Time : 12:34:57 PM
Date : Monday, April 26, 2004
Sender Name: Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen

Vlaams Allocatieplan CO2-emissierechten 2005-2007

In Kyoto beslisten de regeringsleiders in 1997 om de uitstoot van broeikasgassen van de geïndustrialiseerde landen tegen 2008-2012 met 5% te verminderen ten opzichte van de uitstoot in 1990. Het Protocol van Kyoto is nog steeds niet van kracht, maar Europa wenst toch het voortouw te nemen. De Europese richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten voorziet daartoe de opstart van een CO2-emissiehandelssysteem op 1 januari 2005 voor de Europese energie-intensieve industrie van de 25 Lidstaten. Elke Lidstaat hoort daarom een Allocatieplan op te maken voor de periode 2005-2007. Tegen eind september 2004 moeten al deze plannen goedgekeurd zijn en dienen de bedrijven te weten hoeveel emissierechten ze zullen krijgen. Het openbaar onderzoek voor het Vlaamse Allocatieplan is vorige week woensdag afgelopen. De MiNa-Raad maakte alvast zijn bemerkingen over aan de Vlaamse regering.

De na te streven Richtlijn voorziet in een zogenaamd "Cap &
Trade"-systeem, waarbij energie-intensieve bedrijven kosteloos een aantal emissierechten ontvangen voor de CO2-emissies van hun installaties die onder het systeem vallen. Elk emissierecht verschaft het recht om één ton CO2 uit te stoten. Op het einde van elk jaar moet een onderneming precies evenveel rechten kunnen voorleggen als ze tijdens dat jaar CO2 heeft uitgestoten. Ondernemingen die meer uitstoten dan het aantal rechten dat hen toebedeeld werd, zullen bijkomende rechten op de markt moeten aankopen. Omgekeerd, kunnen de bedrijven met een overschot aan rechten deze rechten doorverkopen. Een onderneming die er niet in slaagt voldoende emissierechten te verwerven, riskeert in de eerste periode (2005-2007) een boete van ¤ 40 per ontbrekend emissierecht en in de tweede periode (2008-2012) een sanctie van ¤ 100.

Eigen CO2-uitstoot eerst
De Raad waardeert de inzet waarmee de belangrijkste betrokken actoren de invoer van dit systeem van verhandelbare CO2-emissierechten hebben voorbereid. Volgens de Raad wordt met het systeem immers een eerste aanzet gegeven om een prijs te plakken op de uitstoot van CO2. De Raad vindt echter wel dat zowel de bedrijven als de overheden teveel aandacht besteden aan het aankopen en financieren van emissierechten in het buitenland. Het is nochtans in het belang van iedereen dat de reducties in eigen land gerealiseerd worden. Daarom vraagt de Raad bijkomende beleidsmaatregelen die de CO2-uitstoot in het Vlaamse Gewest kunnen verminderen.

Eén Nationaal Allocatieplan, één openbaar onderzoek Zowel de federale overheid als de drie gewesten hebben een allocatieplan opgemaakt. Aan elk plan werd een openbaar onderzoek gekoppeld. Dit vindt de Raad een beetje teveel van het goede en vraagt daarom een betere coördinatie bij de opmaak van het volgende nationale allocatieplan in 2006. Eén nationaal allocatieplan moet de som zijn van de afzonderlijke gewestelijke allocatieplannen. De overheden hoeven dit ene nationale plan dan ook maar één keer ter consultatie voor te leggen aan de bevolking, en liefst in een meer educatieve versie.

Flexibiliteit benchmarkingbedrijven houdt risico in Bedrijven die een benchmarkingconvenant ondertekend hebben, krijgen veel vrijheid en flexibiliteit. Bij het toewijzen van hun emissierechten wordt immers rekening gehouden met de productiegroei van deze bedrijven. De Raad vraagt zich af hoelang de overheid dit kan handhaven, want nieuwe CO2-reducties zullen op middellange termijn noodzakelijk zijn.

Koolstofarmer elektriciteitsproductie
Daarnaast onderschrijft de MiNa-Raad de manier waarop de overheid het emissieplafond voor de elektriciteitssector bepaalt. Het scenario is ambitieus, maar noodzakelijk om de aangegane verbintenissen ter inperking van de broeikasgassen te realiseren. Het ambitieuze plafond kan een motivatie zijn om de elektriciteitsproductie koolstofarmer en meer gedecentraliseerd te laten verlopen.

______________

Meer info:
Jan Verheeke
Tel: 02/558.01.36.
jan.verheeke@minaraad.be
Voor het integrale advies: http://www.minaraad.be/2004/2004-20.pdf Bijlagen: zie ook www.pressreleases.be