Provincie Utrecht

Persbericht

Hoorzitting Milieueffectrapport baggerberging Zevenhuizen

23-4-2004
Op dinsdag 27 april vindt om 20.00 uur in De Eenhoorn in Amersfoort een hoorzitting plaats over het milieueffectrapport (MER) dat de firma Smink heeft laten maken voor de beoogde baggerberging Zevenhuizen in Amersfoort. In de voorbereiding van het aanleggen en exploiteren van een baggerdepot is het wettelijk verplicht vooraf via een MER inzichtelijk te maken wat de gevolgen voor het milieu zijn. De hoorzitting is een onderdeel van de verplichte inspraakprocedure rond een MER en uitsluitend geschikt om te reageren op de milieuhygiënische aspecten van het depot.

Initiatiefnemer Smink heeft de Grontmij ingeschakeld om een MER op te stellen. Hierin staat hoe Smink te werk wil gaan, welke varianten mogelijk zijn met betrekking tot de uitvoering van het depot en wat de effecten op het milieu zijn van een dergelijke baggerberging aldaar. De provincie en het waterschap Vallei en Eem achten het MER aanvaardbaar en organiseren als bevoegd gezag nu hierover een hoorzitting.

Drie varianten
Er zijn in het MER drie varianten onderzocht. Het gaat in alle gevallen om een zogenaamd `omkaderd putdepot', met een deel diep in de grond (14 meter of 12 meter) en een deel boven de grond (6 meter of 10 meter). De varianten verschillen met betrekking tot de precieze omvang en de locatie binnen het bestemde gebied. Smink kiest voor het alternatief met twee in hoogte verschillende delen. Voor alle varianten geldt dat ze ingepast worden in het landschap, maar visueel betekent de aanleg toch een verstoring, aldus het rapport. Overigens heeft de huidige stortplaats Smink nu al een hoogte van 20 meter en wordt uiteindelijk ca. 40 meter.

Gevolgen voor milieu
De gevolgen voor het milieu verschillen per variant. Over het algemeen komt uit het MER naar voren dat geen schadelijke gevolgen te verwachten zijn voor de bodem en het grond- en oppervlaktewater. Dat komt omdat er in alle gevallen een ringsloot om het depot komt, die voorkomt dat het eventueel vervuilde water in de grond terechtkomt. Mocht er toch sprake zijn van contact met de bodem en het grond- en oppervlaktewater, dan blijft dit binnen de gestelde normen. De baggerberging zal geen geurhinder veroorzaken. Uit ervaringen met baggerdepots in andere provincies blijkt dat geen geurhinder ontstaat, zelfs niet als de baggerspecie "droog" wordt gestort (bij Smink zal de baggerspecie altijd onder water staan).
Geluidseffecten zijn er vooral tijdens de aanleg van het depot.

Rol provincie en waterschap
De besluiten over aanvragen die te maken hebben met de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Keur (regeling over alles wat de kwantiteit van het water kan beïnvloeden) worden door het bestuur van waterschap Vallei en Eem genomen. De provincie is bevoegd gezag voor de vergunningen die te maken hebben met de Wet milieubeheer en de Grondwaterwet. De firma Smink heeft voor de realisering van een baggerberging de benodigde vergunningen aangevraagd. Daarvoor wordt nu eerst deze MER-procedure gevolgd. De inspraak loopt t/m 21 mei. Daarna komt de onafhankelijke commissie m.e.r met een advies; dat wordt uiterlijk eind juni 2004 verwacht. Vervolgens worden er ontwerpbesluiten opgesteld voor de vergunningen van Smink. De ontwerpbesluiten worden rond september 2004 verwacht. Die zullen dan ook weer ter inzage liggen. Dat is het moment waarop belangstellenden hun zienswijze kunnen geven.
Overigens zoekt de provincie samen met de gemeente Amersfoort, in het kader van het zgn "twee-sporen-beleid" actief naar alternatieven voor de baggerberging Zevenhuizen. Deze zoektocht gaat door totdat de eerste vergunningverlening rond is. Het is vervolgens aan de exploitant om de baggerberging te realiseren.

De stukken liggen ter inzage in de informatiewinkel van Amersfoort, de gemeentehuizen van Bunschoten en Nijkerk en het Provinciehuis Utrecht.+

Laatst gewijzigd op 04/23/2004 04:46:51 PM. Paginabeheer: Mario.Bronkhorst@provincie-utrecht.nl