Socialistische Partij

Tribune 4
Het Wad wacht af
Interview Arjo Klamer
Bottenvrouw Clea Koff
Buurtconcierge Theo niet correct
Column Marijnissen
Elke, één van de 43.626

Reisverslag SP-delegatie in Irak, april 2004

Maandag 19 april 2004

Geen afscheid van Irak

De Syrische chauffeur meldt via zijn mobiele telefoon dat "de buitenlanders" nu bij hem in de volkswagenbus zitten, onderweg naar het vliegveld van Aleppo. Dat ons delegatielid Faisal Nasser hem moeiteloos verstaat, weet hij dan nog niet. Dus hoort Faisal ook met wie hij belt. De Syrische geheime dienst wil graag alles weten wat buitenlanders doen in deze nu al tientallen jaren bestaande dictatuur bij de buren van Irak. Dat hebben we ook gemerkt bij het passeren van de grens. Eindeloos lang willen de grensbewakers met ons praten. Over van alles en nog wat, alleen maar uit interesse. Vergezeld van kopjes thee en uitgedeelde sigaretten. Maar vooral willen ze weten met wie we allemaal in Irak gesproken hebben. En waarover. En wanneer. En hoe. En of onze verslaglegger Hans van Heijningen ze allemaal op foto heeft vastgelegd. En waar ons delegatielid Serdar Dosky is, die ons wel op de heenreis vergezelde. Die is thuis in Irak, zeggen we, hij is immers zo lang niet thuis geweest - wat klopt. Bij familie - wat ook klopt. Maar hij komt niet meer via Syrië terug. Daarvoor zijn er hier de laatste dagen te veel wandaden gepleegd tegen de Syrisch-Koerdische minderheid. Intimidaties, arrestaties, martelingen, zelfs moord op enkele Koerdische arrestanten. Serdar is Koerd en kan dus beter het lot niet verzoeken, hebben we van betrouwbare bronnen vernomen. Hij reist over enkele dagen niet via Syrië maar via Turkije terug naar Nederland.

Bezoek aan het Koerdisch Parlement

Nu is hij dus nog bij zijn familie in Noord-Irak, van wie we eerder deze dag afscheid genomen hebben. Net als van onze gastheren die ons tijdens ons werkbezoek zo voortreffelijk hebben begeleid en beschermd. We hebben ze bij de Iraaks-Turkse grens nogmaals beloofd dat we hen een uitgebreid verslag van onze bevindingen zullen sturen. Daarin zal ook een overzicht komen van de vele concrete suggesties die van Iraakse kant zijn gedaan om vanuit Nederland mee te helpen aan de opbouw van een veiliger en fatsoenlijker Irak. We zullen de voorstellen voorleggen aan organisaties als vak- en vrouwenbonden, woningbouwkoepels, universiteiten, vredesbewegingen. En natuurlijk aan de Nederlandse autoriteiten, gemeenten en regering.

De mensen in Irak zitten te springen om samenwerkingsverbanden. Natuurlijk willen ze materiële steun na alle vreselijke jaren van dictatuur, uitbuiting, oorlog en internationale sancties. Maar vooral willen ze kennis: hoe bouw je een fatsoenlijke samenleving op na decennia van dictatuur? Wat is een rechtsstaat eigenlijk, hoe hou je kerk en staat gescheiden in plaats van verknoopt, hoe gaat democratie in zijn werk, hoe moet een land bestuurd worden, wat doe je tegen corruptie, hoe verbeter je relaties tussen religies, tussen mannen en vrouwen, hoe bouw je politieke partijen op, hoe organiseer je verkiezingen, hoe leid je politieagenten en soldaten op, hoe krijg je investeerders naar je land, hoe kom je tot economische groei en een eerlijker verdeling van de rijkdom die Irak zeker bezit?

