastgestelde begroting 2004-2007. - Een verkenning van belangrijke ontwikkelingen met mogelijke financiële effecten - De ontwikkeling van de weerstandscapaciteit - De effecten uit de rekening 2003 - De stand van zaken rond de in de begroting gemelde risico's. - De stand van zaken rond de reeds besloten bezuinigingen We lopen deze elementen hieronder na. Vervolgens geven we een overzicht van alle voorstellen uit het vorige hoofdstuk en van de wijze waarop wij denken dit alles te kun- nen dekken. 2.1.1 Stadsbegroting 2004 - 2007 Het financieel meerjarenbeeld in de vastgestelde stadsbegroting 2004 is nagenoeg sluitend (nadeel in 2005 van 0,5 ton, 2006 -,- en 2007 0,5 ton voordeel). Er zijn sindsdien nog wel enkele besluiten genomen die wat muteren op deze totalen, maar per saldo is het beeld ongewijzigd gebleven. In de najaarsbrief hebben we aangegeven dat bij ongewijzigd beleid op een aantal punten structurele nadelen optreden die het begro- tingsbeeld negatief zullen maken. Dat betreft onder andere Bijzondere bijstand, WVG, RIO, Breed. Op deze punten zijn we in het vorige hoofdstuk al ingegaan. 2.1.2 Belangrijke financiële ontwikkelingen OZB Bij het programma gemeentelijke heffingen zijn we ingegaan op de voornemens tot wij- zigingen rond de opbrengsten van gemeentelijke belastingen en leges. Vooral de veran- deringen in de OZB en in samenhang daarmee in enkele andere heffingen zullen grote financiële effecten met zich mee brengen. Uitgangspunt van diverse voorstellen is dat de wijzigingen per 1 januari 2005 ingaan. Het is nog onzeker of het rijk dit ook zal halen en of de wijzigingen in de aangekondigde vorm door zullen gaan. Voorlopig hebben we de effecten daarom `pm' geraamd. Koers West/Stadsbrug Bij de begroting 2004 is besloten het saldo van de reserve strategische investeringen geheel te bestemmen voor de stadsbrug als onderdeel van Koers West. Dit saldo be- droeg eind 2003 6,7 miljoen, vóór de storting van het kapitaallastenvoordeel over 2003. Een definitieve berekening van dit voordeel was bij het opstellen van deze nota nog niet beschikbaar. In 2004 is in de begroting nog een extra storting voorzien van 4 ton. Daarnaast hebben we in 2003 de bijdrage van het rijk van 90 miljoen voor een oeververbinding ontvangen., Bij de jaarrekening 2003 presenteren we een geactua- liseerde totaalstand. Nuon rente-uitkering In 2003 is overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de Nuon over een mogelijke afkoop van de bestaande rente-uitkering. Dit overleg heeft tot op heden niet tot con- perspectiefnota 2005 49

crete resultaten geleid. Bij voortzetting van de huidige situatie - een eeuwigdurende vaste rente-uitkering over een lening - treedt geen effect op ten opzichte van de ra- mingen in de begroting. 2.1.3 Weerstandscapaciteit Er is vanaf 2005 geen structurele ruimte meer beschikbaar voor het oplossen van knel- punten, omdat deze ruimte bij de begroting 2004 geheel is ingezet. Ook de behoed- zaamheidreserve in de algemene uitkering, een soort buffer voor algemene tegenvallers in de algemene uitkering in relatie tot de rijksbegroting, is tot en met 2005 al geheel aangewend. Beschikbaar is nog wel de post onvoorzien van 680.000 die is bedoeld voor astructu- rele inzet. Op basis van voorlopige meldingen over het resultaat 