Socialistische Partij

Onderwijsraad bevestigt analyse SP: teveel geld naar bureaucratie

27-04-2004 * De SP is niet verrast dat steeds meer leraren het gevoel krijgen dat er op school een sfeer van "hiërarchie, controle, afrekencultuur en prestatiecontracten" heerst, zoals de Onderwijsraad constateert. Invoering van de `lumpsum' met een te krap budget en het opleggen van tal van onderwijsvernieuwingstaken leiden haast wetmatig tot een toename van papier en management. Scholen besteden inmiddels 20% van hun budget aan administratie, beheer en andere secundaire taken. Het overheadbudget nam in 20 jaar met ongeveer 80% toe.

Fenna Vergeer De SP heeft hierover herhaalde malen aan de bel getrokken. Onderwijswoordvoerder Fenna Vergeer: "Als al het personeel dat in leidinggevende en adviserende functies terecht is gekomen, weer voor de klas zou komen, konden de leerlingen meer persoonlijke aandacht krijgen en waren de leraren minder aan het vergaderen met de adviseurs en de managers." De SP heeft dan ook grote zorgen over de steeds verder voortschrijdende functiedifferentiatie (arbeidsdeling) in het onderwijs.

In mei 2003 kreeg de SP de interne managementrapportage van Hogeschool InHolland in handen, waaruit bleek, dat minder dan de dan de helft van de onderwijsgelden aan onderwijs werd besteed. Het merendeel ging naar diensten en overhead. Elke jaar daalt het aantal uren dat een docent aan een student kan besteden. Deze tendens is vrijwel overal in het hoger onderwijs zichtbaar. Factoren die hierbij een rol spelen zijn schaalvergroting en de toename van het tussenmanagement en de afstand tussen docenten en diensten. Veel geld gaat ook naar wervende gebouwen en interieur en naar marketingactiviteiten, ingegeven door concurrentieoverwegingen. Staatssecretaris Nijs heeft zich tot nu toe, ondanks bezorgdheid vanuit de HBO's zelf, ziende blind getoond.

Eerdere evaluaties bij het voortgezet onderwijs laten zien dat, sinds de invoering van de lumpsum (1 pot geld in plaats van aparte declaraties voor personeel, management en materieel), geld is weggevloeid van personeel naar materieel en dat de bestuurslasten zijn toegenomen. Ook is de bestuurslast bij het ministerie van OCW niet afgenomen, wat wel de bedoeling was van de lumpsum-operatie. Ook het budget voor personeelsscholing en secundaire arbeidsvoorwaarden kwam maar beperkt aan de leerkrachten ten goede. De onderwijsraad constateert dit nu, terwijl minister van der Hoeven tijdens de behandeling van de begroting en de invoering van de lumpsum in het primair onderwijs hier geen problemen mee had.

De SP ziet zich bevestigd in haar opvatting dat het geld voor de leerkrachten en het ondersteunend personeel geoormerkt moet worden. Vergeer: "Het personeel in de klas is de grootste kostenpost, waardoor er vaak het eerst op bezuinigd wordt. Door het onderwijsbeleid van autonomie en deregulering in combinatie met een afrekencultuur, zijn juist de mensen in de klas in de verdrukking gekomen. Het zou goed zijn als de overheid de kosten van het personeel dat rechtstreeks met de leerlingen werkt, buiten de lumpsum zou houden". De SP pleit ook voor lestaken voor schoolmanagement, onderwijsadviseurs en OCW-ambtenaren. "Je kan niet oordelen over wat goed is voor het onderwijs, als je zelf geen ervaring hebt", aldus Vergeer.