Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Kamervragen lid Van der Ham inzake de handhaving van het spamverbod
Nummer: 536

Datum: 26-04-2004


Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de ministers van Justitie en van Economische Zaken over zogenaamde treiterlijnen. (Ingezonden 9 maart 2004)


1 Herinnert u zich de toezegging nadere maatregelen tegen zogenaamde treiterlijnen te nemen? 1) Welke maatregelen heeft u inmiddels genomen?


Bij de behandeling van de wijziging van de Telecommunicatiewet in uw Kamer op 22 oktober 2003 zijn treiterlijnen aan de orde geweest. Ik heb destijds toegezegd met de exploitanten over de aard van hun dienstverlening te zullen spreken en ze te zullen aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Afhankelijk van dat gesprek zouden eventueel maatregelen worden getroffen.


De gesprekken hebben inmiddels plaatsgevonden. Ik heb de exploitanten aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en ze opgeroepen om de meest kwetsende treiters te verwijderen. De exploitanten hebben mij toegezegd hun aanbod te screenen op ongepaste treiters en deze te verwijderen. In dezelfde week van het gesprek heeft Telefuture reeds aan mij laten weten dat hij met een aantal partijen had gesproken en dat zij allen hadden toegezegd een screening van hun content te zullen doen.


Telefuture zelf heeft direct na het gesprek een deel van haar aanbod verwijderd (17 van de 90 aangeboden treiters zijn verwijderd).


Bij mijn weten zijn er sindsdien geen klachten binnengekomen over de treiterlijnen bij de daartoe meest voor de hand liggende instanties, te weten mijn ministerie, de OPTA, Postbus 51 en de Stichting de Ombudsman. Aan de hand hiervan ga ik ervan uit dat de diensten van treiterlijnen geen probleem meer vormen.


2 Is het mogelijk om te komen tot een verbod op treiterlijnen analoog aan het verbod op SPAM? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om een dergelijk verbod in te stellen?


Het spamverbod (opt-in regime) houdt in een verbod om via elektronische berichten (zoals e-mail, SMS of MMS), ongevraagde communicatie voor commerciële, charitatieve of ideële doeleinden te verzenden zonder voorafgaande toestemming van de ontvanger. Een regeling voor treiterlijnen analoog aan die voor spam (los van het feit dat de inhoud van berichten van treiterlijnen niet commercieel, charitatief of ideëel van aard is), zou neerkomen op het afhankelijk maken van een treiter-oproep van daartoe verleende voorafgaande toestemming van de op te roepen persoon.
Deze analogie is echter niet van toepassing. Spam is een verschijnsel dat met name door zijn omvang als een probleem wordt ervaren. De grote hoeveelheden e-mail zorgen voor kosten en irritatie bij zowel gebruikers als providers. Bij treiterlijnen is het probleem echter niet de hoeveelheid berichten, maar de inhoud ervan, die door de ontvanger als kwetsend, misleidend of verwerpelijk wordt ervaren. Dit werpt echter voor het kunnen aanpakken van treiterlijnen een probleem op, namelijk strijdigheid met de Grondwet. Zoals ik ook heb aangegeven tijdens de behandeling van het voorstel van Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002, is het op grond van artikel 7, derde lid, van de Grondwet niet mogelijk vooraf beperkingen te stellen op grond van de inhoud. Afgezien van dit grondwettelijke bezwaar, merk ik op dat met de invoering van een opt-in regime voor treiterlijnen door de wetgever de handelwijze van treiterlijnen zou worden gelegitimeerd, terwijl we die handelwijze juist verwerpelijk achten.


Los van voornoemde bezwaren acht ik het instellen van een verbod voor treiterlijnen ook niet wenselijk. Allereerst hebben we hier te maken met een verschijnsel dat anders dan bij spam naar ik heb vernomen juist in omvang afneemt. Verder zijn in de afgelopen maanden geen nieuwe klachten ingediend over treiterlijnen bij de voor de hand liggende instanties (te weten mijn ministerie, de OPTA, Postbus 51 en de Stichting de Ombudsman).


Ik ben van oordeel dat het wetgevingsinstrument daar moet worden ingezet, waar het een wezenlijk probleem adresseert; dit is ook een aspect van wetgevingseconomie. Ik kom dan ook tot het oordeel dat het niet noodzakelijk, niet zinvol en derhalve ook niet wenselijk is om tot nadere regulering inzake treiterlijnen te komen.


3 Op welke wijze kan gestimuleerd worden dat voor treiterlijnen een soortgelijke code tot stand komt zoals die bestaat voor de telemarketing-sector (Code Telemarketing)? Kunnen treiterlijnen zich bij de Code Telemarketing aansluiten? Bent u bereid de totstandkoming van een code voor treiterlijnen te stimuleren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?


De treiterlijnen kunnen zich niet aansluiten bij de Code Telemarketing. In deze code staat aan welke eisen een bedrijf moet voldoen als zij Telemarketing wil inzetten als verkoopmiddel. Treitertelefonie is niet te karakteriseren als direct marketing. De regering is niet bereid om het tot stand komen van een code te stimuleren. Er zijn niet voldoende klachten bekend om een dergelijke inspanning te rechtvaardigen.


4 Bent u bereid te bevorderen dat er voor treiterlijnen een website of telefoonnummer wordt ingesteld, waar mensen bindend kunnen aangeven niet meer door treiterlijnen gebeld te willen worden, zoals dat ook bestaat voor de telemarketing-sector? 2)


Nee, er zijn niet voldoende klachten bekend om een dergelijke inspanning te rechtvaardigen.


1) Handelingen Tweede Kamer, 22 oktober 2003, p. 14-788
2) www.szdm.nl