Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS/2004/63

Den Haag, 23 april 2004

Toch nultarief bij ontbreken BTW-nummer

Niet alle nieuwe lidstaten van de EU zullen vóór hun toetreding op 1 mei aan al hun ondernemers een BTW-identificatienummer hebben toegekend. Aan de hand van een BTW-identificatienummer kan een exporteur die een levering verricht binnen de EU, zich ervan vergewissen dat de afnemer in diens land BTW afdraagt. Is dat het geval, dan mag de exporteur zonder BTW exporteren. Een Nederlandse ondernemer die een levering verricht aan een ondernemer in een nieuwe lidstaat, kan door het ontbreken van BTW-identificatienummers in een nieuwe lidstaat problemen ondervinden. De situatie kan tot gevolg hebben dat de toepassing van het zogenaamde BTW-nultarief niet kan plaatsvinden.

Staatssecretaris Wijn van Financiën geeft in antwoorden op Kamervragen aan dat hij goedkeurt dat in deze situatie toch het BTW-nultarief toegepast wordt. Wel moet de Nederlandse ondernemer van zijn afnemer verlangen dat hij op de hoogte wordt gesteld van zijn BTW-identificatienummer zodra dit aan hem is toegekend.

Hieronder zijn integraal de kamervragen en antwoorden opgenomen.

Vraag 1

Kent u het bericht "export naar nieuwe EU-landen wordt chaos"? (Leeuwarder Courant, 7 april jl.)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de zorgen dat veel Nederlandse exporteurs in de problemen komen wegens het ontbreken van een BTW-identificatienummer bij hun relaties in de nieuwe lidstaten? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Bent u bereid ten behoeve van de exporterende bedrijven in de "overgangsperiode" andere bewijzen dat de goederen Nederland hebben verlaten toe te staan als alternatief voor een BTW-identificatienummer?

Vraag 4

Zo ja, aan welke andere bewijzen denkt u en zouden deze aan ondernemers via een persbericht en de website van het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst bekend kunnen worden gemaakt?

Vraag 5

Zo neen, deelt u dan de mening dat BTW-afhandeling op de "oude" manier leidt tot onnodige administratieve lasten of een belemmering van de export?

Antwoord vraag 2 tot en met 5

Het is mij bekend dat niet alle nieuwe lidstaten vóór 1 mei aan alle ondernemers een BTW-identificatienummer hebben toegekend. Dit kan tot gevolg hebben dat een Nederlandse ondernemer in het kader van een intracommunautaire levering aan een afnemer in een nieuwe lidstaat niet kan beschikken over het BTW-identifcatienummer van die afnemer. Vanwege de bijzondere omstandigheid dat hij noch zijn afnemer hieraan enige schuld heeft, hoeft dit op zichzelf geen beletsel te vormen om toch het BTW-nultarief op de levering toe te passen. Wel moet de Nederlandse leverancier van zijn afnemer verlangen dat hij op de hoogte wordt gesteld van zijn BTW-identificatienummer zodra dit aan hem is toegekend. De leverancier kan dit nummer dan alsnog verifiëren. Vanaf 1 mei is het voor Nederlandse ondernemers mogelijk de door de nieuwe lidstaten uitgegeven BTW-identificatienummers te verifiëren.

De verwachting is dat enkele weken ná 1 mei de nieuwe lidstaten de uitgifte van de BTW-identificatienummers zullen hebben voltooid. De Nederlandse leverancier zal het door de afnemer alsnog verstrekte BTW-identificatienummer kunnen opnemen in zijn opgaaf intracommunautaire leveringen over het tweede kwartaal 2004. Een en ander leidt naar mijn oordeel niet tot onnodige administratieve lasten of tot belemmering van de export. De vertraagde uitgifte van BTW-identificatienummers heeft ook geen negatieve invloed op het door de leverancier te leveren bewijs dat de goederen Nederland daadwerkelijk hebben verlaten.

Overigens dient de Nederlandse leverancier bij twijfel aan de identiteit of het ondernemerschap van de afnemer te vragen om nadere gegevens, bijvoorbeeld een bewijs van registratie, een verklaring van hoedanigheid van zijn belastingadministratie of andere documenten.

Het vorenstaande wordt opgenomen in een besluit en bekendgemaakt via een persbericht en de internetsite van de Belastingdienst en van het Ministerie van Financiën. Tevens wordt erin voorzien dat voor de intracommunautaire diensten waarbij de afnemer eveneens moet beschikken over een BTW-identificatienummer, in voorkomend geval ook genoegen mag worden genomen met de latere verstrekking van dat nummer en de mogelijkheid van verificatie ná 1 mei.

Vraag 6

Bent u verder voornemens om er bij de Europese Commissie op aan te dringen enerzijds snel met een overgangsregeling te komen en anderzijds de nieuwe lidstaten te assisteren bij het uitreiken van de BTW-identificatienummers?

Antwoord

De Europese Commissie heeft er bij de lidstaten op aangedrongen in deze een soepele houding aan te nemen. Zoals in het vorige antwoord aangegeven, wordt hieraan door Nederland gevolg gegeven.

Vraag 7

Kunt u er zorg voor dragen dat op zeer korte termijn actie ondernomen wordt gezien het feit dat de "uitbreiding" binnen 17 dagen aanstaande is?

Antwoord

Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op de vragen 2 tot en met 5.