Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
http://www.minlnv.nl
27-04-2004
AGENDA VITAAL PLATTELAND: INSPELEN OP VERANDERINGEN
Een leefbaar platteland en een vitale en duurzame agrarische sector is
wat het kabinet voor ogen staat. De Agenda Vitaal Platteland(AVP),
vandaag door minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
gepresenteerd, geeft voor het eerst een integrale rijksvisie op een
vitaal platteland in al zijn facetten (economisch, ecologisch,
gebiedsgericht en sociaal-cultureel). De Agenda maakt duidelijk dat
het kabinet vooral andere overheden de ruimte wil bieden om op
gebiedsniveau tot een integrale aanpak te komen. In het tegelijkertijd
gepresenteerde Meerjarenprogramma Vitaal Platteland geeft het kabinet
een overzicht van de rijksinzet van de ministeries van LNV, VROM en
V&W voor het platteland rond de thema.s natuur, recreatie, landschap,
landbouw, sociaal-economische vitalisering, milieu, water en
reconstructie zandgebieden. Het Meerjarenprogramma rekent voor 2004
met circa 750 miljoen euro aan rijksuitgaven voor het platteland. De
AVP verschijnt tegelijk met de Nota Ruimte, waarin het kabinet zijn
visie op de ruimtelijke ontwikkeling van heel Nederland geeft.
Verschillende functies
Het platteland van Nederland beslaat ongeveer 80% van de oppervlakte
en herbergt bijna 40% van de inwoners van Nederland. Het platteland
heeft nog altijd een eigenheid en identiteit die herontdekt en
gewaardeerd wordt. Voor velen is het Nederlandse landschap sterk
verbonden met de Nederlandse identiteit. Er tekent zich echter een
fundamentele verandering af van het landelijk gebied als fysieke
ruimte voor voedselproductie naar het platteland als consumptieruimte,
waarbij beleving, authenticiteit, natuurlijkheid en kwaliteit een
belangrijke rol spelen. Het platteland van de toekomst zal niet alleen
de weerspiegeling zijn van de activiteiten van boeren en
plattelandsbewoners, maar van de activiteiten en behoeften van alle
16 miljoen Nederlanders.
Wie doet wat
Het platteland gaat het kabinet aan het hart. Om ook in de toekomst
het platteland vitaal te houden, zal echter intensief samengewerkt
moeten worden tussen alle betrokkenen. Overheden én boeren, maar ook
anderen zoals de stedelingen, ondernemers en maatschappelijke
organisaties zullen mee moeten doen. De rijksoverheid wil zich
opstellen als de partner van ondernemende mensen en dynamiek
versterken in plaats van deze te smoren in een woud aan regels.
Het kabinet wil kaders stellen, sturen op hoofdlijnen en niet meer
regelen dan noodzakelijk is. Provincies en gemeenten spelen een steeds
grotere rol bij de uitvoering van het beleid. De rol van het Rijk
wordt bescheidener. Het Rijk wil alleen specifiek beleid voeren in
bepaalde gebieden, met name de ruim 700.000 ha Ecologische
Hoofdstructuur (EHS) en de 20 Nationale Landschappen. Er is drastisch
gesnoeid in het grote aantal gebiedscategorieën zodat er helderder
zicht komt op wat echt belangrijk is. Tegelijk moet de kwaliteit van
de uitvoering van het beleid omhoog.
Met de individuele provincies zullen meerjarige prestatieafspraken
worden gemaakt. De gebiedsgerichte rijksmiddelen zullen worden
gebundeld in een Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), en
nadrukkelijk worden gekoppeld aan doelen. Sturing, planvorming,
programmering en uitvoering van rijksbeleid zal worden gebundeld in
één Wet Inrichting landelijk Gebied (WILG).
Brede plattelandseconomie
Een vitale plattelandseconomie is belangrijk voor de Nederlandse
economie en een levensvoorwaarde voor de leefbaarheid van gebieden. De
economische bijdrage van onder andere landbouw en recreatie en
toerisme zijn in de eerste plaats de verdienste van ondernemers.
Uitgangspunt voor de overheid is dat alle ondernemers - boeren zowel
als recreatieondernemers, landgoedeigenaren zowel als dienstverleners
- kunnen bijdragen aan een vitaal platteland en kunnen investeren in
groen en groene diensten kunnen aanbieden.
Boeren staan voor de opgave om in een periode van afnemende inkomsten
en toenemende eisen een duurzame bedrijfsvoering te ontwikkelen.
Niet-grondgebonden land- en tuinbouw kan zich in
landbouwontwikkelingsgebieden verder ontwikkelen. De extensivering van
de melkveehouderij wordt gestimuleerd door kavelruil. In gebieden waar
de productieomstandigheden voor de landbouw ongunstig zijn maar waar
de landbouw belangrijk is voor de instandhouding van het waardevol
agrarisch cultuurlandschap, wil de overheid de boeren (tijdelijke)
ondersteuning bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de
veenweidegebieden. Voor de zandgebieden met intensieve veehouderij
worden reconstructieplannen opgesteld.
