Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 23-4-2004

Toepassing BOPZ in verpleeghuis

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DVVO/ZA-U-2477630

23 april 2004

De uitzending van Zembla op 22 april jonstleden omtrent het verpleeghuis "De Twaalf Hoven" in Winsum bevatte schokkende beelden over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. In de documentaire laat men zien dat vanwege tijdsgebrek bewoners worden gefixeerd in hun stoel om valincidenten te vóórkomen.

De documentaire is aanleiding geweest voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg om op 21 april een onverwacht bezoek te brengen aan de instelling. Tijdens dit bezoek bleek dat er op de uitvoering van de wet BOPZ in dit betreffende verpleeghuis twee aanmerkingen te maken waren. Het zorgplan gaf geen duidelijkheid over wie er toestemming had gegeven voor het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen en over de juridische status van de bewoners.
Deze constateringen zijn aanleiding voor de regionale inspecteurs om binnen 10 dagen een aantal vervolgbezoeken te brengen waarbij er aandacht is voor o.a. het zorgplan, de basiszorg, de interpretatie van het begrip verzet en toepassing vrijheidsbeperkende maatregelen. Het rapport van de IGZ omtrent het verpleeghuis de "Twaalf Hoven" verwacht ik op 17 mei te ontvangen. Ik zal het vervolgens zeer spoedig aan u doen toekomen.

In het rapport van de Algemene Rekenkamer (Bescherming of vrijheidsbeperking bij dementerenden-28 950-2003) staat dat er een ander wettelijk kader moet komen voor mensen met dementie als het gaat om vrijheidsbeperkingen. In mijn reactie op dit rapport aan de Rekenkamer heb ik gesteld dat ik positief sta tegenover de invoering van een ander wettelijk kader. Inmiddels is er een project gestart dat een dergelijk wetgevingstraject mogelijk maakt. In welke vorm dat zal zijn is nog in volle ontwikkeling. Zie hierover ook mijn brief met antwoorden op de kamervragen van de commissie Rijksuitgaven naar aanleiding van het AR rapport (23 oktober 2003).

In het kabinetsstandpunt inzake de tweede evaluatie Wet Bopz dat u voor de zomer zult ontvangen geef ik aan in welke richting ik het nieuwe wettelijke kader wil vormgeven.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp