http://www.justitie.nl
Wiebe Alkema
070 370 7225
4456
27.04.04
Europees arrestatiebevel in mei 2004 van kracht
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister
Donner van Justitie dat het Europees arrestatiebevel in de Nederlandse
wetgeving implementeert. De regeling vervangt de bestaande
uitleveringsprocedure door een vereenvoudigde en snellere
overleveringsprocedure tussen de lidstaten van de Europese Unie. De
wet treedt op 12 mei 2004 in werking. In december 2001 werd op
Europees niveau een politiek akkoord bereikt over het Europees
aanhoudingsbevel. In juni 2002 werd het kaderbesluit definitief
vastgesteld. De regeling is opgesteld mede naar aanleiding van de
aanslagen in september 2001 in New York, omdat vooral met het oog op
terrorismebestrijding versnelling en vereenvoudiging van de
uitlevering nodig werd gevonden.
Overlevering vervangt tussen de lidstaten van de Europese Unie de
uitlevering. De basis voor de overlevering vormt voortaan een Europese
aanhoudingsbevel. Dit bevel wordt opgesteld door een officier van
justitie of rechter van een lidstaat volgens een vast model waarin
alle informatie is opgenomen die nodig is voor het nemen van een
beslissing. Overleveringszaken zullen alleen nog worden behandeld door
het arrondissementsparket en de rechtbank te Amsterdam. Omdat alle
zaken bij één rechtbank worden ondergebracht, wordt ook het
cassatieberoep afgeschaft.
Met de veranderde procedure wordt een aantal vereenvoudigingen
geïntroduceerd. Bij een fors aantal categorieën van delicten wordt
niet langer de toets van de dubbele strafbaarheid uitgevoerd. Het gaat
hier om categorieën als terrorisme, mensenhandel, seksuele uitbuiting
van kinderen en kinderpornografie. Voor andere delicten dan genoemd op
de lijst, blijft het vereiste van dubbele strafbaarheid bestaan.
Verder zijn de criteria voor de beoordeling of overlevering moet
worden geweigerd, drastisch beperkt.
Een derde ingrijpende vereenvoudiging is dat de justitiële
autoriteiten van de lidstaten rechtstreeks samenwerken. Dit betekent
dat men zaken niet meer via ministeries lopen maar rechtstreeks tussen
de bevoegde justitiële autoriteiten. Ook wordt de beslissing niet meer
op ministerieel niveau of -zoals in Frankrijk- door de ministerraad
genomen, maar door een justitiële autoriteit. In Nederland beoordeelt
de rechtbank te Amsterdam of overlevering kan worden toegestaan. Al
deze vereenvoudigingen en het terugbrengen tot een beslissing in één
instantie zal leiden tot verkorting van de procedure. Nu duurt een
uitlevering gemiddeld acht maanden.
Bij de overlevering is afgesproken dat in 60 dagen een beslissing
genomen moet zijn. Daarna moet betrokkene binnen tien dagen worden
overgebracht naar de andere lidstaat.
--------------
27 apr 04 17:46
Ministerie van Justitie