Verzoek reiskostenvergoeding in plaats van OV-studentenkaart voor in
België wonende en in Nederland onderwijs volgende student;
hardheidsclausule
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 13-04-2004
Betrokkene woont bij zijn ouders in België en studeert in Tilburg. Hij
heeft verzocht om in plaats van een OV-studentenkaart hem in
aanmerking te brengen voor een vergoeding van reiskosten. Het beleid
van de IBG met betrekking tot de hardheidsclausule in artikel 11.5 WSF
2000 kan de rechterlijke toetsing doorstaan. De wetgever heeft beoogd
een algemeen geldende regel te geven voor de voorziening in het
vervoer van de in Nederland studerenden. Nu de wetgever de toekenning
van een geldbedrag als alternatief voor de verstrekking van een
OV-studentenkaart uitdrukkelijk heeft beperkt tot buiten Nederland
studerenden, kan, zo al aangenomen wordt dat de IBG bevoegd is tot
analoge toepassing in algemene zin van deze regeling op in Nederland
studerenden, in elk geval niet worden staande gehouden dat van de IBG
een zodanige analoge toepassing valt te verlangen. Denkbaar is dat
zich (zeer) bijzondere omstandigheden voordoen die ertoe behoren te
leiden dat in afwijking van het beleid tot toepassing van de
hardheidsclausule wordt overgegaan. In het onderhavige geval is niet
voldoende grond aanwezig om in afwijking van het beleid toepassing te
geven aan de hardheidsclausule.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO6271
Zie het origineel