Gemeente Amersfoort

Alternatief voor baggerstort Zevenhuizen dichterbij; Utrechts baggerprobleem genuanceerd tot 3 miljoen m3

datum: 27 april 2004

De hoeveelheid te storten bagger in Utrecht is voor de periode tot 2015 niet groter dan 3 miljoen m³ in plaats van de 7 miljoen m³ waar steeds rekening mee is gehouden. Het Rijk houdt niet langer vast aan het uitgangspunt dat baggerproblemen binnen de provinciale grenzen moeten worden opgelost. Er zijn landelijk gezien alternatieve bewerkingen voorhanden. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport over de zoektocht naar alternatieven voor de baggerberging Zevenhuizen. Wethouder Gerda Eerdmans van de gemeente Amersfoort: 'We zijn blij met de uitkomsten van dit onderzoek. Het laat zien dat onze zoektocht naar alternatieven niet voor niets is geweest'.

In opdracht van de provincie Utrecht en de gemeente Amersfoort heeft het bureau MMG advies een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een concreet alternatief voor 7 miljoen m³ baggerspecie tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het bureau heeft daarbij onder meer gekeken naar de bereidheid van de Utrechtse aanbieders om van deze capaciteit gebruik te maken. Gebleken is dat de baggerproducenten (alle Utrechtse waterschappen) zich op voorhand niet laten binden aan een baggerverwerker, maar dat ze de oplossing over laten aan de markt. Dit doen ze op basis van aanbesteding. Het rapport bevat geen kant en klaar alternatief voor de baggerberging Zevenhuizen, maar biedt wel de richting waarin kan worden gezocht naar een oplossing.

Oplossingsrichtingen
Alternatieve verwerking en verbeterde marktwerking zullen leiden tot minder aanbod van te storten bagger. De maatregel van het Rijk waarbij de provinciegrenzen worden opengesteld voor de stort van bagger wordt ook gezien als een oplossing van het Utrechtse baggerprobleem. Omgekeerd vindt de gemeente Amersfoort dat het niet zo kan zijn dat de discussie rond Zevenhuizen op dit moment wordt belast met de oplossing van de baggerproblematiek op landelijke schaal en op langere termijn. De gezamenlijke zoektocht van de gemeente en de provincie heeft steeds tot doel gehad om een oplossing te zoeken voor de Utrechtse bagger die binnen de termijn van een jaar of tien gestort zou moeten worden.

Standpunten provincie en gemeente
De provincie blijft vooralsnog van mening dat realisering van de baggerberging Zevenhuizen op langere termijn toch noodzakelijk zal zijn. Om uit Utrecht afkomstige bagger te kunnen storten buiten de provincie, is het nodig dat de landelijk beschikbare stortcapaciteit ook voor Utrechtse bagger mag worden gebruikt. Het Rijk verbindt daar op voorhand de voorwaarde aan dat de stortlocaties die momenteel in procedure zijn, waaronder Zevenhuizen, ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Deze opvatting van het Rijk brengt de provincie tot de conclusie dat de noodzaak voor het verder ontwikkelen van Zevenhuizen nog steeds aanwezig is. De gemeente komt juist tot de conclusie dat de in het rapport geschetste ontwikkelingen uiteindelijk zullen leiden tot een aanpak van de baggerproblematiek waarvoor de exploitatie van Zevenhuizen niet meer noodzakelijk zal zijn.

Gezamenlijk optrekken
De gemeente wil op korte termijn met de provincie overleggen om te bepalen of de doelstellingen van de provincie en de gemeente nog in voldoende mate overeenstemmen om een effectief vervolg te bepalen. In voorbereiding is een gezamenlijk overleg met de staatssecretarissen van Verkeer & Waterstaat en van VROM over de positionering van Zevenhuizen in de landelijke context.

De hoeveelheid te storten bagger in Utrecht is voor de periode tot 2015 niet groter dan 3 miljoen m³ in plaats van de 7 miljoen m³ waar steeds rekening mee is gehouden. Het Rijk houdt niet langer vast aan het uitgangspunt dat baggerproblemen binnen de provinciale grenzen moeten worden opgelost. Er zijn landelijk gezien alternatieve bewerkingen voorhanden. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport over de zoektocht naar alternatieven voor de baggerberging Zevenhuizen. Wethouder Gerda Eerdmans van de gemeente Amersfoort: 'We zijn blij met de uitkomsten van dit onderzoek. Het laat zien dat onze zoektocht naar alternatieven niet voor niets is geweest'.

In opdracht van de provincie Utrecht en de gemeente Amersfoort heeft het bureau MMG advies een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een concreet alternatief voor 7 miljoen m³ baggerspecie tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het bureau heeft daarbij onder meer gekeken naar de bereidheid van de Utrechtse aanbieders om van deze capaciteit gebruik te maken. Gebleken is dat de baggerproducenten (alle Utrechtse waterschappen) zich op voorhand niet laten binden aan een baggerverwerker, maar dat ze de oplossing over laten aan de markt. Dit doen ze op basis van aanbesteding. Het rapport bevat geen kant en klaar alternatief voor de baggerberging Zevenhuizen, maar biedt wel de richting waarin kan worden gezocht naar een oplossing.

Oplossingsrichtingen
Alternatieve verwerking en verbeterde marktwerking zullen leiden tot minder aanbod van te storten bagger. De maatregel van het Rijk waarbij de provinciegrenzen worden opengesteld voor de stort van bagger wordt ook gezien als een oplossing van het Utrechtse baggerprobleem. Omgekeerd vindt de gemeente Amersfoort dat het niet zo kan zijn dat de discussie rond Zevenhuizen op dit moment wordt belast met de oplossing van de baggerproblematiek op landelijke schaal en op langere termijn. De gezamenlijke zoektocht van de gemeente en de provincie heeft steeds tot doel gehad om een oplossing te zoeken voor de Utrechtse bagger die binnen de termijn van een jaar of tien gestort zou moeten worden.

Standpunten provincie en gemeente
De provincie blijft vooralsnog van mening dat realisering van de baggerberging Zevenhuizen op langere termijn toch noodzakelijk zal zijn. Om uit Utrecht afkomstige bagger te kunnen storten buiten de provincie, is het nodig dat de landelijk beschikbare stortcapaciteit ook voor Utrechtse bagger mag worden gebruikt. Het Rijk verbindt daar op voorhand de voorwaarde aan dat de stortlocaties die momenteel in procedure zijn, waaronder Zevenhuizen, ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Deze opvatting van het Rijk brengt de provincie tot de conclusie dat de noodzaak voor het verder ontwikkelen van Zevenhuizen nog steeds aanwezig is. De gemeente komt juist tot de conclusie dat de in het rapport geschetste ontwikkelingen uiteindelijk zullen leiden tot een aanpak van de baggerproblematiek waarvoor de exploitatie van Zevenhuizen niet meer noodzakelijk zal zijn.

Gezamenlijk optrekken
De gemeente wil op korte termijn met de provincie overleggen om te bepalen of de doelstellingen van de provincie en de gemeente nog in voldoende mate overeenstemmen om een effectief vervolg te bepalen. In voorbereiding is een gezamenlijk overleg met de staatssecretarissen van Verkeer & Waterstaat en van VROM over de positionering van Zevenhuizen in de landelijke context.