Hoge Raad : Cameratoezicht tastte persoonlijke levenssfeer niet aan
Bron: Projectbureau Bistro Utrecht

Datum actualiteit: 23-04-2004

De Hoge Raad heeft op 20 april 2004 het cassatieberoep van een verdachte die in september 2000 graffiti had aangebracht op objecten op de Nieuwe Binnenweg te Rotterdam verworpen. Het bewijs tegen de verdachte bestond uit opnamen van de camera's die in het kader van het cameratoezicht te Rotterdam de strafbare feiten registreerden. De Hoge Raad is het eens met het oordeel van het Hof 's-Gravenhage in deze zaak dat de persoonlijke levenssfeer van de verdachte niet is aangetast omdat de waarneming met behulp van de camera geen betrekking had op een situatie " waarin de verdachte mocht verwachten onbevangen zichzelf te kunnen zijn".
De Hoge Raad voegt daar nog aan toe dat de opvatting dat een ontoereikende wettelijke basis van het cameratoezicht op zich al zou betekenen dat de waarneming een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte oplevert, onjuist is.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AL8449

Zie het origineel