De overheid geeft ruimte aan ondernemerschap op het platteland, onder
andere door vermindering van regelgeving, door kennis, door het
starten van een ondernemersprogramma, de inzet van plattelandsmiddelen
en door ruimtelijk beleid.
Leefbaar platteland
Een leefbaar platteland is een platteland waar het goed leven én
werken is. Een vitale economie en een vitale gemeenschap hebben elkaar
nodig.
De dynamiek op het platteland kan de sociale en culturele
infrastructuur onder druk zetten bijvoorbeeld door afkalvende
voorzieningen. Waar de overheid verantwoordelijk is voor
voorzieningen, houdt ze rekening met de eigenheid van het platteland.
Provincies, gemeenten en burgers zelf zijn aan zet om (nieuwe) sociale
verbanden te creëren. De rijksoverheid heeft vooral een faciliterende
rol. Het kabinet wil een tijdelijke Stimuleringsimpuls Sociale
Infrastructuur invoeren om initiatieven te ondersteunen en nieuwe
organisatie- en financieringsvormen te ontwikkelen. Daarbij wordt
aangesloten op bestaande regelingen.
Natuur en landschap
Natuur en landschap hebben niet alleen waarde in zichzelf (de
.intrinsieke waarde.), maar zijn ook van betekenis voor het welzijn
van de mens. Het platteland is immers voor veel dagjesmensen en
vakantiegangers een aantrekkelijke bestemming. De taak van de overheid
hierbij is het zorgdragen voor voorzieningen die niet door anderen of
via de markt tot stand kunnen worden gebracht. Het Rijk versterkt de
kwaliteit en diversiteit van het landschap door bescherming en
ontwikkeling van Nationale Landschappen en vraagt van provincies en
gemeenten dat zij wonen en bedrijvigheid laten ontwikkelen met
landschappelijke kwaliteit. De toegankelijkheid van het platteland
voor wandelen, varen en fietsen wordt vergroot. Rondom de steden wordt
groen aangelegd, deels in relatie tot nieuwe verstedelijking.
Aan de robuustheid en duurzaamheid van de EHS stelt het rijk hoge
eisen. Met het oog daarop worden op een aantal plaatsen de grenzen van
de EHS opnieuw vastgesteld. Zowel binnen als buiten de EHS zal
versterking van de natuur in goede samenhang met andere functies en
partijen moeten plaatsvinden.
Europa bepaalt mee
De kwaliteitseisen voor water, natuur, bodem en lucht, worden in
belangrijke mate bepaald door internationale verdragen en
EU-afspraken. Voorbeelden daarvan zijn de EU-Nitraatrichtlijn, de
EU-Kaderrichtlijn Water, de EU-Vogel- en Habitatrichtlijnen en het
mondiaal Biodiversiteitsverdrag. De daarin vastgelegde normen zijn
vertaald in nationaal milieubeleid. De komende jaren ligt het accent
op de uitvoering van dit milieubeleid.
Mede bepalend voor de toekomst van het Nederlandse platteland zijn ook
de veranderingen die op stapel staan in het Europees
Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). Het Rijk verandert van
.bepaler. in .vertaler. van beleid naarmate meer beleid de
verantwoordelijkheid is van internationale overheden, met name de
Europese Unie. Maar Nederland bepaalt natuurlijk ook mee aan het
EU-beleid. In de Agenda Vitaal Platteland is in hoofdlijnen aangegeven
wat Nederland van het Europese plattelandsbeleid verwacht.
Cijfers en data uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland:
. 275.000 ha nieuwe natuur in 2018 gerealiseerd
. 45.000 hectare natuurbeheer buiten de EHS gerealiseerd in
2018
. 20 nationale landschappen 2018
. 18 nationale parken ingesteld in 2004
. 4.500 km wandelpad, 3.560 km fietspad in 2010, 4.400 km
vaarweg in 2012
. 19.364 ha dagrecreatiegebied in 2013
. 9 pilotprojecten agrobiodiversiteit in 2007
. 10 procent van het landbouwareaal biologisch in 2010
. 2.700 ha glastuinbouw in landbouwontwikkelingsgebieden
. 180.000 ha melkveehouderij geëxtensiveerd in 2010
. 9 pilotprojecten agrologistiek in 2007
. verdroging natuurgebieden opgeheven in 2018
. knelpunten bij kruising EHS met rijksinfrastructuur opgelost
in 2018
. in 2010 geen ernstige stankhinder meer door landbouw
. goede ecologische en chemische waterkwaliteit bereikt in
2015
. reconstructieplannen gerealiseerd in 2015
27 apr 04 15:36