Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van minister Dekker bij officiële ingebruikname van het complex voormalig 'Logement van Amsterdam', enquêtezaal en voormalig Rijksarchief in Den Haag op woensdag 21 april 2004

Geachte heer Weisglas, heer van den Broek, burgemeester Deetman, aanwezigen,

Twee jaar geleden gaf toenmalig staatssecretaris Remkes op deze plek het startsein voor de uitbreiding van de Tweede Kamer. Een noodzakelijke modernisering zoals een levende democratie die zo nu en dan moet doorvoeren. Vandaag draag ik als verantwoordelijk minister voor de rijksgebouwen met trots het voltooide complex ' Het Logement' over aan de heer Weisglas, voorzitter van de Tweede Kamer. Géén cadeautje van de politiek aan zichzelf, maar een tastbaar stukje vernieuwing van de volksvertegenwoordiging.

Plein 23 begon zijn bestaan in 1743 als luxe logement voor Amsterdamse afgevaardigden van gewest- en landsbestuur. Het Wapen van Amsterdam boven aan de voorgevel herinnert hier nog aan. Logeren in een reguliere herberg was vanwege wijnbesprenkelde maaltijden en daardoor 'klapzuchtige' vroede vaderen niet langer verantwoord. U ziet: de strijd tegen het 'lekken' heeft een lange geschiedenis.

In later jaren was het gebouw in gebruik als Koninklijk Paleis, als onderdeel van het Rijksarchief, als ministerie van Buitenlandse Zaken en in de Tweede Wereldoorlog zelfs als onderkomen van Rijkscommissaris Seyss Inquart. In de achtertuin van Het Logement, op de plaats waar nu de enquêtezaal ligt, bevond zich de bunker van 'zes-en-een-kwart'. In de nieuwbouw herinnert een oude deur met de tekst 'luftschutzraum' aan die duistere periode in de geschiedenis van het pand. Het achttiende eeuwse 'Logement van Amsterdam' en het ruim honderd jaar oude voormalig Algemeen Rijksarchief zijn aaneengesmeed tot een functioneel geheel, met de nieuwe enquêtezaal als verbindende schakel. Via de uitnodigende entree hebben burgers en politici nu toegang tot een nieuwe arena voor enquêtes, hoorzittingen en andere publieke bijeenkomsten van het parlement. Daarnaast vinden driehonderd ambtenaren en politici in de twee gerestaureerde rijksmonumenten en het nieuwe deel van het complex een werkplek.
Ontwerper van het geheel is architect Erik Knippers van Het Architectenforum in Amsterdam. De restauratiewerkzaamheden aan de monumenten stonden onder leiding van restauratie-atelier Van Hoogevest. Wat mij betreft: alle lof voor beiden.

De kantoorwerkplekken in het voormalig Rijksarchief zijn gerealiseerd in demontabele 'capsules'. Met deze oplossing is de ruimte in het gebouw intact gebleven en hebben we nog altijd zicht op het geklonken metaalskelet dat het archief de bijnaam 'De Eiffeltoren' bezorgde. Het gebouw gold honderd jaar geleden als een illustratie van de stand van de wetenschap waar het ging om archieforganisatie en beveiliging. Uit respect voor het Jules Vernes-achtige gebouw is het middendeel van de ruimte grotendeels oningevuld gebleven. Een aantal van de loodzware maar onbrandbare leistenen boekenplanken uit het depot zijn nu terug te vinden als gevelbekleding van de nieuwe publieke ingang.

De nieuwe grote enquêtezaal ligt als een modern paviljoen op de binnenplaats tussen de twee monumenten. De opzet heeft iets weg van een Amfitheater. Het is Knippers' vertaling van openbaarheid van bestuur. Bezoekers kunnen plaatsnemen op de tribunes of kijken vanaf de omloop naar de politici en ambtenaren die hier het beleid verduidelijken, verdedigen of daarover verantwoording afleggen. Een nieuwe ondergrondse passage via een aparte gang in de Pleingarage maakt het binnenkort voor ambtenaren en politici mogelijk om droog en veilig over te steken van het Binnenhof naar de uitbreiding aan de overkant van Het Plein.

Vanzelfsprekend moet het complex zijn kracht bewijzen in het gebruik. Het eindoordeel ligt bij de gebruikers. Toch ben ik als minister met verantwoordelijkheid voor de rijksgebouwen heel tevreden met wat hier is opgeleverd. Twee rijksmonumenten zijn gerestaureerd, toegankelijk gemaakt en benut ter ondersteuning van de belangrijkste staatsinstelling: het parlement. Het project bewijst ook dat monumenten vaak goed te combineren zijn met nieuwbouw. Die nieuwbouw is hier een modern en transparant schakelpunt in het complex geworden. De Rijksgebouwendienst geeft hiermee tevens invulling aan het streven om rijksdiensten zo mogelijk passend te huisvesten in de oude binnenstad van Den Haag. Daartoe wordt samengewerkt met de gemeente Den Haag waar 25% van de rijksgebouwen meer dan een eeuw oud is en vaak monumentale waarde heeft. Samen zetten we ons in voor behoud van het cultureel erfgoed. Geschiedenis in steen waar het ook in de 21ste eeuw plezierig werken is.

De gezamenlijke betrokkenheid bij het Haags cultureel erfgoed van de gemeente Den Haag en de Rijksgebouwendienst komt ook tot uiting in de speciale uitgave 'Van Logement naar Parlement, 1617-2004'. Een fraai boekwerk in de Haagse monumentenreeks van de gemeente Den Haag dat tot stand is gekomen in samenwerking met de Rijksgebouwendienst. Het initiatief tot dit boek kwam van Han Bruin, die als auteur ook een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Daarnaast hebben tal van andere auteurs teksten geschreven. Medewerkers van de Tweede Kamer, gemeente Den Haag, de beeldend kunstenaar, de architecten, de projectmanager Rijksgebouwendienst en het atelier Rijksbouwmeester droegen ieder hun steentje bij.

Geachte heer Weisglas, beste Frans,

Ik weet dat je een persoonlijke band hebt met het pand Plein 23 en biedt je daarom graag het eerste exemplaar aan van het boek 'Van Logement naar Parlement 1617-2004'. Ik weet ook dat de modernisering van het Parlement je na aan het hart ligt. Je hebt daartoe zelf een aantal inhoudelijke initiatieven ontplooid. Het doet me daarom deugd vandaag een fysieke component van die vernieuwing aan jou, als voorzitter van de Tweede Kamer, te kunnen overdragen. Oud minister van Buitenlandse Zaken, Van den Broek zal daartoe straks het officiële gedeelte voor zijn rekening nemen. Van mijn kant nu vast van harte proficiat met deze geslaagde uitbreiding van het parlement.