2003 lijkt de stand van de saldire- serve begin 2004 uit te komen in de buurt van het gewenste niveau van ongeveer 20 miljoen. Bij de opstelling van de rekening 2003 is echter duidelijk geworden dat we in 2004 op grond van de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften de geactiveerde afkoopsom van het recreatieschap van 8,8 miljoen moeten afboeken, waardoor de saldireserve met dit bedrag afneemt. Geactualiseerde prognoses van de Algemene Bedrijfsreserves (ABR) van het ontwikke- lingsbedrijf en van het woningbedrijf zijn nog niet beschikbaar. Hoewel conform besluit bij de begroting de komende jaren (t/m 2008) een rentevergoeding wordt toegevoegd aan de ABR van het ontwikkelingsbedrijf is duidelijk dat we de bestaande onderdekking op het risicoprofiel de komende jaren nog niet kunnen oplossen. 2.1.4 Effecten uit de jaarrekening 2003 De uitkomst van de rekening 2003 is bij het schrijven van deze nota nog niet bekend. Er bestaat derhalve ook nog geen volledig beeld van eventuele structurele effecten. Enkele onderdelen zijn al wel te melden. Uit de maartcirculaire blijkt dat de algemene uitkering uit het Gemeentefonds als ge- volg van doorwerking uit 2003 voor Nijmegen wordt gekort met 2,2 miljoen structu- reel. Binnen de raming van het Gemeentefonds is nog 1 miljoen accres beschikbaar voor compensatie van deze korting. Als gevolg van het afboeken van de geactiveerde afkoopsom Recreatieschap Nijmegen & Omstreken vallen (kapitaal)lasten vrij tot een bedrag van 0,5 miljoen per jaar. Onder treasuryeffecten kunnen we tot nu toe niet geraamde vergoedingen op onder- handen werk opnemen en astructurele voordelen uit hogere beschikbaarheid van reser- ves als financieringsmiddel. Effecten jaarrekening 2003 2005 2006 2007 2008 Gemeentefonds Programma Concerninkomsten 1.200n 1.200n 1.200n 1.200n Afboeking recreatieschap Programma Concernverrekeningen 500v 500v 500v 500v Treasury Programma Concernverrekeningen 1.000v 500v 500v 500v Totaal 300v 200n 200n 200n bedragen x 1.000 v=voordeel, n=nadeel perspectiefnota 2005 50

2.1.5 Rijksbeleid 2004 en volgende jaren Door minister Zalm is eerder een aanvullende bezuiniging van 2 miljard aangekondigd. Voor het gemeentelijke aandeel daarin hebben wij een nadeel oplopend tot 2 miljoen opgenomen. Recentelijk is het te bezuinigen bedrag nog met 0,75 miljard opgehoogd, zodat de inschatting van het effect op de gemeentebegroting als een minimum moet worden beschouwd, waarop nog verdere risico's aanwezig zijn. Voor 2005 (en ook 2004) vormt de hoogte van de behoedzaamheidreserve een risico. Deze is in de begroting voor dat jaar voor 2,2 miljoen ingeboekt. Over 2003 wordt echter nauwelijks een uitkering ontvangen. Het is niet uitgesloten dat hier een trend optreedt die we vooralsnog `pm' ramen. Omdat we niet kunnen uitsluiten dat het Rijk nog verder gaat met bezuinigingen op Ge- meentefonds en op andere geldstromen richting gemeente hebben wij nog een extra risicovoorziening opgenomen van 1 miljoen. Rijksbeleid 2004 en volgende jaren 2005 2006 2007 2008 Gemeentefonds Programma Concerninkomsten 1.500n 2.000n 2.000n 2.000n Behoedzaamheidreserve Programma Concerninkomsten p.m. p.m. p.m. p.m. Risicovoorziening Programma Concerninkomsten 1.000n 1.000n 1.000n 1.000n bedragen x 1.000 v=voordeel, n=nadeel 