Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

toespraak

Directie:
voorlichting

Publicatiedatum:
20-04-2004

Status:
informatie

Speech van staatssecretaris Van der Laan bij het publieksdebat over ondertiteling in De Rode Hoed op 20 april 2004

N.B.: Alleen het gesproken woord geldt

[Staatssecretaris start de speech in Nederlandse gebarentaal met "Dames en heren, goedenavond".]

Ik hoop dat ik u begroet heb met "Goedenavond". Met een vreemde taal die je niet goed beheerst weet je nooit helemaal zeker of de boodschap is overgekomen. Een verkeerde klemtoon kan een woord een andere betekenis geven dan je bedoeld had. Dus misschien heb ik net wel goedemorgen gezegd. Een beginnersfoutje, moet u in dat geval maar denken.

Als ik morgen in het vliegtuig stap en aankom in een bergdorp in China, dan heb ik een probleem. Ik spreek namelijk geen Chinees en de bewoners van het bergdorp spreken geen Nederlands. Ik denk dat ik me in die situatie buitengesloten zou voelen. Alsof ik zat te kijken naar een televisieprogramma, zonder iemand te verstaan. Zo voel je je dus, als televisiekijker met een gehoorprobleem. Daarom is ondertiteling zo belangrijk. Wat mij betreft horen ondertitels bij televisieprogramma's, zoals wielen onder auto's. Ondertiteling zou de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn.

Waarom vind ik dat? Omdat communicatie essentieel is in ons dagelijks bestaan. Een hond laat zijn tanden zien voor hij bijt. Een papegaai zet zijn veren uit als hij het naar zijn zin heeft. En een kameleon verschiet van kleur als hij kwaad is. Het zijn allemaal knappe staaltjes van communicatie. Ook wij mensen communiceren heel wat af, zonder woorden te gebruiken. Maar wie in onze ingewikkelde maatschappij ècht mee wil doen en bij wil blijven, die moet het juist van woorden hebben. In welke vorm ook. Geschreven, gesproken, in ondertitels of in gebarentaal. Wie wil meedraaien in onze maatschappij, kan niet om tekst verlegen zitten.

U begrijpt: ondertiteling van programma's voor doven en slechthorenden is wat mij betreft vanzelfsprekend. Daarom moet de Publieke Omroep zo snel mogelijk naar volledige ondertiteling. Sneller ook, wat mij betreft, dan 2010, de deadline die mijn voorganger overeenkwam met de sector. Bovendien vind ik dat de commerciële omroepen daarbij niet mogen achterblijven. Ook van hen verwacht ik dat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.

Om ervoor te zorgen dat ondertiteling vóór 2010 vaste voet aan de grond krijgt in omroepland, ga ik twee dingen doen.
1. Ik ga percentages voor ondertiteling vaststellen, die gelden voor de publieken en commerciëlen;

2. Ondertiteling gaat deel uitmaken van de prestatieafspraken met de publieke omroep.

(Ondertitelingspercentages)
Bij het vaststellen van percentages neem ik Groot-Brittannië als voorbeeld. Daar is ondertiteling niet alleen voorgeschreven aan de publieke, maar ook aan de commerciële omroep. Er zijn percentages vastgelegd en groeischema's voor nieuw toetredende omroepen. Bij ons biedt de Mediawet de mogelijkheid om percentages voor ondertiteling vast te stellen. Daar ga ik gebruik van maken. Niet alleen publieke, maar ook commerciële omroepen zullen zich moeten houden aan wettelijk voorgeschreven ondertitelingspercentages. Want één ding is duidelijk: we hebben een stok achter de deur nodig om de omroepen hun verantwoordelijkheid te laten waarmaken. En dan heb ik het dus nadrukkelijk over àlle omroepen.
Dat ik de ondertitelingspercentages ook voor de commerciële omroepen wil laten gelden, heeft te maken met mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Iedereen heeft recht op een brede informatievoorziening - doven en slechthorenden niet uitgezonderd. Bovendien heeft iedereen recht op keuzevrijheid. U wilt toch zeker zelf kunnen bepalen of u naar het journaal van RTL4 kijkt of naar dat van de NOS?

Met de zenders RTL4en 5 hoop ik overeenstemming te bereiken, door te blijven overleggen. De omroepen richten zich op Nederland, maar vallen formeel onder de Luxemburgse wet. Werk maken van ondertitels is voor RTL daarom meer een kwestie van maatschappelijk verantwoord ondernemen, dan van wettelijke voorschriften.

Wettelijke ondertitelingspercentages bieden de kans, heldere regels te stellen. Regels die ook gelden voor commerciële omroepen. Daarnaast blijft overleg met de branche noodzakelijk. En dat overleggen begint vruchten af te werpen. Er zijn al positieve nieuwe ontwikkelingen bij commerciële omroepen. SBS heeft, met sponsoring van Nationale Nederlanden, voetbalwedstrijden ondertiteld. Ik heb begrepen dat ze dit ook bij toekomstige wedstrijden willen blijven doen.

Dat vind ik een goed initiatief van SBS6. Toch hoor ik van commerciële omroepen vaak een ander geluid. Ze zeggen dat ondertiteling te weinig reclame-opbrengsten oplevert. Dat verbaast me. 1,5 miljoen mensen met een gehoorbeperking doen toch ook boodschappen? Ik bedoel: dat is toch een interessante doelgroep voor adverteerders?

(Prestatiecontracten)
Tot zover de commerciële omroepen. Met de Publieke Omroep heb ik natuurlijk méér mogelijkheden. Dan hebben we het immers over overheidsgeld. U hebt natuurlijk gehoord van de bezuinigingen op de publieke omroep. Hoe vallen die te rijmen met mijn pleidooi voor méér volledige ondertitels vóór 2010? Heel eenvoudig: de ondertitelingsafdeling wordt ontzien. Met die keuze laat de publieke omroep duidelijk zien dat zij ondertitels serieus neemt.

De Publieke Omroep doet óók het nodige om het proces te versnellen. Door nieuwe technieken kan er met het zelfde aantal mensen meer worden ondertiteld. Samen met de Belgische publieke omroep wordt gewerkt aan het verbeteren en toepassen van spraaktechnologie. Door betere samenwerking met andere afdelingen binnen de Publieke Omroep kunnen meer mensen werken aan de ondertitels.

Dames en heren,

Ik heb u gezegd dat ondertiteling voor mij de normaalste zaak van de wereld is. Helaas is de werkelijkheid nog anders. Voor velen van u zijn keuzevrijheid en pluriformiteit ver te zoeken als u een avondje teevee kijkt. Door ondertitelingspercentages vast te leggen voor de publieke en de commerciële stel ik heldere regels. Omdat ik wil dat ondertitels ook de normaalste zaak van de omroepwereld worden. Ik ben positief gestemd. Sterker: ik ben ervan overtuigd dat we voor 2010 volledige ondertitels hebben bij de publieke omroep. En ik denk, dat de commerciële omroepen daarbij niet willen achterblijven.