GroenLinks

GroenLinks Tweede-Kamerfractie 21 april 2004 11:19
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Fouten bij strafrechtelijk onderzoek vuurwerkramp Enschedé?

(21 april 2004)

Kamervraag

In het strafrechtelijk onderzoek naar de Vuurwerkramp in Enschedé zijn mogelijkerwijze fatale fouten gemaakt. Dat is de conclusie die Marijke Vos trekt uit het boek 'De onderste steen boven' van journalist Maarten Bollen. Gemeentelijke dossiers over SE Fireworks zouden niet door de politie in beslag zijn genomen waardoor ze 'verdwenen'. Ministeries zouden het strafrechtelijke onderzoek hebben gefrustreerd om de ministers uit de wind te houden. Dat zou ertoe hebben bijgedragen dat de waarheidsvinding rondom de vuurwerkramp niet ten volle heeft plaatsgevonden. Deze berichten zijn ernstig en moeten door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken worden onderzocht. Daar hebben de slachtoffers en de nabestaanden van de vuurwerkramp recht op, aldus Marijke Vos. Ze vraagt daarom tekst en uitleg van de ministers.

Schriftelijke vragen van het lid Vos (GroenLinks) aan de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van het verschijnen van het boek 'de onderste steen boven'


1. Kent u de berichten naar aanleiding van het verschijnen van het boek 'De onderste steen boven' van Maarten Bollen, waarin beweerd wordt dat de gemeente Enschedé en de ministeries van Defensie, VROM en Verkeer en Waterstaat het onderzoek naar de vuurwerkramp doelbewust zouden hebben tegengewerkt en dat de top van het Openbaar Ministerie in weerwil van het politieteam, het zogenoemde Tolteam, besloten heeft dat de gemeente Enschedé niet zou worden vervolgd voor haar aandeel in de vuurwerkramp?


2. Klopt het dat in de dagen na de vuurwerkramp delen van het gemeentelijke dossier over SE Fireworks zijn verdwenen? Zo ja, kunt u aangeven wat de gebruikelijke gang van zaken is met betrekking tot de inbeslagneming van dergelijke documenten die relevant kunnen zijn voor een strafrechtelijk onderzoek? Speelt de gedeeltelijke strafrechtelijke immuniteit van decentrale overheidsorganen hierbij een rol?


3. Klopt het dat de genoemde ministeries proefnemingen met vuurwerk hebben tegengehouden? Zo ja, op grond van welke overwegingen?


4. Kloppen de politieverklaringen dat vanuit het ministerie van Defensie aangedrongen is op regelmatige contacten over het strafrechtelijk onderzoek om 'te rapporteren of er iets uitkwam wat de minister kon beschadigen'? Zo ja, is dit gebruikelijk?


5. Kunt u aangeven op welke wijze de schijn van partijdigheid in dergelijke grote onderzoeken vermeden wordt?


6. Welke overwegingen van het College van Procureurs-Generaal van het Openbaar Ministerie hebben ertoe bijgedragen dat er is besloten om af te zien van het instellen van strafvervolging tegen de gemeente Enschedé? Heeft u bij het nemen van deze beslissing gebruik gemaakt van uw aanwijzingsbevoegdheid?


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -