VVD



14 apr 2004

Vragen over de tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen en TBS-maatregel

Tweede-Kamerfractie

Vragen van het lid Griffith (VVD) aan de minister van Justitie over de tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen en TBS-maatregel.


1. Herinnert u zich nog uw brief van 10 maart 2004 over de positie van slachtoffers in het strafproces en uw brief van 5 april 2004 over het TBS plan van de VVD?


2. Wie bepaalt in de regel in welke gevallen een slachtoffer geïnformeerd wordt over het verloop van de executiefase? Wie is hiervoor eindverantwoordelijk?


3. Welke beleidsregels gelden bij de informatieverstrekking aan een slachtoffer van een TBS-gestelde, die veroordeeld is voor een ander delict dan een zedendelict?


4.Hoe wordt in de praktijk omgegaan met de tenuitvoerlegging van de door de rechter opgelegde gevangenisstraf en TBS-maatregel? Dient de veroordeelde in alle gevallen eerst tweederde van zijn straf te hebben uitgezeten alvorens een aanvang wordt gemaakt met de verpleging van overheidswege? Zo nee, in welke gevallen wordt hiervan afgeweken en waarom?


5. Welke betekenis wordt toegekend aan een rechterlijke uitspraak waarin de minister van Justitie nadrukkelijk door de rechter wordt geadviseerd om de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet eerder aan te laten vangen dan nadat tweederde van de opgelegde gevangenisstraf is ondergaan?


6.In hoeveel gevallen is afgeweken van een uitspraak van de rechterlijke macht om eerst de opgelegde gevangenisstraf te ondergaan en daarna aan te vangen met verpleging in een tbs-kliniek?


7.Hoe komt de beslissing tot stand om een veroordeelde niet langer zijn gevangenisstraf te ondergaan, maar hem eerder over te plaatsen naar een inrichting tbs-inrichting? Wie is eindverantwoordelijk voor deze beslissing?


8. Op welke wijze wordt bij deze genoemde gevallen omgegaan met een verlofregeling? Op welke wijze komt deze tot stand, op basis waarvan, wie worden geraadpleegd en welke rol hebben de slachtoffers dan wel de nabestaanden bij de besluitvorming?


9. Wie bepaalt wanneer betrokkene welke vorm van verlof mag genieten en wie informeert de slachtoffers dan wel de nabestaanden hierover?


10. Welke rol speelt DJI bij de totstandkoming van een verlofregeling en andere vrijheden van de tbs-gestelde? Is de vereiste deskundigheid bij DJI aanwezig om tot een zorgvuldige afweging van de belangen en de beslissing te komen? Zo ja, over welke deskundigheid dienen de medewerkers van DJI die hierover beslissen te beschikken?


11.In hoeveel gevallen heeft DJI het verzoek van de klinieken niet gevolgd of afgewezen?


12.Op welke wijze is uitvoering gegeven aan de uitspraak van het gerechtshof te Den Bosch van 27 mei 1998, waarbij het gerechtshof heeft bevolen dat de verpleging niet eerder mag aanvangen dan nadat tweederde van de opgelegde gevangenisstraf is ondergaan? Waarom is besloten geen gevolg te geven aan het nadrukkelijke verzoek van de rechter om de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet eerder te laten aanvangen dan nadat tweederde van de opgelegde gevangenisstraf is ondergaan?


13. Kunt u verklaren hoe het kan dat ondanks de nadrukkelijke rechterlijke uitspraak, de veroordeelde reeds binnen 30 maanden na gerealiseerde gevangenisstraf, in plaats van 9 jaar, is overgeplaatst naar een tbs- instelling?


14.Is en zo ja door wie en op welke wijze is het slachtoffer geïnformeerd over de vervroegde plaatsing in een TBS-inrichting en de verdere verloop van de executiefase van de veroordeelde? Zo nee waarom niet?


15. Welke rol hebben de belangen van het slachtoffer gespeeld bij de beslissing om de veroordeelde eerder dan door de rechter bepaald te plaatsen in een tbs-kliniek? Is er een slachtofferonderzoek verricht, zo ja wat is er met de bevindingen gedaan, zo nee waarom is er geen slachtofferonderzoek verricht?


16. Welke stappen heeft u ondernomen om het slachtoffer te informeren over het toekomstig verloop van de executiefase dan wel de verlofregelingen van de veroordeelde?


17. Welke maatregelen zijn ondernomen om ongewenste confrontaties tussen het slachtoffer en de nabestaanden en de tbs-gestelde te voorkomen?


18. Vindt u het aanvaardbaar dat in ernstige strafzaken waarin de rechter gevangenisstraf en tbs oplegt, de executie en de daadwerkelijk te ondergane gevangenisstraf vervroegd worden onderbroken, zonder tussenkomst van de rechterlijke macht?


19. Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het Algemeen Overleg inzake TBS van 18 mei 2004?

14 april 2004