Onderwijsraad


P E R S B E R I C H T KENMERK 20040161/780 DATUM 14 april 2004

ONDERWIJSRAAD: GESLOTEN BESTEL
HOGER ONDERWIJS VOORZICHTIG OPENEN
De Onderwijsraad is er voorstander van het huidige gesloten bestel NASSAULAAN 6 in het hoger onderwijs meer, maar niet volledig, open te breken. Dat 2514 JS DEN HAAG betekent dat de huidige niet-bekostigde instellingen, zoals de LOI TELEFOON 070 310 00 00 Hogeschool of een buitenlandse universiteit, de kans krijgen om één FAX 070 356 14 74 of meer van hun opleidingen voor overheidsbekostiging in aanmer- E-MAIL SECRETARIAAT@ONDERWIJSRAAD.NL king te laten komen. Dat stelt de raad in zijn advies Ruimte voor WEBSITE WWW.ONDERWIJSRAAD.NL nieuwe aanbieders in het hoger onderwijs.
De raad wil koersen op gereguleerde toelating om in het hoger onderwijs de concurrentie aan te wakkeren en meer variëteit te creëren. Juist omdat het onderwijs aan niet-bekostigde instellingen sterk verschilt van het onderwijs aan de huidige bekostigde universiteiten en hogescholen, kan toetreding van niet-bekostigde instellingen leiden tot een verrijking van het bekostigde ho- ger onderwijs: meer variatie in aanbod en duur van opleidingen en meer keuzemogelijkheden voor studenten.
De raad geeft de voorkeur aan gereguleerde toetreding om de nadelen van vrije toetreding te beperken. Zo kan bij volledig vrije toetreding door de toe- stroom van meer aanbieders de verdeling van het overheidsbudget te veel versnipperd raken over allerlei instellingen en opleidingen. Bovendien kan de continuïteit van bepaalde opleidingen onder druk komen te staan: mogelijk verdwijnen opleidingen, met kapitaalvernietiging als gevolg. Als nieuwe aanbieders willen toetreden tot het bekostigde hoger onderwijs, moeten ze aan dezelfde voorwaarden voldoen als de huidige bekostigde instellingen. Dat wil zeggen dat een opleiding zonder accreditatie ofwel kwa- liteitskeurmerk van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie geen recht heeft op toetreding. De overheid bepaalt vervolgens op basis van be- kostigingscriteria ­ (financiële en regionale) toegankelijkheid, doelmatigheid (privaat en maatschappelijk rendement) en de beschikbare ruimte in het be- kostigde deel van het bestel ­ of ze een geaccrediteerde opleiding bekostigt. Het is aan de aanbieders om een opleiding te laten accrediteren én een ver- zoek voor bekostiging in te dienen.
Om ruimte te scheppen voor nieuwe toetreders ziet de raad twee mogelijkhe- den die ook met elkaar gecombineerd kunnen worden. Daarbij adviseert de raad niet direct over te gaan tot invoering, maar om van start te gaan met proeven. De eerste mogelijkheid is een verhoging van het budget en het aan- tal opleidingen. De proef die de raad voor ogen heeft, spitst zich toe op een kleine groep opleidingen in een specifieke sector of bepaalde sectoren, bij- voorbeeld de gezondheidszorg. Zo kan de overheid inspelen op het tekort aan hoogopgeleiden in een sector. Elke aanbieder met een geaccrediteerde opleiding kan meedingen naar bekostiging van de opleiding. De tweede mo- gelijkheid is een combinatie van uit- en intreding, ook daarbij is een proef met een beperkt aantal opleidingen op zijn plaats. Als een bestaande bekos- tigde opleiding zijn accreditatie en daarmee zijn recht op bekostiging verliest,

KENMERK

20040161/780 Pagina 2

kunnen andere aanbieders in een vrije aanbesteding meedingen voor bekos- tiging van een geaccrediteerde opleiding. Voordeel hierbij is dat extra budget niet nodig is.