Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de minister van Economische Zaken over de subsidie aan Nutreco en Hendrix Poultry Breeders voor een project gericht op het fokken van meer robuuste leghennen. (Ingezonden 30 maart 2004)
Nummer: 539

Datum: 29-04-2004


De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als volgt beantwoord.


1.


Deelt u de mening dat uw beweringen 1) over de doelstellingen van het door uw ministerie gesubsidieerde onderzoeksproject van Nutreco en Hendrix Poultry Breeders voor het fokken van robuuste leghennen in tegenspraak zijn met de communicatie daaromtrent van de subsidieontvanger? 2) Kunt u uw antwoord toelichten?


Ja, de beweringen zijn niet helemaal met elkaar in overeenstemming. De einddoelstelling van het project is de afzet van robuuste leghennen op enerzijds de ontwikkelde markten in met name West Europa en anderzijds de minder ontwikkelde markten in met name Afrika en Azië. In de minder ontwikkelde markten zijn de leefomstandigheden van leghennen niet altijd optimaal. Ik heb in mijn antwoorden op uw vragen van 3 maart 2004 de exportdoelstelling naar minder ontwikkelde markten niet expliciet genoemd (zie Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1129, Vergaderjaar 2003-2004). Deze doelstelling wordt wel genoemd in het door u aangehaalde persbericht van de subsidieontvanger.


2.


Deelt u de mening dat bovengenoemde discrepantie erop wijst dat de betreffende subsidie mogelijkerwijs gebruikt wordt voor doelstellingen die indruisen tegen het kabinetsstandpunt? Kunt u uw antwoord toelichten?


Nee. De suggestie dat het onderhavige project in strijd zou zijn met het kabinetsstandpunt, omdat robuuste leghennen ook zullen worden afgezet op minder ontwikkelde markten, bestrijd ik. Door toepassing van robuuste leghennen verbetert naast de productiviteit ook het dierenwelzijn op deze markten. Gezien de positieve bijdrage aan de economie en het dierenwelzijn op ontwikkelde en minder ontwikkelde markten acht ik het project in lijn met het kabinetsstandpunt. Naar mijn mening is daarom de subsidietoewijzing terecht.


3.


Op welke wijze zult u waarborgen dat het onderhavige project inderdaad niet direct of indirect zal leiden tot het in stand houden van slechte condities elders? 1)


Verbetering van de leefomstandigheden is belangrijk voor zowel de productiviteit als het dierenwelzijn. Ik spreek daarom mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de wens uit dat ook in de minder ontwikkelde markten wordt gestreefd naar betere omstandigheden in de veehouderij. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt echter nadrukkelijk bij de desbetreffende landen zelf. Ik zie daarom geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen.


4.


Is de onder vraag 1 genoemde discrepantie aanleiding voor u om maatregelen te nemen zodat gegarandeerd wordt dat toekomstige subsidietoekenningen volledig in overeenstemming zullen zijn met kabinetsstandpunten? Zo ja, welke maatregelen en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?


De subsidietoezegging aan dit project is niet in strijd met het kabinetsstandpunt. Ik zie daarom geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen.


1) Aanhangsel-Handelingen nr. 1129, vergaderjaar 2003-2004, met name de passage: Aan dit project is subsidie toegekend omdat het project als doelstelling heeft om binnen de maatschappelijke eisen in Nederland op een goede en winstgevende wijze een meer extensieve veehouderij te voeren en nadrukkelijk niet op het in stand houden van slechte condities elders.
2) Persbericht van Hendrix Poultry Breeders op http://www.hendrix-poultry.nl/homesit/new46.htm, met name de passage: Deze zuivere foklijnen zullen & worden gebruikt voor het produceren van hybride fokproducten die op de wereldmarkt worden afgezet als uiteindelijke producenten van consumptie-eieren in specifieke markten.


Deze markten zijn enerzijds de minder ontwikkelde markten, waar de houderijcondities voor pluimvee nog niet optimaal zijn, en anderzijds de zeer ontwikkelde markten van met name West Europa waar omwille van dierenwelzijn en consumentenvoorkeur de dieren onder steeds meer extensieve omstandigheden gehouden worden.