2.1.6 Realisatie eerdere bezuinigingen Van de bestaande doelmatigheidstaakstelling resteert in 2005 2 ton en vanaf 2006 9 ton aan nog in te vullen volume. Deze bedragen worden nu ingebracht in het financi- ele beeld. Op andere, oude taakstellingen resteren nog een aantal risicovolle posten, zoals nulta- rief wijkcentra, alternatief NijmegenPas, beheer panden, bovenformatieven etc. tot een bedrag van 8 ton. Concrete invulling blijkt tot nu toe niet mogelijk. Kennelijk is hier een fiks risico aanwezig. Zonder de taakstelling af te voeren vinden we het uit een oog- punt van goed financieel beleid verstandig een risicovoorziening op te nemen van de helft, 4 ton vanaf 2005. 2.1.7 Voorstellen budgetuitbreidingen In hoofdstuk 1 hebben wij per portefeuille onze voorstellen voor budgetuitbreidingen opgenomen. In de begroting 2004 hebben we diverse grote risicoposten gemeld, tot een totaalbe- drag van 7,5 miljoen. Deze melding bepaalde mede de omvang van het ingezette bezui- nigingstraject van 10 miljoen. Nu, bijna een half jaar later, hebben we ten behoeve van deze perspectiefnota de balans opgemaakt. In het vorige hoofdstuk hebben we voor de Bijzondere bijstand, Breed, RIO en WVG deze risico's vertaald in concrete tegen- vallers, in de vorm van budgetuitbreidingen op de betreffende programma's. Ook voor stedelijke speeltuinen, prevut/ fpu en regiotaxi hebben wij de in zomernota en najaars- brief 2003 vermelde risico's vertaald in concrete budgetuitbreidingen. In onderstaand overzicht hebben wij alle voorstellen voor budgetuitbreidingen bijeen- gebracht. perspectiefnota 2005 51

Voorgestelde budgetuitbreidingen 2005 ­ 2008 2005 2006 2007 2008 Portefeuille AVE Verbeteren kwaliteit ver- Programma Veiligheid 235 235 235 235 gunningverlening C-2000 Programma Brandweer en ram- 105 105 105 105 penbestrijding Stembureaus Waalsprong Programma Burgerzaken - 10 10 10 Tekort vierdaagsefeesten Programma Externe Betrekkin- 150 150 150 150 gen Portefeuille MWI Gesubsidieerde arbeid Programma Arbeidsmarktbeleid 125 250 250 250 BREED Programma Arbeidsmarktbeleid 850 850 850 850 Bijzondere Bijstand Programma Inkomen 2.800 2.600 2.500 2.400 Portefeuille RWS Structurele financiering Programma cultuurhistorie 200 200 200 200 formatie Capaciteit bouwvergunnin- Programma Bouwen 100 100 100 100 genproces Digitalisering bouwarchief Programma Bouwen 100 100 100 100 Portefeuille WRS Areaaluitbreiding 2003 Programma Openbare ruimte 400 400 400 400 Uitvoering wijkbeheerplan- Programma Openbare ruimte 500 500 500 500 nen Stedelijke speeltuinen Programma recreatie en spelen 100 100 100 100 Portefeuille VMC Huur parkeerterreinTriavium Programma Mobiliteit 120 120 120 120 WOZ parkeerobjecten Programma Mobiliteit 143 143 143 143 Uitbreiding verkeersadvies Programma Mobiliteit 60 60 60 60 HOV Waalsprong-Centrum Programma Mobiliteit 80 Voorbereiding 2de fase Programma Mobiliteit 50 Duurzaam Veilig Portefeuille OZG WVG Programma ouderen en mensen 1.000 1.000 1.000 1.000 met een functiebeperking RIO Programma ouderen en mensen 500 500 500 500 met een functiebeperking Regiotaxi Programma ouderen en mensen 80 80 80 80 met een functiebeperking Investeringen onderwijs Programma Onderwijs 150 200 300 Portefeuille FOS Onderzoeksbudget (inhuur) Programma Concernsturing 50 50 50 50 Documentair informatie- Programma Concernsturing 200 200 200 200 systeem Totaal 7.918 8.133 7.953 7.953 perspectiefnota 2005 52

