Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Persbericht ministerraad
23 april 2004

KABINET WIL ZORG EN ONDERSTEUNING DICHTBIJ MENSEN REGELEN

Het kabinet gaat het stelsel van zorg en welzijn de komende jaren aanpassen. Dit is nodig om het veelvoud aan loketten en bureaucratie terug te dringen en een duidelijke rolverdeling tussen rijk en gemeenten tot stand te brengen. Op termijn levert een andere rolverdeling binnen het stelsel bovendien een bijdrage aan de betaalbaarheid van de AWBZ. Een nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zal de lichtere vormen van hulp en ondersteuning aan mensen door gemeenten laten organiseren. De wijzigingen gaan vanaf 2006 gefaseerd in. Dit schrijven minister Hoogervorst en staatssecretaris Ross-Van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport namens het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer.

De lokale overheid speelt een vanzelfsprekende rol in de plannen van het kabinet, omdat gemeenten al veel doen op het terrein van welzijn, sociaal beleid, wonen en ruimtelijke ordening. In de WMO krijgen gemeenten de taak ervoor te zorgen dat mensen zolang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. De Welzijnswet en de WVG gaan in de WMO op. Belangrijk verschil met deze wetten is dat gemeenten met de WMO meer regie en verantwoordelijkheid krijgen. Het doel: één loket, minder regels, meer samenhang en meer initiatief bij gemeenten. Zo zullen de gemeenten ook de minder mondige burgers moeten opzoeken en helpen. Het kabinet overlegt met de VNG over de financiële randvoorwaarden.

Het kabinet is van mening dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben binnen het stelsel van zorg en welzijn - voor zichzelf, maar ook voor hun naasten. Wanneer zelfredzaamheid en mantelzorg geen uitkomst bieden, is er ondersteuning vanuit de lokale overheid in het kader van de WMO. De AWBZ komt pas in beeld als professionele zorg en verpleging is vereist. Mensen die een chronische, ernstige en langdurige hulpvraag hebben, krijgen alle daarbij behorende zorg en ondersteuning uit de AWBZ. De solidariteit van de samenleving met die mensen moet volgens het kabinet buiten kijf staan.

Dienstverlening die nu nog deel uitmaakt van de AWBZ, maar weinig met bijzondere ziektekosten te maken heeft, zoals wonen, vervoer, dagactiviteiten of huishoudelijke hulp zal anders worden geregeld. Een groot deel zal in de WMO terugkomen, een klein deel in de basisverzekering. De woonsector zal in nauw overleg met gemeenten meer gaan inspelen op de behoefte langer zelfstandig te blijven wonen. Om de kostengroei van de AWBZ verder te beteugelen zijn ook diverse andere maatregelen nodig.

Het kabinet benadrukt dat mensen er rekening mee moeten houden dat zorg en ondersteuning in de toekomst alleen nog beschikbaar zijn voor hen die het echt nodig hebben. Toegang tot verzekerde zorgverlening wordt scherper beoordeeld. De ondersteuning op lokaal niveau zal passend en flexibel zijn, beschikbaar in de wijken en buurten. Die flexibiliteit kan alleen worden bereikt door belemmerende regels en papierwerk af te schaffen. Om de beschikbaarheid van hulp te borgen komt er een adequate inspraakprocedure en daarnaast zal iedere gemeente open moeten zijn over de resultaten. Op die manier is ook via de gemeenteraad toetsing en bijsturing van beleid goed mogelijk.

RVD, 23.04.2004