Vereniging van Effectenbezitters



Persbericht | 27-04-2004

VEB verzoekt verlenging aanmeldingstermijn

De VEB maakt bekend dat zij KLM en Air France heeft gedagvaard in het kader van het lopende bod van Air France op alle uitstaande gewone aandelen KLM. De VEB vordert in dit kort geding een verlenging van de aanmeldingstermijn en beantwoording door KLM en Air France van de in de aandeelhoudersvergadering van 19 april jl. gestelde vragen.

De aanmeldingstermijn van het huidige bod van Air France 1,1 aandeel Air France plus een warrant voor elk aandeel KLM loopt af op 3 mei a.s. om 23.00 uur. Op 6 mei 2004 voorbeurs 8.30 uur publiceert KLM haar jaarcijfers over het op 31 maart jl. geëindigde boekjaar 2003/2004. De VEB is van mening dat deze informatie aan KLM aandeelhouders beschikbaar dient te worden gesteld voordat zij de beslissing over aanmelding van hun aandelen moeten nemen.

Het verstrekken van de jaarcijfers minder dan drie dagen na sluiting van de reguliere aanmeldingstermijn is om meerdere redenen onacceptabel:

* de kwartaalcijfers van luchtvaartmaatschappijen (beschikbaar tot en met het derde kwartaal 2003) laten grote seizoensgebonden schommelingen zien, waardoor vooral de jaarcijfers als maatgevend moeten gelden voor een goed inzicht in de operationele ontwikkeling en de winstgevendheid;

* in een persbericht van 15 april 2004 heeft KLM aangegeven dat zij, in tegenstelling tot eerdere berichten waarin zij een break-even situatie verwachtte, thans een resultaat verwacht dat ruimschoots positief is (door KLM omschreven als well in profit). Ondanks aandringen van de VEB tijdens de BAVA van 19 april 2004 heeft KLM geweigerd aan te geven wat well in profit betekent.
* aannemelijk is dat KLM ten tijde van de BAVA en zeker nu- beschikt over de concept-jaarcijfers;

* de procedure van de vaststelling van de jaarcijfers is toegelicht tijdens de BAVA van 19 april 2004. Daaruit blijkt dat op 4 mei 2004 een vergadering van de Raad van Commissarissen van KLM zal plaatsvinden waarin de RvC besluit of zij de jaarrekening zal goedkeuren. Commissarissen dienen daartoe op uiterlijk zaterdag 1 mei 2004 te beschikken over de cijfers en bijbehorende stukken. Ook hieruit blijkt de actuele (jaar-)cijfers met betrekking tot haar resultaten en het vermogen reeds in het bezit zijn van KLM (zie art. 9q Bte);

* KLM heeft aangegeven dat de datum van publicatie van de jaarcijfers per 6 mei 2004 reeds een jaar vaststond. Daaruit volgt dat Air France en KLM in de biedingsprocedure bewust een aanmeldingstermijn hanteren die drie (!) dagen vóór de publicatie van de jaarcijfers afloopt.

In het kader van het kort geding wenst de VEB voorts antwoord te ontvangen op een aantal belangrijke vragen van de VEB in het kader van het bod en de waardebepaling van KLM. Deze vragen, die gesteld zijn per brief van 16 april 2004 en in de aandeelhoudersvergadering van 19 april, hebben enerzijds betrekking op het vermogen van KLM en anderzijds op de te verwachten resultatenontwikkeling van KLM. Ten aanzien van de vermogenspositie zijn de vragen vooral gericht geweest op een overzicht van de bezittingen (onroerende goederen en vloot) en de actuele waarde daarvan.

Ten aanzien van de toekomstige resultatenontwikkeling zijn vragen gesteld over de prognoses of projecties voor de komende jaren. Ook die vragen werden niet of niet afdoende beantwoord. Bovendien werden enkele vragen gesteld over de waarde en resultatenontwikkeling van Air France die relevant zijn omdat het een ruilbod in aandelen Air France betreft. In dat kader is van belang dat de jaarcijfers van Air France op 18 mei a.s. zullen worden gepubliceerd. De aandeelhouder KLM die moet besluiten over het voorliggende bod zou ook over de cijfers van de overnemende vennootschap dienen te beschikken, waarvan hij aandeelhouder kan worden.

De VEB is van oordeel dat KLM wettelijk verplicht is tot beantwoording, waarbij de antwoorden zeer relevant zijn voor aandeelhouders teneinde zelfstandig te kunnen beoordelen of het bod (ruilbod) een voldoende reflectie is van de waarde van KLM als onderneming en de aandelen KLM. Door de gebrekkige en onvolledige informatieverstrekking hebben Air France en KLM artikel 6a Wte en de op lid 3 van dat artikel gebaseerde regels van artikel 9 Bte geschonden. Bovendien is ten aanzien van KLM sprake van onrechtmatig handelen en schending van artikel 2:8 lid 1 BW, dat bepaalt dat een rechtspersoon zich jegens degenen die krachtens de wet en haar statuten bij haar organisatie betrokken zijn waaronder aandeelhouders
- redelijk en billijk dient te gedragen.

Om de hierboven toegelichte redenen verzoekt de VEB de rechtbank:
1. te gebieden dat Air France de (reguliere) aanmeldingstermijn zodanig verlengt dat de aandeelhouders van KLM tijdens de reguliere aanmeldingstermijn voldoende tijd hebben om de gegevens met betrekking tot de definitieve jaarcijfers van KLM en Air France over het jaar 2003/2004 te analyseren en in de beoordeling terzake het openbaar bod te betrekken; en te gebieden dat KLM alle noodzakelijke medewerking verleent aan de door Air France te verlengen aanmeldingstermijn;

2. te gebieden dat KLM tijdig binnen de te verlengen reguliere aanmeldingstermijn schriftelijk en publiekelijk antwoord geeft op de vragen gesteld door VEB in de brief van 16 april met uitzondering van vraag 4 uit deze brief en op de vier aanvullende vragen gesteld in de AVA van 19 april als beschreven in het lichaam van deze dagvaarding en Air France te gebieden waar nodig KLM in staat te stellen deze vragen te beantwoorden;

Het kort geding zal dienen op woensdag 28 april a.s. om 14.00 uur, voor de Voorzieningrechter bij de rechtbank te Amsterdam.



---