Gemeente Amsterdam

College geeft prioriteit aan meest kansrijke ruimtelijke projecten Forse maatregelen in ruimtelijke sector noodzakelijk 21 april 2004 - Karen Buschman
Het college van B&W neemt forse financiële en programmatische maatregelen om de uitvoering van de meest kansrijke en urgente projecten op het gebied van woningbouw, infrastructuur, voorzieningen en openbare ruimte voor 2010 veilig te stellen.

De economische dip zorgt voor een zorgelijke financiële situatie voor de Amsterdamse ruimtelijke sector. In de hoogtijdagen zijn plannen ontwikkeld met een hoger ambitieniveau dan nu nog kan worden waargemaakt. De hoeveelheid plannen voor de periode tot 2010 is niet meer realistisch. Om de meest noodzakelijke en kansrijke projecten spoedig te realiseren en om geld vrij te maken voor andere projecten neemt het college de volgende maatregelen:

* Om de omvang van ruimtelijke planning realistischer te krijgen is er voor de periode tot 2010 een maximum aan het aantal plannen gesteld. Dit voorkomt een te versnipperde inzet van mankracht en middelen. De meest noodzakelijke projecten moeten voor 2010 doorgang kunnen vinden; andere plannen zullen in de tijd vooruitgeschoven worden. Het gaat over zowel grootstedelijke projecten als over stedelijke vernieuwing die onder verantwoordelijkheid van de stadsdelen valt. Er zal gewerkt worden aan plannen voor maximaal 46.000 woningen, 615.000 m² kantoorruimte in het basis- en middensegment en 265.000 m² kantoorruimte in het topsegment.

* In overleg met de stadsdelen en projectorganisaties wil het college komen tot financiële optimalisering van lopende ruimtelijke plannen door ze te versoberen en/of te vereenvoudigen. Hiervoor worden in eerste instantie tien projecten aangewezen. Het geld dat vrij komt zal worden ingezet voor de realisering van andere ruimtelijke projecten.

* Nieuwe plannen zullen, zeker als zij een negatief saldo hebben, uiterst kritisch worden bekeken.

* Aansluitend op de prioriteitstelling zal het college de centraal stedelijke budgetten voor planvoorbereiding verdelen. Gerichte inzet van deze budgetten is het belangrijkste sturingsinstrument.
* De gemeente onderzoekt hoe het via bestemmingsplanwijzigingen te bevorderen is dat kantoorgebouwen voor andere functies bestemd kunnen worden. De ongeveer 20% kantorenleegstand betekent dat de markt weinig belangstelling heeft om nieuwe kantoren te bouwen, waardoor de gemeente geen nieuwe erfpachtinkomsten krijgt. Door te helpen leegstand tegen te gaan zouden op termijn sneller inkomsten uit gronduitgifte verwacht kunnen worden.

Omdat de Zuidas een aparte markt bedient wordt daar gekozen voor kwaliteit boven snelheid. Door het ambitieniveau voor de Zuidas te behouden bestaat ook geen kans op concurrentie met andere woon-werkgebieden in stad en regio.
Voor infrastructuur wordt een investeringsprogramma gemaakt waarin voor de periode 2010-2014 keuzes worden gemaakt voor uit te voeren projecten. Het college geeft daarbij, wat betreft de grote projecten, prioriteit aan de uitvoering van de Noord/Zuidlijn en aan de Coentunnel/Westrandweg. Op langere termijn vindt het college de doortrekking van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol en de tweede wegverbinding naar IJburg van groot belang. Voor financiering van een aantal geplande projecten zal naar aanvullende dekking buiten de beschikbare infrastructuurfondsen worden gezocht.

Financiële perspectieven

De financiële perspectieven voor plannen in de ruimtelijke sector zijn het afgelopen jaar ernstig verslechterd. De neergaande economie leidt tot minder inkomsten uit nieuwe erfpachtcontracten. Daardoor is de financiële ruimte in het Vereveningsfonds - een Amsterdams fonds voor de uitvoering van ruimtelijke projecten - nihil. Verbetering lijkt er vóór 2008 niet te komen. Als gevolg van onder meer Rijksbezuinigingen is het Amsterdamse budget voor stedelijke vernieuwing van oude wijken voor de komende vijf jaar met de ongeveer helft geslonken. Ook de beschikbare middelen voor infrastructuur zijn steeds minder voldoende om de mobiliteitsproblemen op te lossen.

Noodzakelijke dynamiek

Er is het gemeentebestuur veel aan gelegen om de huidige opgaande lijn in de woningproductie te vergroten en om de productie van vastgoed, infrastructuur en voorzieningen op gang te houden. De genomen maatregelen beogen niet het effect van een 'pas op de plaats', maar moeten de dynamiek van ruimtelijke ontwikkeling juist in gang houden. Die is juist nodig om de gevolgen van de economische dip te verzachten.

Programma Ruimtelijke Investeringen

De uitwerking van de maatregelen in het op 20 april gepubliceerde tussentijdse Programma Ruimtelijke Investeringen (PRI) en de resultaten van de besluitvorming over de voorjaarsnota (de eerste voorbereiding voor de begroting 2005) zullen in het definitieve Programma Ruimtelijke Investeringen worden verwerkt. Dit definitieve PRI 2004 zal in het najaar aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Het college stelt met het tweejaarlijkse Programma Ruimtelijke Investeringen de prioriteiten vast voor het Amsterdamse ruimtelijke programma van de centrale stad en de stadsdelen. Het bevat een investeringsprogramma tot 2010 voor wonen, werken, voorzieningen, infrastructuur en grootstedelijk groen.

© Gemeente Amsterdam