Veel vragen, veel verzoeken. Van tientallen organisaties en mensen in allerlei functies. Ze willen veel, heel veel weten - maar vooral ook zelf heel veel doen. Onze gesprekspartners waren niet verpletterd en uitgedoofd, eerlijk met veel energie. Natuurlijk: het zijn de voorhoedes die we treffen. Miljoenen Irakezen leven in bittere armoe en hebben weinig vertrouwen dat het morgen beter zal worden dan het gisteren was. Irak is een land vol geschonden beloften en valse voorwendsels. Het zal erom hangen of het enthousiasme van delen van de samenleving de rest kan raken en kan meetrekken. Veel hangt af van de feitelijke ontwikkelingen in het land. Wat gaan de Amerikanen doen, hoe reageren de groepen die zich nu verbonden lijken te hebben tegen de Amerikanen, wat doen de grote religies van dit land, sjiieten en soennieten? Slagen de seculiere partijen, sommige met een oude traditie, andere erg nieuw, erin een seculier antwoord te geven dat mensen aanspreekt en het Iraanse model buiten de deur houdt?

De Amerikanen spelen een sleutelrol. Talloze Irakezen danken Allah op hun blote knieën dat ze de dictator verdreven hebben. Ook zij die tegen weer een oorlog waren, vanwege alle nieuwe vernietiging van mensenlevens en levensnoodzakelijke infrastructuur. Saddam is weg en zit nu veilig weggeborgen in Qatar, op een Amerikaanse basis. Een heerlijk gevoel - maar wat gaat er nu gebeuren? Het Amerikaanse optreden als bezetters baart velen zorgen en stuit velen tegen de borst. Nogal wat mensen zijn bereid het de Amerikanen te vergeven, maar het aantal dat daartoe steeds minder bereid is lijkt te groeien. De Amerikanen zouden veiligheid brengen en de economie weer op gang helpen, zorgen voor water en stroom en voedsel. Maar ze hebben nu de grootst mogelijke moeite om zichzelf te beschermen. En hun optreden naar de bevolking mist vooral één ding: respect. "De Amerikanen weten alles beter, hebben geen Irakezen nodig - en dat geeft een slecht gevoel aan de mensen die mee willen doen," vertelt ons een van de mensen die momenteel de voorlopige regeringsraad vormen. De raad moet samen met de bezettingsmacht het land voorbereiden op de officiële machtsoverdracht op 30 juni. Maar veel, heel veel wordt door de Amerikanen geregeld zonder de raad te horen. En als ze dat wel doen worden de geluiden van Iraakse kant maar al te vaak genegeerd.

Binnenplaats van de moskee in Erbil

Wat vooral twijfel oproept is dat de Amerikanen er in één jaar bezetting in geslaagd zijn hun natuurlijke bondgenoot, de sjiitische meerderheid, van zich te vervreemden. Deze vooral arme en onder Saddam extra geterroriseerde bevolkingsgroep voelt zich volstrekt miskend. En dat levert brandstof en manschappen voor verzet tegen de Amerikaanse bezetting. Steun krijgen ze uit het buitenland en van organisaties als Al Qaida, die dolgraag een Heilige oorlog op Iraaks grondgebied wil voeren.

En zo worden de Amerikanen bewonderd én verguisd. Voor ons is duidelijk geworden dat de Amerikaanse aanpak dood gaat lopen. Zonder de steun van de mensen kan je geen fatsoenlijke samenleving opbouwen. Je kan niet bij verordening een land moderniseren en democratiseren. Zeker niet als je ook nog eens druk doende bent om vitale delen van de economie in handen te spelen van je eigen bedrijven. Wat willen de Amerikanen met ons en met ons land, vragen steeds meer mensen zich met grote verontrusting af.

