Ingezonden persbericht


Huren in corporatiesector omhoog met 2,93 procent

Veel woningcorporaties negeren oproep Dekker

Veel woningcorporaties trekken zich niets aan van de oproep van minister Dekker (Volkshuisvesting) om de gemiddelde huurverhoging in 2004 te matigen. De afspraak om de gemiddelde huurverhoging te beperken tot 2,9 procent die Dekker eerder maakte met de landelijke organisaties van verhuurders, komt daardoor onder druk te staan. Dit blijkt uit een steekproef van de Nederlandse Woonbond onder een groot aantal corporaties.

De corporaties uit de steekproef verhuren samen bijna één miljoen woningen. Dat is ruim 40 procent van alle 2,4 miljoen corporatiewoningen in Nederland. Uit het onderzoek van de Woonbond blijkt dat voor 800.000 corporatiewoningen geldt dat de huur ervan per 1 juli gemiddeld met meer dan 2,9 procent wordt opgetrokken. Slechts een handvol woningcorporaties heeft de huurstijging substantieel gematigd door de gemiddelde huurverhoging op of onder 2,2 procent te houden. Deze kleine groep corporaties vertegenwoordigt 2,5 procent van het aantal woningen in de steekproef.

De gemiddelde huurverhoging komt uit op 2,93 procent. Van de tien provincies waarvoor de gemiddelde huurstijging berekend is, stijgen de huren in de provincie Flevoland met 3,17 procent het sterkst. Noord-Holland komt met 3,06 procent op de tweede plaats. In Drenthe gaan de huren het minst omhoog (2,60 procent). Van Gelderland en Overijssel is geen gemiddelde huurstijging bekend. De woningcorporaties in Amsterdam blijken in belangrijke mate verantwoordelijk te zijn voor het feit dat de huren in het Noord-Hollandse per 1 juli zo sterk stijgen.

De gemiddelde huurverhoging van 2,93 procent ligt weliswaar dicht bij de 2,9 procent die Dekker met de koepels van verhuurders heeft afgesproken, maar kwalijk is dat een groot aantal woningcorporaties zich niets heeft aangetrokken van de afspraak die Aedes vereniging van woningcorporaties met minister Dekker heeft gemaakt. Klaarblijkelijk heeft Aedes weinig invloed op het beleid van haar leden. Veel corporaties laten het aan collega-corporaties over om een sociaal huurbeleid te voeren en te zorgen dat de afspraak op landelijk niveau wordt nageleefd. Opvallend in dit verband is de huurverhoging van de twee grootste Amsterdamse corporaties, Ymere en de Alliantie. Die vragen allebei de maximale huurverhoging van 3,4 procent. Saillant detail is dat de bestuurders van deze beide corporaties lid zijn van de Ledenraad van Aedes, die unaniem akkoord is gegaan met de afspraak over de huurverhoging in 2004.

De Woonbond is van mening dat Dekker maatregelen had moeten treffen om de gemiddelde huurverhoging in 2004 te beperken tot 2,2 procent. De bond vindt de afspraak om de verhoging tot gemiddeld 2,9 procent te beperken een te mager resultaat van de bijna Kamerbrede motie Van Bochove/Van As, waarin de minister werd gevraagd de huurverhoging in 2004 en 2005 substantieel te matigen. De inventarisatie levert 10 woningcorporaties op die een huurverhoging vragen van 2,2 procent of minder. Deze zijn door de Woonbond op een Gouden Lijst geplaatst.

De inventarisatie van huurverhogingen door corporaties is gehouden onder de lidorganisaties van de Woonbond. Deze overleggen plaatselijk met hun verhuurder over de jaarlijkse huurverhoging. Deze steekproef omvat zo'n 1 miljoen huurwoningen (30% van het totaal), waaronder ook woningen van institutionele beleggers. De aantallen woningen van institutionele beleggers in de steekproef zijn echter te klein om er conclusies aan te kunnen verbinden.

Bijlage:
Gouden lijst met verhuurders die de huur gemiddeld met 2,2% of minder verhogen.

U.04.280
Amsterdam, 21 april 2004