CDA

CDA
20-04-04

De Vries: Faillissementswetgeving gebruiken om fraude aan te pakken

Deze week is in de Tweede Kamer gesproken over aanpassing van de faillissementswetgeving. Namens de CDA-fractie heeft woordvoerder Jan de Vries aangegeven dat de faillissementswetgeving vooral bezien moet worden in het belang van de economische groei en ontwikkeling. Het aantal faillissementen is een indicatie voor de economische ontwikkeling. Uit de meest recente cijfers blijkt opnieuw een stijging ten opzichte van vorig jaar. Dat is zeer verontrustend en leidt tot grote economische schade, aldus De Vries.

Juist daarom is het zeer belangrijk dat misbruik van de faillissementswetgeving moet worden voorkomen en tegengegaan. De schade die onze samenleving door faillissementsfraude oploopt is enorm, aldus De Vries. Een faillissement wordt ook steeds vaker gezien als een middel gezien om eenvoudig en goedkoop personeel te lozen. De Vries: Fraude kent geen pardon. De herziening van de faillissementswetgeving moet dan ook leiden tot betere preventie én keiharde bestrijding van misbruik. De minister van Justitie deed tijdens het debat de toezegging te zullen komen met een actieplan faillissementsfraude.

Verder heeft De Vries gepleit voor de professionalisering van curatoren, bewindvoerders en rechters-commissarissen. De Vries: Zij zijn veelal juridisch prima onderlegd. Maar bedrijfseconomische, fiscale en bedrijfskundige kennis ontbreekt nogal eens. Dat komt de schuldenaar en daarmee ook de schuldeisers niet ten goede. Hierbij hoort ook dat zorgvuldig wordt omgegaan met klachten over het functioneren van curatoren. De afhandeling van klachten laat nu te wensen over. De minister zal zich moeten inzetten om een meer zorgvuldige afhandeling van klachten te bevorderen,

Tenslotte zal de faillissementswetgeving niet moeten leiden tot onnodig uitgesproken faillissementen. Surseance van betaling is vaak teveel een opstap naar een faillissement. Een uitstel van executie. De surseance van betaling moet gericht zijn op het voortzetten van de bedrijfsvoering en niet op een faillissement. Dat vraagt een strenge selectie van kansrijke ondernemingen in een vroegtijdig stadium is noodzakelijk, zodat de onderneming nog gered kan worden, aldus De Vries.