Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Persbericht, 14-4-2004

Staatssecretaris Ross bezorgd over doorligwonden

Staatssecretaris Ross-Van Dorp is bezorgd over het hoge percentage verpleeghuispatiënten dat te kampen krijgt met doorligwonden. Dat zei zij vandaag bij het in ontvangst nemen van een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg over dit probleem. Volgens het onderzoek blijken 15 tot 35 procent van de risicopatiënten deze wonden te krijgen. De wonden zijn zeer pijnlijk, kunnen infecteren en in het ergste geval zelfs tot de dood leiden. Naast het menselijke leed dat doorliggen met zich meebrengt, is er ook een financiële schade door de extra verpleging die nodig is.

Staatssecretaris Ross roept de sector op zonder dralen de richtlijnen beter na te leven, "liever vandaag dan morgen". Het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg, CBO stelde in 2002 nieuwe preventierichtlijnen op. Overal waar deze richtlijnen werden gehanteerd, is het aantal gevallen van doorliggen drastisch afgenomen. Als de richtlijnen overal even goed worden toegepast, kan veel leed worden voorkomen. De financiële schade van circa 500 miljoen euro, kan dan eveneens worden vermeden.

Patiënten moeten vooral niet schromen een klacht in te dienen bij de zorginstelling of bij hun zorgverzekeraar als ze vinden dat ze niet goed zijn behandeld, vindt Ross. Volgens de staatssecretaris is het niet alleen een probleem van de verplegenden aan het bed, maar ook van hun managers die de richtlijnen kunnen helpen invoeren. De extra inspanningen die de sector moet leveren om doorliggen te voorkomen, verdienen ze terug wanneer zij de wonden niet meer hoeven te behandelen.