Partij van de Arbeid

Den Haag, 22 april 2004

Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

over mobbing , ofwel pesten op het werk

1.

Bent u op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek van de landelijke ontslaglijn, waaruit blijkt dat mobbing ofwel pesten op het werk ten opzichte van 2 jaar geleden met 50% is gestegen ?


---

Beschikt u over cijfers die de uitkomsten van dit onderzoek ondersteunen danwel ontkrachten en wat bent u van plan te gaan doen om structureel pestgedrag op het werk tegen te gaan?

3.

Bent u, gezien de explosieve stijging, van mening dat de huidige wet- en regelgeving werknemers onvoldoende bescherming biedt tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld op het werk?

4.

Bent u van mening dat naar aanleiding van deze uitkomsten het recht van een individuele werknemer om een klacht over zijn arbeidssituatie in te dienen, in de wet moet worden vastgelegd (zie initiatiefwet Bussemaker, Schimmel en van Gent)?

5.

Wat zou u ervan vinden als ontslagvergunningen niet meer op oneigenlijke gronden, zoals bij pesten op het werk, worden afgegeven, maar de betrokken werkgever aan moet geven dat hij voldoende heeft gedaan om het pesten te voorkomen, vergelijkbaar met de systematiek van de Wet Poortwachter (bij onvoldoende reïntegratie-inspanningen wordt de WAO-aanvraag teruggestuurd)?

Zie uitzending Hart van Nederland van 21 april jl.


---
Tweede Kamer der Staten-Generaal www.tweedekamer.nl

Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.