Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

3 juni 2004

Behandeld

Ronald Wormgoor


Kenmerk


- DIE-255/04

Telefoon


- 070-3484869


Blad


- 1/1

Fax


- 070-348 6381


Bijlage()


- 1

E-Mail


- Ronald.Wormgoor@

Minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording Kamervragenover de mogelijke onregelmatige toepassing van de handelsakkoorden EG-Israël.


-

Graag - bied iku hierbij- , mede namens de staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden Koenders en Wilder- s over de mogelijke onregelmatige toepassing van de handelsakkoorden EG-Israël. - Deze vragen werden ingezonden op - 23 april 2004 met kenmerk - 2030413310.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Mr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Wijn, staatssecretaris van Financiën en mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van de leden Koenders (PvdA) en Wilders (VVD) over de mogelijke onregelmatige toepassing van de handelsakkoorden EG-Israël.

Vraag 1
Zet Israël de praktijk voort om geen onderscheid te maken tussen de behandeling van de productie in haar nederzettingen en de productie in de Staat Israël als het gaat om toepassing van het Protocol Oorsprongregels van het EG-Israël Associatieovereenkomst? Zo ja, op welke wijze en in welke mate?

Antwoord
Ja. Israël geeft, in ongeveer gelijke mate als voorheen, oorsprongscertificaten af voor producten uit nederzettingen in bezet gebied. De Israëlische minister van Handel, Ehud Olmert, heeft eind vorig jaar toegezegd dat ook op de producten zelf duidelijk zou worden vermeld of zij in bezet gebied zijn geproduceerd of in Israël. Voor zover bekend wordt hieraan nog geen uitvoering gegeven. Besprekingen tussen Israël en de Europese Commissie over de oplossing van deze kwestie en de uitvoering van deze toezegging zijn nog steeds gaande.

Vraag 2
Hebben de maatregelen die tot dusver zijn genomen door de instituties van de Gemeenschap en de lidstaten, een einde gemaakt aan de preferentiële invoer van nederzettingenproducten, met inbegrip van de producten die routinematig vermengd worden met in essentie identieke producten die vervaardigd zijn in Israël, alsmede eindproducten die zijn verwerkt, verpakt, van merknaam zijn voorzien en zijn geëxporteerd door bedrijven in Israël?

Antwoord
Voor alle producten waarbij gerede twijfel bestaat over de juistheid van de door Israël afgegeven certificaten van oorsprong treedt het controlemechanisme, zoals beschreven in artikel 32 van het oorsprongsprotocol, in werking. Certificaten van oorsprong worden dan teruggezonden naar de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Indien oorsprongscertificaten door de douaneautoriteiten van het EU-land van invoer voor controle aan de Israëlische autoriteiten worden gezonden, wordt sinds kort een antwoord verkregen aan de hand waarvan de oorsprong van de desbetreffende producten kan worden vastgesteld. Op basis van het verkregen antwoord worden preferenties wel of niet toegekend.-

Vraag 3
Zo ja, bent u dan bereid om aan de Europese Commissie te vragen te verklaren dat de vaststellingen van de Israëlische douane omtrent de oorsprong van producten niet rechtsgeldig tot stand komen, dit mede gezien de complicaties in de afgelopen periode, zoals eerder aan de orde gesteld in vragen van de leden Koenders en Wilders? 1)-

Antwoord
Neen, een dergelijke verklaring van de Europese Commissie zou tot gevolg hebben dat de juistheid van alle Israëlische oorsprongscertificaten ter discussie wordt gesteld en dat alle oorsprongscertificaten uit Israël ter verificatie moeten worden teruggestuurd. De Nederlandse regering is van mening dat bij het overgrote deel van de door Israël afgegeven certificaten er geen twijfel bestaat over de oorsprong van de producten en acht het vragen om een dergelijke verklaring disproportioneel en om die reden niet wenselijk. De van kracht zijnde kennisgeving uit november 2001 houdt niet in dat alle Israëlische certificaten van oorsprong in twijfel moeten worden getrokken.

Vraag 4
Vertoont de implementatie van de EG-Israël-Associatieovereenkomst uws inziens thans gebreken? Zo ja, welke? Hoe kan deze Associatieovereenkomst naar uw oordeel optimaal worden gemaakt? Gaat u ervan uit dat de Associatieovereenkomst correct zal worden uitgevoerd wanneer Israël het akkoord blijft toepassen in bezet gebied, zelfs als de naam van herkomst wordt vermeld?

Antwoord
De implementatie van de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël vertoont op dit gebied gebreken, zolang Israël oorsprongscertificaten afgeeft voor producten uit nederzettingen in bezet gebied. Dit neemt niet weg dat bij gerede twijfel over de juistheid van de oorsprongscertificaten de verificatieprocedure inwerking treedt en de preferenties niet worden toegekend als blijkt dat producten uit nederzettingen in bezet gebied komen. Om een oplossing voor dit probleem te vinden hecht de Nederlandse regering sterk aan succesvolle afronding van de besprekingen tussen de Europese Commissie en Israël over deze kwestie.


1) Aanhangsel-Handelingen nr. 1851, vergaderjaar 2002-2003

===