De Amerikaanse aanpak werkt niet - en is op termijn dus uiterst gevaarlijk. Ze kan leiden tot een sjiitische machtsovername of tot een jarenlange durende strijd tussen Amerikaanse troepen en internationale terroristen, temidden van een gaandeweg weer moedeloos wordende bevolking. Zo moet het dus niet en Nederland moet daaraan dus ook niet meewerken. Hoe het dan wel moet? Na met zoveel mensen gesproken te hebben weten we één ding: toverformules bestaan hier niet. Er is geen makkelijke oplossing voor een zo ingewikkelde samenleving, waar zoveel scheidslijnen doorheen lopen.

Geen toverformules, wel suggesties. Veel mensen vragen om meer macht voor de Irakezen zelf. Als we zelf ons land mogen besturen, zullen we fouten voorkomen die vreemdelingen welhaast moeten maken. En het zal het Iraakse zelfbewustzijn doen toenemen, wat ze zo hard nodig hebben na alle jaren van vernedering. En veel mensen vragen om een blijvende betrokkenheid van de internationale gemeenschap, van de Verenigde Naties.

Kinderen oefenen voor een manifestatie

Internationale solidariteit betekent ook Nederlandse solidariteit. We worden keer op keer gevraagd om Irak niet te vergeten nu de dictatuur voorbij is. Zonder hulp komt dit land er niet. Of dat ook voortzetting van de militaire hulp betekent die Nederland nu verleent in het zuiden van Irak? Dat valt niet eenvoudig te zeggen. We horen veel goede geluiden over de Nederlandse soldaten bij onze gesprekspartners. Ze zijn vriendelijker en behulpzamer dan de Amerikanen. Snappen beter hoe dit land en haar mensen in elkaar zitten. Veel mensen dringen erop aan om ze te laten blijven. Laat ons niet alleen aan de Amerikanen over, klinkt daarin door. Maar als de verhoudingen niet veranderen, worden de Nederlandse soldaten aan de Amerikanen overgelaten en lopen daarmee een groot risico te moeten betalen voor nieuwe Amerikaanse blunders. Dat is onverantwoord tegenover onze eigen soldaten. We kunnen hen niet in de frontlinie laten zonder enige zeggenschap te hebben over de ontwikkelingen in Irak. Andere landen hebben die conclusie al getrokken. De nieuwe Spaanse regering trekt zijn troepen terug omdat premie Zapatero niet gelooft dat de Amerikanen bereid zijn de Verenigde Naties een hoofdrol te geven bij de opbouw. Binnen een paar weken wil hij zijn soldaten terug. Enkele landen die kleine contingenten troepen leveren, halen hun mensen ook al terug of denken daarover. Nederland moet komende maand een beslissing nemen. De regering zal niet alleen met de Amerikanen moeten praten maar vooral met de huidige regeringsraad en de aanstaande interim-regering. Tot dusver doen Balkenende, Bot en Kamp dat niet. Dat is fout. De Nederlandse politiek zal zich ook moeten afvragen of er kans op verandering bij de Amerikanen is. Zonder verandering van concept zullen de problemen alleen maar groter worden en kunnen de Nederlandse militairen in een valkuil komen.

Naast het al dan niet voortzetten van militaire steun moet er vooral andere steun komen. Op dat gebied heeft Nederland zeker veel te bieden. Van begeleiding van mensen die slachtoffers van de terreur helpen tot het opleiden van politieagenten, het helpen van herstel van de kapotte infrastructuur en nutsvoorzieningen en het bevorderen van Nederlandse investeringen in Irak. Als de wereld bereid is slechts een klein deel van het geld dat de laatste oorlog kostte nu te investeren in de vrede en de welvaart, dan krijgen de Irakezen een kans op een beter leven. Niet meer dan dat - ze zullen het zelf moeten waarmaken. Maar zonder internationale solidariteit kan het niet. Daarom mag de wereld nu geen afscheid nemen van Irak. Veel beter is de miljoenen Irakezen die nu voor de klus van hun leven staan, van harte welkom te heten in de rij van beschaafde mensen en landen en dat niet alleen in woord maar ook in daad te doen. De mensen verdienen het.

Tiny Kox

zie ook Index reisverslag

zie ook Dossier Irak