Openbaar Ministerie

14 april 2004

Fout bij dna-onderzoek Zuuk

Door een menselijke fout bij het Nederlands Forensisch Instituut heeft het grootschalige DNA -onderzoek in het buurtschap Zuuk niet het gehoopte resultaat kunnen opleveren.

Bij de vergelijking van de gegevens van de vrouwen, die hebben meegewerkt aan het DNA-onderzoek, met reeds uit het onderzoek verkregen sporenmateriaal is geen overeenkomstig DNA-profiel gevonden. Wel is er een overeenkomst gevonden tussen het sporenmateriaal en het profiel van een vrouwelijke medewerker van het Nederlands Forensisch Instituut.

Naar nu gebleken is, heeft per ongeluk bij het Nederlands Forensisch Instituut in 2001 een medewerkster haar DNA overgedragen op het sporenmateriaal in deze zaak. Deze zogenaamde contaminatie was al eerder bij het Nederlands Forensisch Instituut vastgesteld, maar het Nederlands Forensisch Instituut heeft verzuimd het arrondissementsparket Zutphen hierover te informeren.

Het vermeende daderspoor rechtvaardigde een DNA-onderzoek. Nu dit spoor geen daderspoor blijkt te zijn, moet het van de vrouwen verkregen DNA-materiaal worden vernietigd. Het parket Zutphen heeft het Nederlands Forensisch Instituut daartoe onmiddellijk opdracht gegeven.

Het parket Zutphen betreurt de gang van zaken ten zeerste. De vrouwen, die meegewerkt hebben aan het onderzoek, worden (voor zoveel mogelijk) persoonlijk op de hoogte gesteld over de gang van zaken.

De politie Noord-en Oost Gelderland en het parket Zutphen beraden zich over het verdere strafrechtelijke onderzoek in deze al jaren lopende zaak.

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft zelf ook een persbericht uitgebracht over de fout. Hieronder de tekst van dit persbericht:

DNA-onderzoek Zuuk

14 april 2004
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft in de zaak van de Wreker van Zuuk moeten constateren dat het DNA-profiel dat gebruikt is in het DNA-onderzoek onder 55 vrouwen niet afkomstig is van de dader maar van een medewerker van het NFI.

Begin dit jaar heeft het openbaar ministerie het NFI gevraagd medewerking te verlenen aan het aanvullende onderzoek naar de wreker van Zuuk. Het NFI heeft daarop een eerder verzameld DNA-profiel in deze zaak uit 2001 ter beschikking gesteld. Daarbij heeft het NFI over het hoofd gezien dat destijds was vastgesteld dit spoor niet bruikbaar was omdat het DNA-materiaal bevatte van een NFI-medewerker. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen die het NFI heeft getroffen, is contaminatie van sporenmateriaal door medewerkers van de afdeling juist vanwege de sterk toegenomen gevoeligheid van de moderne onderzoekstechnieken nooit helemaal uit te sluiten. In de praktijk komt dit enkele malen per jaar voor. Om contaminatie te kunnen opsporen hanteert het NFI diverse procedures waardoor contaminatie tijdig gesignaleerd kan worden.
Ook in deze zaak is contaminatie in een eerder stadium geconstateerd en in het dossier opgenomen. Door een menselijke fout is dit gegeven bij de hervatting van de zaak over het hoofd gezien. Het NFI betreurt dit ten zeerste en heeft inmiddels maatregelen genomen in de vorm van extra controles om herhaling te voorkomen.

Eén van de bestaande controlemaatregelen die het NFI hanteert is het gebruik van een zogenaamde eliminatie-DNA-databank waarin de profielen van alle medewerkers die bij onderzoek zijn betrokken, zijn opgeslagen. Dit betreft een standaardprocedure om absolute zekerheid te krijgen of het profiel niet van een medewerker afkomstig is. Het profiel uit de zaak-Zuuk is destijds ook vergeleken met de profielen uit deze databank en heeft een hit opgeleverd. Het NFI heeft destijds deze informatie aan het dossier toegevoegd in afwachting van een eventueel vervolgonderzoek. Toen na tweeënhalf jaar de zaak hervat werd, heeft het NFI het dossier onvoldoende grondig bestudeerd en de aanwijzing naar contaminatie over het hoofd gezien.

Het NFI betreurt deze fout ten zeerste en heeft inmiddels maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Deze maatregelen bestaan uit een extra controle van dossiers die na langere tijd weer geopend worden en waarin het OM aanvullend onderzoek verlangt. Daarnaast zal het NFI bij aanvraag van een grootschalig DNA-onderzoek het DNA-profiel van het spoor nog een keer vergelijken met de profielen in de eliminatie-DNA-databank en de gewone DNA-databank. (Bron: persbericht NFI)