Een ondernemingsraad nieuwe stijl- COR BERKEL-- BPO Adviesgroep

De adviesaanvraag van minister De Geus en het advies van de SER over de Wet op de Ondernemingsraden gaan nergens over. Geen visie en geen verbeteringsvoorstellen. Pappen en nat houden lijkt het devies. Een voorstel voor een eigentijdse ondernemingsraad


De code van de commissie-Tabaksblat over corporate governance is door de regering overgenomen. In deze code is de ondernemingsraad niet genoemd als een orgaan van de onderneming zoals de raad van bestuur (rvb), de raad van commissarissen (rvc) en de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). De ondernemingsraad (or) hoort daar kennelijk niet bij en dat moeten we accepteren. De ondernemingsraad is geen bestuursorgaan van de onderneming, maar een orgaan dat een eigen en onafhankelijke rol heeft bij de besluitvorming over het beleid. Dat vraagt om een nieuwe visie op de ondernemingsraad.


Dat er nu geen visie is, komt door het vasthouden aan het begrip 'medezeggenschap voor de ondernemingsraad. Dat begrip moet de prullenbak in. De or moet meer advies- en controleorgaan worden en minder meebesturen. Ook de ondernemingsraad moet dualistisch werken. De afstand tussen bestuur en het controlerend orgaan moet worden vergroot. De ondernemingsraad kan advies uitbrengen over alle belangrijke onderwerpen op bedrijfseconomisch gebied, de ondernemingsraad kan hierdoor zijn mening geven over het beleid van de directeur en dat zelfs veroordelen. Nu is het al zo dat in 95 procent van de gevallen de directeur vertrekt als de ondernemingsraad het vertrouwen publiekelijk opzegt.


Ik wijs daarvoor naar de geruchtmakende Corus -zaak waardoor zelfs ceo Sir Brian Moffat in Engeland moest opstappen. Daaruit blijkt dat de directeur door het niet juist toepassen van het adviesrecht gedwongen kan worden op te stappen. Overigens komt het omgekeerde ook voor. De centrale ondernemingsraad van Reesink heeft zich met succes verzet tegen het ontslag van de directeur door het vertrouwen in hem uit te spreken. Inmiddels is een aantal commissarissen opgestapt.
De ondernemingsraad als controleorgaan hoeft geen eigen positie te hebben in de rvc. De structuurregeling kan opgeheven worden. Dat is dus geen direct gevolg van de code-Tabaksblat, maar van een andere visie op de ondernemingsraad. Het karakter van een controleorgaan kan het beste versterkt worden met de toekenning van het enquêterecht. De or kan dan het beleid van de directie door de Ondernemingskamer laten onderzoeken en dat zal in veel gevallen al voordat de Ondernemingskamer gaat onderzoeken het vertrek van de directeur tot gevolg hebben. Er zijn voldoende fraudegevallen en andere onregelmatigheden in profit- en non-profitorganisaties bekend om de ondernemingsraad een grotere rol te geven als controleorgaan. De klokkenluiders worden daardoor wellicht ook overbodig.


Het gehele terrein van personeelsmanagement en arbeidsvoorwaarden moet als een apart onderwerp ondergebracht worden bij het adviesrecht van artikel 25. Daarvoor moet het enquêterecht aan de or worden toegekend.


Nu al werkt zestig procent van de werknemers in Nederland in een kennisorganisatie en dat zal alleen maar toenemen. Die werknemers denken over hun positie in de onderneming niet volgens de oude nog aan de klassieke productieorganisaties gebonden opvattingen. Begrippen als functiewaardering en bevorderingsbeleid sluiten niet meer aan bij belangrijke ontwikkelingen voor het personeel. Begrippen zoals personeelsmanagament, competitieprofielen en competentiemanagement gaan uit van een geheel andere benadering.
Instemmingsrecht is een voorbeeld van een achterhaald begrip. Instemmingsrecht komt voort uit het machtsdenken en suggereert een verkeerd beeld. In de praktijk werkt het niet anders dan het adviesrecht, maar dan zonder de juridische mogelijkheden om naar de Ondernemingskamer te gaan. De bemiddeling van de bedrijfscommissie (werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branche) is bepaald niet onafhankelijk en ook niet altijd van hoge kwaliteit. Als een zaak al tot de kantonrechter komt, dan is daar ook niet altijd de gewenste kennis beschikbaar.


Het verbeteren van de relatie ondernemingsraad-achterban kan niet met formele regeltjes. De ondernemingsraad moet voor de achterban belangrijker worden, dan loopt die relatie vanzelf beter. Daarvoor moet de or voor arbeidsvoorwaarden adviesrechten krijgen. De ondernemingsraad heeft nu slechts de instemmingsrechten over een beperkt aantal regelingen voor arbeidsvoorwaarden die niet meer actueel zijn. Door de uitbreiding van het adviesrecht weet de achterban dat de ondernemingsraad namens hen overleg zal voeren over alle arbeidsvoorwaarden en personeelsregelingen. De huidige situatie is frustrerend voor zowel de ondernemingsraad als de achterban, want veel werkgevers veranderen de arbeidsvoorwaardenregelingen zonder overleg met de or. Het gaat dan om de onkostenvergoedingen.


Ten slotte is het van het grootste belang dat de naleving van de Wet op de Ondernemingsraden verbeterd wordt. Het Gemeenschappelijke Begeleidings Instituut Ondernemingsraden (GBIO) constateert dat de helft van de ondernemingen die een ondernemingsraad moeten hebben die niet heeft, ofwel één die slecht functioneert.


Een heldere positie van de ondernemingsraad maakt vereenvoudiging van de wet mogelijk en maakt het functioneren van de ondernemingsraad effectiever. Een wetswijziging van de Wet op de Ondernemingsraden heeft alleen zin als de naleving beter wordt. Er ligt nu een kans voor de vlucht naar voren. Niets doen is een gemiste kans.


Cor P. Berkel heeft ruim dertig jaar ervaring als ondernemingsraadslid, trainer en adviseur voor ondernemingsraden.

Graag willen wij u uitnodigen om te reageren op dit artikel dat op 9 april werd gepubliceerd in het Financieel Dagblad. Dit kan naar cor@bpo-groep.nl, voor vragen kunt u telefonisch ook terecht op het nummer 033-4321088