EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
http://www.evo.nl

PERSBERICHT

ZOETERMEER, VRIJDAG 16 APRIL 2004

WEREN VAN VRACHTAUTO'S KENT GEEN GROND

Verladersorganisatie EVO is verontwaardigd over de plannen van staatssecretaris Van Geel om dieselrijdend vrachtverkeer de toegang tot steden te ontzeggen. Van Geel wil zo de voor de gezondheid schadelijke uitlaatgassen in oude binnensteden terugdringen. EVO ziet niets in het weren van vrachtverkeer en pleit voor constructieve oplossingen. Daarbij vormt de aanpak in de gemeenten Amsterdam en Groningen een goed voorbeeld.

Vrachtverkeer zonder pardon de toegang tot de stad ontzeggen kent geen enkele rechtvaardigingsgrond. Het merendeel van de rijdende vrachtauto's in Nederland beschikt over een milieuvriendelijke motor; Euroklasse 2. Van het 'oude en ronkende' wagenpark waar de staatssecretaris over spreekt is geen enkele sprake. Daarbij moet ook naar het personenverkeer worden gekeken. Personenauto´s zorgen voor maar liefst 66 procent van de door de staatssecretaris gewraakte uitstoot van stikstofoxiden. Vrachtauto's nemen maar 17 procent van deze uitstoot voor hun rekening.

Het ligt meer voor de hand om het gebruik van personenauto´s in de stad aan te pakken. Vrachtverkeer is geen doel op zich, maar een middel om binnensteden dagelijks van levensmiddelen en andere benodigde goederen te voorzien. Niet al het huidige personenverkeer is noodzakelijk. Juist in de binnensteden zijn openbaar vervoer en fiets een goed alternatief voor de auto. Goederenvervoer heeft die keuzevrijheid simpelweg niet. Ondoordachte beperkingen zetten een efficiënte distributie van deze levensmiddelen onder druk en remmen daarmee de gewenste economische groei.

Om voor de lange termijn de leefbaarheid van Nederlandse binnensteden te garanderen, is een zorgvuldige afweging van milieu- en economische belangen noodzakelijk. Een goed voorbeeld van hoe het ook kan, is de nieuwe regeling die de gemeente Amsterdam in samenwerking met EVO heeft vastgesteld voor de binnenstad. Deze gaat uit van de gemiddelde bedrijfseconomische afschrijftermijn voor vrachtauto's boven de 7,5 ton. Dit heeft tot gevolg dat voor de binnenstad relatief jonge, minder vervuilende voertuigen worden gebruikt. Ook het gebruik van busbanen door vrachtverkeer, zoals nu in Groningen gebeurt, bevordert de doorstroming. Dit leidt tot minder vervuilende uitstoot.

Van Geel lijkt echter meer te voelen voor een maatregel zoals die door de gemeente Utrecht is genomen. Het verkeer in deze stad wordt gereguleerd middels een toeritdosering. Zo worden minder voertuigen tegelijk het centrum binnen gelaten. Het resultaat daarvan is echter het tegenovergestelde van hetgeen de staatssecretaris beoogt. Uit een peiling van EVO blijkt dat de lange rijen wachtende auto's voor de stoplichten en het noodzakelijke omrijden juist meer uitlaatgassen voortbrengen dan in de oorspronkelijke situatie.