PGGM


PGGM sterk in herstel

"Beperking beleggingsvrijheid bedreigt goed pensioen"

PGGM heeft het turbulente jaar 2003 goed afgesloten. Het pensioenfonds behaalde een bovengemiddeld rendement van 15% en zag het belegd vermogen stijgen tot
53 miljard. PGGM noemt als belangrijkste reden voor dit herstel het vasthouden aan de eerder uitgezette beleggingstrategie, met daarin een belangrijke rol voor aandelen. Of, zoals de nieuw aangetreden directievoorzitter Karel Noordzij het formuleert, PGGM is niet in paniek uit zakelijke waarden gevlucht.
De goede beleggingsresultaten en de positieve effecten van het in uitvoering genomen herstelplan hebben inmiddels geleid tot een verhoging van de dekkingsgraad tot 105%. PGGM is een van de fondsen die in 2003 volledige indexering van zijn pensioenen heeft gehandhaafd en besloten heeft dat ook te doen voor 2004.
Om ook in de toekomst alle betrokkenen van de internationaal erkende voordelen van het Nederlandse pensioenstelsel te kunnen laten profiteren, acht PGGM ook op zakelijke gronden handhaving van zowel solidariteit als beleggingsvrijheid voor pensioenfondsen cruciaal. PGGM vindt het Nieuw Financieel Toetsingskader (NFTK) dat onlangs in Den Haag is overeengekomen werkbaar, maar pleit wel voor verlenging van de éénjaars-hersteltermijn bij onderdekking. Karel Noordzij: Wij nemen stelling tegen de neiging tot kortetermijndenken. Die kan nog versterkt worden indien een vast dekkingsgraadregime wordt gecombineerd met een variabel systeem van marktwaardering van de verplichtingen. Daarmee zou het Nederlandse pensioenstelsel onbedoeld ernstig worden gekortwiekt.

Resultaten bovengemiddeld
Op de totale beleggingsportefeuille behaalde PGGM een rendement van 15% (2002:

-7,3%). Hiermee kwam het resultaat 4,3 procentpunt hoger uit dan de WM-score van 10,7%, het gemiddelde resultaat van een groot aantal toonaangevende pensioenfondsen. Alle beleggingscategorieën stegen gedurende 2003 in waarde; vooral aandelen (23,8%) en commodities (23,3%) lieten over 2003 een goed rendement zien. Door de relatief grote omvang van de aandelenportefeuille leverde deze de grootste bijdrage aan de totale waardestijging van PGGMs beleggingsportefeuille. Een belangrijk deel van dit positieve resultaat is het gevolg van de strategie van PGGM om de wisselkoersrisicos van de beleggingen af te dekken. Ook over de afgelopen vijf jaar zijn goede rendementen gerealiseerd. Gemiddeld werd per jaar een resultaat behaald van 4,9% dat 0,7% boven de PGGM-benchmark ligt, en zon 1,6% hoger dan de vergelijkbare WM-score. Sinds PGGM in 1994 begonnen is met ALM-studies is het totale rendement op de beleggingsportefeuille steeds hoger geweest dan het in die studies berekende rendement. Daardoor komt de waarde van de beleggingsportefeuille, ondanks twee eerdere jaren met een negatief rendement, nog steeds uit boven de ALM-aanname.

Het aantal deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden steeg in 2003 tot ruim 1,8 miljoen.

Positief effect herstelplan
Begin 2003 bedroeg de dekkingsgraad van PGGM 100%. Ten opzichte van de solvabiliteitsnormen van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) bedroeg de onderdekking 2%. De PVK verlangde dan ook dat PGGM zijn financiële positie aanmerkelijk versterkte. In 2003 heeft het fonds een herstelplan opgesteld, gericht op het voldoen aan de eisen van de PVK. Dit herstelplan voorziet onder meer in versnelde, stapsgewijze stijging van de premie naar kostprijsniveau, en in versnelde invoering van een middelloonregeling per 1 januari 2004. Deze was overigens in verband met de vereisten van de sector zorg en welzijn toch al voorzien. In het herstelplan wordt de al bestaande voorwaardelijkheid van indexatie nog eens onderstreept. Het plan ging uit van een dekkingsgraad van 97% ultimo 2003. Inmiddels is de dekkingsgraad gestegen tot 105%. Hiermee zijn de doelstellingen van het herstelplan ruimschoots overtroffen.
PGGM heeft besloten ook in 2004 de pensioenbetalingen volledig te indexeren volgens de loonontwikkeling, omdat de premie nog niet op kostprijsniveau zit.
Karel Noordzij meent dat optimale beleggingsvrijheid nodig is voor de BV Nederland om een zo goedkoop mogelijk pensioen te realiseren.

Pensioenstelsel geroemd in Europa, gekortwiekt in Nederland? Een collectieve pensioenregeling op basis van solidariteit levert een prijs-kwaliteitverhouding op die op individuele basis buiten bereik blijft. Het opgeven van het solidariteitsbeginsel zou leiden tot een premieverhoging van 50%. Zakelijk gezien geeft het Nederlandse stelsel, gebaseerd op solidariteit met kapitaaldekking, de beste garantie voor een goed pensioen tegen een betaalbare prijs; het is het meest optimale antwoord op de vergrijzing. Grote zorg over onbetaalbare pensioenen is volgens PGGM dan ook niet aan de orde. Echter, gegeven de langetermijnverplichtingen en de daarbij behorende langetermijnfocus, ziet PGGM in de groeiende nadruk op de korte termijn een bedreiging voor ons in Europa juist zo geroemde stelsel. Hoewel PGGM het onlangs overeengekomen NFTK op zich werkbaar vindt, is er één element dat indien onverkort toegepast toch de kortetermijnfocus zal laten overheersen; namelijk de eis dat een onderdekking binnen één jaar moet zijn hersteld tot de norm van 105%. Dit kan leiden tot een extreme premieverhoging voor dat jaar. Dit geldt des te sterker indien aan deze eis van een vaste dekkingsgraad een variabele uitkomst van waardering van pensioenverplichtingen op marktwaarde wordt gekoppeld. Het solidaire systeem is primair gericht op het functioneren op de lange termijn. PGGM vindt het daarom van groot belang dat er in het overleg tussen de sociale partners en de overheid ruimte blijft om de kracht van een op solidariteit gebaseerd systeem volledig te benutten.

Levensloopregelingen taak pensioenfondsen
De door het kabinet gepresenteerde voorstellen op het gebied van prepensioen en de pensioengerechtigde leeftijd hebben geleid tot felle discussies.
PGGM acht het een goede zaak dat de sociale partners nu met het kabinet onderhandelen over aanpassingen van de kabinetsvoorstellen. Die moeten leiden tot het instandhouden van mogelijkheden voor collectief vroegpensioen.

Voor de uitvoering van prepensioen- en levensloopregelingen moeten de pensioenfondsen naar de mening van PGGM een centrale rol spelen. Pensioenfondsen zijn daarvoor goed geëquipeerd zodat geen onnodige extra administratieve lastendruk ontstaat. In tegenstelling tot wat sommigen menen, mogen pensioenfondsen hierin bovendien van Europa wel degelijk een rol spelen.

PGGM - 13 April 2004 - PGGM