Ministerie van Algemene Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postadres der Staten-Generaal Postbus 20001 Plein 2 2500 EA Den Haag 2511 CR Den Haag Bezoekadres
Binnenhof 19, Den Haag

Datum Kenmerk Onderwerp 21 april 2004 04M465435 Kamervragen van de leden Tichelaar en Hamer (beiden PvdA), Vendrik (Groen Links) en Vergeer (SP)

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden Tichelaar en Hamer (beiden PvdA), Vendrik (Groen Links) en Vergeer (SP) mij toegezonden op 14 april 2004.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende

Antwoorden op de vragen van de leden Tichelaar en Hamer (beiden PvdA), Vendrik (Groen Links) en Vergeer (SP) aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken over de mogelijke betrokkenheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij de Hogeschool Rijswijk (ingezonden 14 april 2004).


1
Hoe beoordeelt u het feit dat u enerzijds als minister van OCW een centrale verantwoordelijkheid heeft bij het opstellen van de kabinetsreactie naar aanleiding van het rapport van de Commissie Schutte en bestuurlijke afhandeling daarvan en anderzijds oud-bestuurslid bent van de TH Rijswijk?


2
Vindt u het wenselijk of noodzakelijk, dat u op enigerlei wijze `op afstand' opereert bij de verdere afhandeling van dit dossier? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat invullen?


3
Bent u van mening dat u de schijn van belangenverstrengeling moet voorkomen, met name bij de beslissing over het eventueel terugvorderen bij de TH Rijswijk van ten onrechte verstrekte bekostiging en/of het doen van aangifte bij het OM van vermoedens van fraude? Zo ja, op welke wijze kunt u hieraan gestalte geven?

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kraneveldt (LPF), ingezonden 9 april 2004 (vraagnummer 2030412600)

Antwoorden:


1
De regels omtrent de ""Beoordeling van kandidaat-ministers en -staatssecretarissen" (brief van 10 december 2002. TK 2;8 754, nr. 1) vormen het relevante kader. Die regels houden in dat over de inhoud van het gesprek tussen de formateur en de kandidaat-bewindspersoon geen mededelingen naar buiten worden gedaan behoudens de brief van de Minister-President aan de Kamer waarin wordt aangegeven "welke regelingen bewindspersonen hebben getroffen ten aanzien van onverenigbare financiële en zakelijke belangen". De in de vraag bedoelde bestuursfunctie is niet behouden gebleven en vormde daarna geen financieel of zakelijk belang waar in dit verband een regeling voor getroffen diende te worden.


2.
Mevrouw Van der Hoeven bekleedde de bestuursfunctie bij de Technische Hogeschool Rijswijk in de periode dat zij lid was van de Tweede Kamer. Zij heeft bij de start van het bestuurslidmaatschap deze functie gemeld in het openbare register Pagina
2/3

van nevenfuncties van leden van de Tweede Kamer. Zij heeft derhalve op geen enkele wijze informatie achtergehouden over haar bestuursfunctie bij de Hogeschool Rijswijk. Vanaf het moment dat mevrouw Van der Hoeven kandidaat was voor het ministerschap, heeft zij deze functie neergelegd.


3
Neen. Noch door de minister noch door het kabinet is druk uitgeoefend om een parlementair onderzoek te voorkomen. Het kabinet heeft het voorstel van staatssecretaris Nijs om een onafhankelijk onderzoek door een onafhankelijke onderzoekscommissie (Commissie Schutte) te laten verrichten ondersteund, omdat dit werd gezien als een geschikte wijze om de nog ontbrekende informatie over de onregelmatigheden met de bekostiging in de sectoren BVE, HBO en WO boven tafel te krijgen. De meerderheid van de Tweede Kamer heeft hiermee ingestemd.

Pagina
3/3