2.1.8 Nieuw financieel beeld Als we alle bovenstaande onderdelen samenvoegen, leidt dat tot het volgende totaal- beeld: Totaaloverzicht financieel beeld 2005 2006 2007 2008 Saldo stadsbegroting 2004 50n 0 50v 0 Effecten jaarrekening 2003 300v 200n 200n 200n Restant doelmatigheidstaakstelling 200n 900n 900n 900n Risico lopende taakstellingen 400n 400n 400n 400n Rijksbezuiniging algemene uitkering 1.500n 2.000n 2.000n 2.000n Risicovoorziening rijksbezuiniging 1.000n 1.000n 1.000n 1.000n Budgetuitbreidingen 7.918n 8.133n 7.953n 7.953n Nieuw financieel beeld 10.768n 12.633n 12.403n 12.453n 2.2 Dekking Om vanuit dit beeld weer tot een sluitende begroting te komen, willen we een aantal voorstellen en maatregelen inzetten. In het vorige hoofdstuk beschreven we al dat we de hogere omzet van de bouwleges nu in de Stadsbegroting zichtbaar willen maken, door 1,2 miljoen daarvoor in te boeken. De verwachte winstuitkering van de DAR noemden we ook al. Door de nieuwe wet op de kinderopvang zal een deel van onze middelen die we nu voor kinderopvang inzetten vrijvallen. Wij verwachten daar per saldo een voordeel voor de gemeentebegroting van 8 ton. De precieze uitwerking is nog niet bekend maar wij kie- zen er op voorhand voor het niveau van de wettelijke regeling aan te houden. De treasuryramingen kunnen worden bijgesteld door het inboeken van het voordeel op de financiering van investeringen 2004 door de lagere rentestand. Het gaat om een structureel voordeel van 2,5 ton. In het eerste hoofdstuk kondigen we het voorstel aan om voor de WWB de risicoreser- ve op 10% van de jaarlijkse rijksbijdrage te bepalen. Inclusief de bestaande reserve FWI verwachten we dat in 2004 de 10% bereikt wordt. Voor 2005 en 2006 is naar ver- wachting voldoende ruimte beschikbaar om onze inzet uit eigen middelen voor de Bij- zondere bijstand af te dekken. 2.2.1 Bezuinigingen In het vorige hoofdstuk hebben wij per portefeuille bezuinigingsvoorstellen geformu- leerd. Wij geven hieronder een totaaloverzicht. Totaal voorstel bezuinigingen Programma 2005 2006 2007 2008 fte anti discriminatiebureau Veiligheid 60 60 minder brandweerauto's brandweer en rampenbe- 46 300 300 300 3,25 strijding ondersteuning stedenbanden Externe betrekkingen - - 30 30 1 KAN bijdrage Externe betrekkingen 50 100 100 100 beperken subsidies multicul- Multiculturele samenleving 50 50 50 50 tureel beleid & emancipatie perspectiefnota 2005 53

Programma 2005 2006 2007 2008 fte ESF-projecten Arbeidsmarktbeleid 50 50 50 50 1 Bedrijvenloket Economische ontwikkeling 100 100 200 200 herschikkers bouwen en wo- Bouwen 100 100 100 100 4 nen bezwaarschriften huisves- Wonen 70 70 70 70 tingszaken sport- en speluitleen Sport 20 20 20 20 0,5 efficiënt gebruik buiten- Sport 64 64 64 64 sportvelden wijkaccommodaties Wijkaanpak 60 60 60 60 inkoop Keten Openbare openbare ruimte 100 100 100 100 Ruimte Hortus Arcadia openbare ruimte - 30 30 30 tarieven 2de parkeer- Mobiliteit 50 50 50 50 vergunningen bewoners terugdringen oninbare par- Mobiliteit 60 60 60 60 keerbonnen fietspaden en busbanen Mobiliteit 300 300 300 300 bewaakte fietsstallingen Mobiliteit 200 200 200 200 op de markt zetten