Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 43 21

Uw brief Ons kenmerk
UB/IBA/2004/4570

Onderwerp Datum
Onderzoek vrijwillige verzekering AOW/Anw 16 april 2004

./. Hierbij bied ik u de resultaten van het onderzoek van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan naar de gevolgen van de verhoging van de minimumpremie in de vrijwillig verzekering AOW/Anw. Verzekerden die niet over een eigen inkomen beschikken, zijn met ingang van 1 januari 2001 10% verschuldigd van de maximale premie die iemand in enig jaar ingevolge de AOW of Anw verschuldigd kan zijn. Vòòr die datum was dat 5%.
Om dit onderzoek werd gevraagd tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel herziening vrijwillige verzekering AOW en Anw in uw Kamer op 24 april 2001.

Ik heb in oktober 2002 de SVB gevraagd onderzoek te verrichten naar de gevolgen van de wijziging in de regeling. Op dat moment waren de wijzigingen in de regeling bijna anderhalf jaar van kracht. Dit tijdbestek leek mij voldoende om een goed beeld te kunnen krijgen over de gevolgen die de verhoging van de minimumpremie heeft gehad op het gebruik van de regeling. Het opleveren van het onderzoeksrapport heeft enige tijd in beslag genomen, omdat de gevraagde informatie niet uit de systemen van de SVB te halen was. Daarom is besloten tot het uitvoeren van een enquête.

Hoewel de algemene conclusie van het onderzoek luidt dat veel vrijwillig verzekerden de verhoging van de minimumpremie van 5% naar 10% als buitenproportioneel hebben ervaren, heeft dit niet geleid tot vele opzeggingen. Voor de overige bevindingen verwijs ik naar de inhoud van bijgaand rapport.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

2

(M. Rutte)