Ministerie van Buitenlandse Zaken

Persbericht

Ministerie van Buitenlandse Zaken


Datum: 16 april 2004

OESO akkoord met verbreding criteria voor hulp bij veiligheid

Een aantal hulpactiviteiten ter bevordering van de veiligheid in ontwikkelingslanden kan voortaan worden betaald uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking. De commissie voor ontwikkelingssamenwerking (DAC) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft ingestemd met verruiming van haar criteria voor hulp op het gebied van veiligheid.

Minister Agnes van Ardenne, die donderdag en vrijdag de jaarlijkse vergadering van de OESO over ontwikkelingssamenwerking in Parijs bijwoonde, noemt het besluit een "flinke stap voorwaarts". Onder de groep van 23 hulpgevende landen bestaat thans brede consensus over het feit dat veiligheid van doorslaggevend belang is voor ontwikkeling. Armoedebestrijding en conflictpreventie en ­beheersing moeten aan elkaar gekoppeld zijn, omdat onveilige situaties waarin miljoenen mensen leven een van de hoofdoorzaken van armoede zijn.

De leden van de DAC besloten in Parijs om een aantal activiteiten die betrekking hebben op de civiele kant van de veiligheidssector voortaan tot Officiële Ontwikkelingshulp (ODA) te rekenen. Het gaat hier onder meer om zaken als het adviseren van assisteren van ministeries op het gebied van beheer, het inzichtelijk maken van hun uitgaven en het bevorderen van democratische controle op de veiligheidssector. Ook voorziet de verruiming in het versterken van de rol van maatschappelijke organisaties, media, universiteiten, zodat deze het functioneren van de veiligheidssector vanuit de maatschappij kunnen volgen. Om de inzet van kindsoldaten te voorkomen wordt het mogelijk om hulpgeld in te zetten voor de bevordering van betere wetgeving en de bekostiging daarvan.

De DAC is, zoals verwacht, niet akkoord gegaan met inzetten van officiële hulp voor de opbouw van de veiligheidsstructuur in ontwikkelingslanden, zoals de training van militairen op het gebied van humanitair en oorlogsrecht, het hervormen van de veiligheidssector en het trainen van veiligheidstroepen. De discussie hierover, die op de vergadering in Parijs, voor het eerst op ministerieel niveau werd gevoerd, is nog niet uitgekristalliseerd. De besprekingen over het resterende pakket van hulpactiviteiten op het gebied van veiligheid worden voortgezet en worden op de volgende vergadering van de DAC in 2005 opnieuw besproken, zo is besloten.

Over het voorstel om een groter deel van de kosten van klimaatbeleid in ontwikkelingslanden als officiële hulp te mogen rapporteren bereikte de DAC vrijdag een compromis. De netto investeringen van een donorland in klimaatprojecten kunnen als ODA worden geboekt; de waarde van de door het donorland verkregen emissie-reductiebewijzen (CER's) wordt dan van de bruto investeringen afgetrokken.

///