parkeer- Mobiliteit - - 350 350 bedrijf vermindering milieustimule- Leefomgevingskwaliteit 70 70 70 70 ringsfonds marktconforme tarieven Kunst en cultuur 62 62 62 62 Lindenberg bezuiniging Bibliotheek Kunst en cultuur - - 100 100 podiabeleid herzien Kunst en Cultuur - 1.000 1.000 1.000 schoolbegeleiding Onderwijs - 100 100 100 wijkbudgetten jongeren & Integraal jeugdbeleid 15 30 40 45 SOM-begeleiding TCCN (dekking GSB) Integraal jeugdbeleid - 25 25 25 jongerencentrum Staddijk Integraal jeugdbeleid - 72 72 72 budgetsubsidie Tandem irt maatschappelijke zorg en 145 270 270 270 jongerencentrum Staddijk dienstverlening onderzoeksopdracht Uni- samenlevingsopbouw - 75 75 75 tas/Interlokaal en STAAD/DIVA/Intercity GGD-taakstelling 5% Openbare gezondheidszorg 100 100 100 100 efficiencykorting De grift, maatschappelijke zorg en 350 350 350 350 Arcuris, Passade, HERA dienstverlening verhoging norm cliëntgebon- maatschappelijke zorg en - 100 100 100 den uren NIM dienstverlening Sociale raadslieden maatschappelijke zorg en 50 50 50 50 1 dienstverlening taakstelling ouderenbeleid ouderen en mensen met een - 20 20 20 functiebeperking korting budget organisatie- Concernsturing 500 800 800 800 ontwikkeling perspectiefnota 2005 54

Programma 2005 2006 2007 2008 fte vergoeding kinderopvang Concernsturing 50 50 50 50 verminderen korting budget I-net Concernsturing 26 26 26 26 doelmatigheid leiding, beleid Concernsturing 640 1.150 1.450 1.820 27 en uitvoering doelmatigheid facilitair Concernsturing 150 400 500 500 15 doelmatigheid staf Concernsturing 50 100 250 300 8 declarabele taken vermeer- Concernsturing - 100 200 300 deren inhuur, vacatureruimte, in- Concernsturing 1.400 1.500 1.600 1.700 11 koop en materiële lasten doelmatigheid algemeen Concernsturing - 200 500 700 16 onderhoud computerappara- Interne producten 50 50 50 50 tuur besparing telefoniekosten Interne producten 50 50 50 50 afstoten GKB pand Interne producten 100 200 200 200 subtotaal 5.128 8.604 10.304 11.129 uitstroom- en frictiekosten Concernsturing - 1.800 -2.200 -800 Totaal 3.328 6.404 9.504 11.129 87,75 2.2.2 Rioolheffing Bij het programma Gemeentelijke heffingen in het vorige hoofdstuk stelden wij een verhoging van de Rioolheffing voor. Per object gaat het om een bedrag van 24 per jaar. Voor 2005 willen we die opbrengsten inzetten als dekking, om de begroting slui- tend te maken. Als het Rijk zijn voornemens rond de OZB uitvoert, hebben we de op- brengst uit de Rioolheffing in de jaren daarna nodig om de negatieve effecten op de gemeentebegroting op te vangen. 2.2.3 Totaal dekking Het totaal van de in te zetten dekkingmiddelen ziet er dan als volgt uit: Totaaloverzicht dekking 2005 2006 2007 2008 Bezuinigingen 3.328V 6.404V 9.504V 11.129V Bouwleges 1.200v 1.200v 1.200v 1.200v Winstuitkering DAR 850v 700v 550v 550v Kinderopvang 800v 800v 800v 800v Treasury 250v 250v 250v 250v WWB 2.800v 2.600v Rioolheffing 1.560v Totaal dekkingmiddelen 10.788v 11.954v 12.309v 13.929v 2.3 Resultaat Het saldo van deze perspectiefnota kan nu als volgt worden weergegeven: 2005 2006 2007 2008 Nieuw financieel beeld 10.768n 12.633n 12.403n 12.453n Totaal dekkingmiddelen 10.788v 11.954v 12.304v 13.929v Saldo perspectiefnota 20v 679n 99n 1.476v perspectiefnota 2005 55

perspectiefnota 2005 56


---- --