Uitspraken in zaken tegen verdachten schietincident Terra College
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage

Datum actualiteit: 29-04-2004

PERSBERICHT

De rechtbank 's-Gravenhage heeft de minderjarige verdachte die op 13 januari j.l. in de
kantine van het Terra College de conrector van die school, de heer Van Wieren, neerschoot,
veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren en tbs met dwangverpleging.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte het slachtoffer opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd; dat wil zeggen dat het feit gekwalificeerd wordt als moord.

De verdachte was bij het plegen van zijn daad ruim 16 jaar oud. De rechtbank legt hem niettemin een volwassenenstraf op. Zij doet dit vanwege de ernst van het feit. Ook heeft zij hierbij overwogen dat een langdurige behandeling van verdachte noodzakelijk is en dat de maximale duur van een behandeling in het kader van het jeugdstrafrecht mogelijk niet toereikend is.
Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen duurt namelijk, inclusief verlengingen, maximaal 6 jaren. De totale duur van een terbeschikkingstelling echter is niet in tijd beperkt; deze kan steeds met twee jaren worden verlengd als de veiligheid van anderen dat vereist.

Nu aan verdachte een volwassenensanctie is opgelegd, geldt ten aanzien van hem ook de wettelijke vervroegde invrijheidsstelling na het ondergaan van twee-derde van de hem opgelegde gevangenisstraf; in dit geval is dat dus na 3 jaren en 4 maanden.
De rechtbank heeft in haar vonnis het advies opgenomen dat verdachte zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval niet later dan nadat hij één-derde van de hem opgelegde gevangenisstraf heeft uitgezeten, dat wil zeggen na 1 jaar en 8 maanden, in een tbs-inrichting wordt geplaatst.
De rechtbank gaat ervan uit dat bij de plaatsing van verdachte in een gevangenis en een tbs-inrichting in hoge mate rekening wordt gehouden met de jeugdige leeftijd van verdachte.

De veroordeling door de rechtbank is overeenkomstig de eis van de officier van justitie.

De rechtbank heeft een 25-jarige verdachte vrijgesproken van medeplichtigheid aan deze moord. Vast staat dat deze verdachte het wapen waarmee de heer Van Wieren werd doodgeschoten zeer kort daarvoor aan de minderjarige schutter ter beschikking heeft gesteld. Maar de rechtbank acht niet bewezen dat verdachte het opzet had op het misdrijf dat daarna door de minderjarige is gepleegd (moord). Niet is komen vast te staan dat deze verdachte op dat moment wist of moest weten dat de minderjarige met het wapen zou gaan schieten of daarmee de heer Van Wieren zou doden.

De 25-jarige verdachte wordt wel veroordeeld voor verboden wapenbezit. De rechtbank legt hem daarvoor een gevangenisstraf op van 12 maanden. Dat is aanmerkelijk meer dan gebruikelijk is bij verboden wapenbezit. De rechtbank komt mede tot deze hoge straf
omdat verdachte het wapen heeft gegeven aan een minderjarige die alcohol had gebruikt en op dat moment een blowtje nam, en vanwege de buitengewoon noodlottige gevolgen die het handelen van verdachte heeft gehad.
De officier van justitie had in deze zaak een gevangenisstraf van 3 jaren geëist voor zowel medeplichtigheid aan moord als verboden wapenbezit.

Ten slotte deed de rechtbank vandaag uitspraak in de zaak tegen de 16-jarige verdachte die na het schietincident het wapen van de schutter heeft afgepakt en dat in een bosje in de buurt van de school heeft verborgen. Deze verdachte is veroordeeld wegens bemoeilijking van het politieonderzoek en (zeer kortstondig) verboden wapenbezit. Hem is opgelegd een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 31 dagen - dat is de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht - en een voorwaardelijke jeugddetentie van 4 maanden.
De rechtbank volgt in dit vonnis de eis van de officier van justitie.

Voor nadere informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met de afdeling voorlichting van de rechtbank, tel. (070) 381 1943

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO8610

Zie het origineel